Terug
Gepubliceerd op 11/06/2024

2024_CBS_01574 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een meergezinswoning na het slopen van de bestaande bebouwing langs Zammelseweg 217 (202400166IV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 10/06/2024 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens; Pieter Cowé

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_01574 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een meergezinswoning na het slopen van de bestaande bebouwing langs Zammelseweg 217 (202400166IV) - Vergunning 2024_CBS_01574 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een meergezinswoning na het slopen van de bestaande bebouwing langs Zammelseweg 217 (202400166IV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 22/06/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024047316

Dossiernummer gemeente: 202400166

 

De gemeente Geel heeft op 3 april 2024 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een meergezinswoning na het slopen van de bestaande bebouwing. De aanvraag werd op 23 april 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Jef Haeverans wonende Beeldekenslaan 14 te 2400 Mol, de heer Stef Geukens met als contactadres Dr. Van De Perrestraat 315 te 2440 Geel en Topo Invest BV gevestigd Dr.-Van de Perrestraat 315 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Zammelseweg 217

Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nrs. 1055K2 en 1055H2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

 

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 2 oktober 2023.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Milieuvergunning 1992/M3/00367 voor mazouttank - goedgekeurd op 08/08/1994.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag omvat volgende stedenbouwkundige handelingen:

-          Het slopen van een woning (halfopen bebouwing)

-          Het slopen van 4 bijgebouwen

-          Het bouwen van een meergezinswoning met 6 appartementen

-          Het bouwen van een bijgebouw

-          Het aanleggen van verhardingen en een wadi

 

Het nieuwe gebouw wordt gekoppeld opgericht tegen de rechterperceelgrens. 

De kroonlijsthoogte bedraagt 6m, de nokhoogte bedraagt 10m.

Er worden 6 appartementen voorzien met een gemiddelde oppervlakte van 100m².

Achteraan het gebouw is er een parkeerzone met 9 parkeerplaatsen.

De gelijkvloers wooneenheden hebben een tuinzone van 10m. Achter de parking is er een gemeenschappelijke tuin. De appartementen op de verdiepingen beschikken over een ruim terras.

Naast het gebouw wordt een fietsenstalling voorzien met ruimte voor 9 fietsen. Achteraan op de parking bevindt zich een tweede fietsenstalling. Hier is er ruimte voor 18 fietsen.

Achteraan op het perceel is de afvalberging.

De verhardingen worden voorzien in waterdoorlatende materialen. De parkeerplaatsen worden aangelegd in grasdallen.

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werd geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 29 april 2024 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 2 mei 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius

Wij kunnen de bijkomende wooneenheden aansluiten op het bestaande laagspanningsnet als de vermogens beperkt blijven tot 17,3 kVA per aansluiting, 22,2 kVA voor de algemene delen en 22,2 kVA voor het laden van elektrische wagens mits gebruik gemaakt wordt van load balancing. 

Indien afgeweken wordt van deze vermogens dient de bouwheer ons zo snel mogelijk de definitieve vermogens te bezorgen. In afwachting van het resultaat van de studie voor deze definitieve vermogens, dient er van uitgegaan te worden dat een grond of lokaal op het gelijkvloers voor een distributiecabine noodzakelijk zal zijn. 

Hierbij wordt dan ook een gunstig advies met voorwaarden verleend. Dit advies blijft 1 jaar geldig.

De afmetingen van het tellerlokaal en meterbatterij dienen voor aanvang van de bouwwerken met de technisch agent afgestemd te worden. Uw contactpersoon omtrent de administratieve behandeling van de aansluitingen elektriciteit is de technisch agent, bereikbaar via het mailadres fluvius-KEMP-TAK@fluvius.be.

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 13 mei 2024 werd het advies ontvangen van Toegankelijk Vlaanderen (Inter)

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 29 mei 2024 werd het advies ontvangen van dienst Openbaar Domein van Stad Geel

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel  aanwezig op openbaar domein. Eind 2022 werd een nieuwe rioolaansluiting gerealiseerd. Deze bevindt zich aan de linkerzijde van het perceel. het huisaansluitputje werd in het openbaar domein geplaatst. Men moet deze aansluiting gebruiken.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op de reeds aanwezige huisaansluitputjes RWA en DWA.

Huishoudelijk  afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst 6 hemelwaterputten met een totaal volume van 35.000 L die met elkaar verbonden zijn zodat ze werken als communicerende vaten (cascadesysteem). Op deze manier kan het volume volledig gebruikt worden.

Op de put worden de dakafvoeren van de voorzijde van het zadeldak van het gebouw en van de bijgebouwen (fietsenstalling en berging) aangesloten. De terrassen worden niet mee aangesloten op de hemelwaterput maar rechtstreeks op de infiltratievoorziening wat ook aangewezen is.

Echter zou de afvoeren van het zadeldak van de achterzijde met daarbij de platte daken van de uitsprongen mee aangesloten moeten worden op de hemelwaterput. Dat vraagt een apart systeem maar dan is de aanvoerende oppervlakte naar de hemelwaterput groter.

In het hemelwaterformulier heeft men voor het bepalen van de dimensionering van de hemelwaterputten de ganse dakoppervlakte (met terrassen) in rekening gebracht wat niet klopt met de uitvoering volgens plan.

Er wordt een recuperatieleiding voorzien naar elke woonheid in functie van herbruik voor toiletspoeling, voor een wasmachine en een dienstkraan (poetswater, gebruik voor tuin/terras). In de nota staat vermeld dat er op jaarbasis 81.030L/jaar wordt herbruikt. Er staat echter nergens vermeld hoeveel water er op jaarbasis wordt opgevangen en of de dimensionering van de putten hierop is afgestemd.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening, type wadi met een infiltratievolume van 5742 L, een infiltratieoppervlakte van 21,03 m²  en een diepte van 30 cm. Voor de berekening van de minimale dimensionering heeft men voor de bijgebouwen 3 keer 30m² in mindering gebracht. Deze gebouwen zijn bijgebouwen die horen bij het hoofdgebouw waarvoor geen oppervlakte in mindering mag gebracht worden. De minimale dimensionering is dan 6867,3 L en 16,648 m². Het volume dat men voorziet voldoet niet, de oppervlakte wel.

De diepte van 30 cm die men opgeeft is niet de diepte zoals bedoeld volgens de verordening. Met de diepte bedoelt men de hoogte gemeten vanaf het maaiveld tot de bodem van de infiltratievoorziening. Dit is volgens het plan 50 cm wat voldoet.  Voor de effectieve berekening van het volume en oppervlakte van de wadi die men gaat plaatsen, mag de bodem mee ingerekend worden en de zijwanden tot onder de invoer van de hemelwaterput.

Op de infiltratievoorziening is de overloop van de  hemelwaterput aangesloten, de terrassen van de verdiepingen en de verharding die gelegen is tussen het gebouw en de naastgelegen woning met huisnr. 219. Het water dat op deze verharding valt kan hier niet infiltreren; onder de verharding zitten 6 hemelwaterputten en er is geen naastgelegen groenzone waar het naartoe kan afwateren. Dus moet het worden afgeleid naar de infiltratievoorziening zoals op plan is voorzien. En de oppervlakte moet mee ingerekend bij de berekening van de infiltratievoorziening zoals ook is gebeurd volgens het ingevulde hemelwaterformulier. De andere verhardingen wateren af naar groenzone. De groenzone is min. 25% van de verharding.

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is een gunstig principe.

Advies toegang tot het perceel

Men voorziet een toegang tot het perceel aan de linkerzijde met een breedte van 3m52 op de rooilijn. De toegang komt ongeveer overeen met de bestaande toegang wat gunstig is. Het openbaar domein moet niet aangepast worden in functie van deze toegang.

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Het ontwerp komt voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

De mogelijke effecten werden voldoende toegelicht.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Zammelseweg).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

De percelen gelegen te Geel, Afdeling 5, Sectie N, nrs. 1055K2 en 1055H2 stromen af naar de Neerstraatloop, een onbevaarbare waterloop van 2de categorie en naar de Wimp, en onbevaarbare waterloop van 2de categorie die beheerd worden door Provincie Antwerpen. De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

Het voorliggende project voldoet aan de Gewestelijke hemelwateroverordening. Er worden voldoende hemelwaterputten voorzien en een bovengrondse infiltratievoorziening.

De watertoets wordt gunstig beoordeeld.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het bouwen van een meergezinswoning met 6 appartementen in het centrum van Zammel. In de straat zijn al meerdere meergezinswoningen aanwezig. Het project is functioneel inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Er zijn voldoende parkeerplaatsen en fietsenstallingen voorzien voor het project.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het gebouw heeft 2 volledige bouwlagen en een dakverdieping. Dit past in het straatbeeld.

 

Visueel-vormelijke elementen

De meergezinswoning wordt opgericht in klassieke materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 03/05/2024 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen  voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Brandweerzone Kempen, afgeleverd op 29 april 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 2 mei 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Toegankelijk Vlaanderen, afgeleverd op 13 mei 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van dienst Openbaar Domein van stad Geel afgeleverd op 29 mei 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met volgende voorwaarden:

 

Het advies van Brandweerzone Kempen dient strikt gevolgd te worden.

Het advies van Toegankelijk Vlaanderen dient strikt gevolgd te worden.

Het advies van Fluvius dient strikt gevolgd te worden.

 

Volgende voorwaarden van dienst Openbaar Domein van stad Geel dienen strikt gevolgd te worden:

  1. Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het aanwezige huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting die in 2022 werd gerealiseerd. De andere bestaande aansluiting moet bij de sloop opgezocht worden en gedicht.

  1. Men  is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet voldoen aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening (rekening houdend met de aanvoerende oppervlakte en het herbruik).
  • Men dient volgende afvoeren aan te sluiten:
    • Afvoeren van de schuine daken van het hoofdgebouw, zowel voorzijde als achterzijde
    • Afvoeren van de platte daken van de uitsprongen in het schuindak aan de achterzijde
    • Afvoeren van de daken van de bijgebouwen
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar elke woonheid in functie van herbruik voor toilet, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen (gemeten van maaiveld tot bodem).
  • Het infiltratievolume dient minimum 6867,3 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 16,648 m² te bedragen.
  • Op de infiltratievoorziening moet het volgende worden aangesloten: de overloop van de hemelwaterput, de terrassen van de verdiepingen, de verharding gelegen tussen het gebouw en de naastgelegen woning.
  1. Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm.

 

Bij de afbraak van de bestaande half-openbebouwing worden de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

Voorafgaandelijk zal er een plaatsbeschrijving van de linksaanpalende woning worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

Alle vrijgekomen gevels en dakranden moeten na de sloping waterdicht worden afgewerkt.

Bij afbraakwerken dienen de nodige maatregelen getroffen om de verkeersveiligheid en de stabiliteit van de aanpalende woning optimaal te verzekeren.

 

Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


Het advies van Brandweerzone Kempen dient strikt gevolgd te worden.

Het advies van Toegankelijk Vlaanderen dient strikt gevolgd te worden.

Het advies van Fluvius dient strikt gevolgd te worden.

 

Volgende voorwaarden van dienst Openbaar Domein van stad Geel dienen strikt gevolgd te worden:

  1. Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het aanwezige huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting die in 2022 werd gerealiseerd. De andere bestaande aansluiting moet bij de sloop opgezocht worden en gedicht.

  1. Men  is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet voldoen aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening (rekening houdend met de aanvoerende oppervlakte en het herbruik).
  • Men dient volgende afvoeren aan te sluiten:
    • Afvoeren van de schuine daken van het hoofdgebouw, zowel voorzijde als achterzijde
    • Afvoeren van de platte daken van de uitsprongen in het schuindak aan de achterzijde
    • Afvoeren van de daken van de bijgebouwen
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar elke woonheid in functie van herbruik voor toilet, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De diepte mag max. 50 cm bedragen (gemeten van maaiveld tot bodem).
  • Het infiltratievolume dient minimum 6867,3 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 16,648 m² te bedragen.
  • Op de infiltratievoorziening moet het volgende worden aangesloten: de overloop van de hemelwaterput, de terrassen van de verdiepingen, de verharding gelegen tussen het gebouw en de naastgelegen woning.
  1. Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm.

 

Bij de afbraak van de bestaande half-openbebouwing worden de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

Voorafgaandelijk zal er een plaatsbeschrijving van de linksaanpalende woning worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

Alle vrijgekomen gevels en dakranden moeten na de sloping waterdicht worden afgewerkt.

Bij afbraakwerken dienen de nodige maatregelen getroffen om de verkeersveiligheid en de stabiliteit van de aanpalende woning optimaal te verzekeren.

 

Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.