Artikel 258 van het decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gedeelten van de kredieten voor investeringen en financiering die in het vorig boekjaar (N-1) niet werden aangewend, naar het lopend boekjaar (N) kunnen worden overgedragen.
Concreet houdt dit in dat er zowel gedeelten van (de openstaande saldi) van investeringsuitgaven en -ontvangsten en financieringsontvangsten van 2023 naar 2024 kunnen worden overgedragen.
In het verleden (BBC 2014) werden openstaande investeringssaldi automatisch (van rechtswege) naar het volgende budgetjaar overgedragen. Overgedragen kredieten die niet of niet volledig meer nodig waren, werden dan bij de eerstvolgende aanpassing geschrapt.
Procedure en rapportering
Het bevoegde uitvoerende orgaan moet de lijst met de van het vorig boekjaar over te dragen gedeelten van kredieten voor investeringen en financiering voor 1 maart van het lopende boekjaar vaststellen. Over deze beslissing rapporteert het uitvoerend orgaan aan de raad. Die rapportering gebeurt ofwel via een specifieke opvolgingsrapportering ofwel via de toelichting bij de jaarrekening van het vorig boekjaar (onze werkwijze). In afwachting van de vaststelling van de jaarrekening moet het bestuur daarover digitaal rapporteren aan de Vlaamse overheid. Die rapportering moet onmiddellijk na de vaststelling door het bevoegde orgaan gebeuren.
Er wordt in het dossier van het ocmw niets overgedragen.
Het vast bureau stelt de overdracht van de saldi van de investerings- en financieringskredieten van 2023 naar 2024 vast. Er worden geen kredieten overgezet.
Het vast bureau rapporteert deze overdrachten aan de raad voor maatschappelijk welzijn bij de toelichting bij de jaarrekening van 2023.