Terug
Gepubliceerd op 04/10/2024

2024_CBS_02439 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning, bouwen van een bijgebouw, grachtoverwelving, ontbossing/kappen bos langs Herentalsedijk 59 (202400352PR) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
di 01/10/2024 - 16:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2024_CBS_02439 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning, bouwen van een bijgebouw, grachtoverwelving, ontbossing/kappen bos langs Herentalsedijk 59 (202400352PR) - Vergunning 2024_CBS_02439 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning, bouwen van een bijgebouw, grachtoverwelving, ontbossing/kappen bos langs Herentalsedijk 59 (202400352PR) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 01/10/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024084526

Dossiernummer gemeente: 202400352

 

De gemeente Geel heeft op 11 juli 2024 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een ééngezinswoning

bouwen van een bijgebouw

grachtoverwelving

ontbossing/kappen bos. De aanvraag werd op 2 augustus 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Jeroen Vandeperre wonende Stationsstraat 48 te 2250 Olen en Marthe De Peuter wonende Stationsstraat 48 te 2250 Olen

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Herentalsedijk 59

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie D nr. 59X2

 

Verslag

      1. Stedenbouwkundige basisgegevens

       

      Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

      De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

      woongebied met landelijk karakter

      de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

      agrarisch gebied

      De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

       

      Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

      De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

       

      Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

      De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

       

      Het bouwterrein maakt als lot 1 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 22/07/1980 met kenmerk gemeente 1340.  Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen.

       

      Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

      De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 1340.

       

      Overeenstemming met dit plan

      De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

       

      Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

      Niet van toepassing.

       

      Verordeningen

      Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

      Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

      Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

      Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

      Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

       

      1. Historiek

      Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

      • Stedenbouwkundige vergunning (07874) voor het oprichten van een woonhuis - goedgekeurd op 21/06/1982.
      • Verkavelingsvergunning (1340) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 22/07/1980.

       

      1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

      De aanvraag betreft:

      • het bouwen van een ééngezinswoning 
      • het bouwen van een bijgebouw
      • grachtoverwelving
      • ontbossing/kappen bos

      Het feitelijk uitzicht en toestand van de plaats waar de werken of handelingen worden

      Gepland:

      Het gaat om een braakliggend terrein.  Het perceel bevat een bebossing welke dient te worden gekapt.

      Op het terrein is geen bebouwing aanwezig.  De naastliggende percelen zijn bebouwd met eengezinswoningen.  Het bouwterrein bevindt zich aan een voldoende uitgeruste weg in asfaltverharding

      Volgende nutsleidingen zijn aanwezig: Elektriciteit, kabeldistributie, telefoon, waterleiding, gas.

      Geen straatriolering aanwezig.

      De bestemming : vrijstaande eengezinswoning

      De inplanting: voorgevel op de voorgevelbouwlijn of binnen een strook van 3m evenwijdig met de voorgevelbouwlijn. Cfr. verkavelingsplan.

      Voorgevelbouwlijn op 12m uit de as van de weg.

      De bouwdiepte: max. 17m cfr. verkavelingsplan en min. 8m diep

      Vrijstaande zijgevel(s) op Min. 3,00m van de zijdelingse perceelsgrenzen (zone zoals aangeduid op verkavelingsplan)

      De voorgevelbreedte: min. 7m en max. zoals aangeduid op verkavelingsplan.

      De bouwhoogte : kroonlijsthoogte max. 7m

      De dakvorm : schuin dak met helling min. 25° - en max. 60%

      Het vloerpeil: maaiveld max 30cm boven nulpas.

      De materialen : in harmonie met de omgeving, esthetisch en duurzaam.

      Materialen die esthetisch en duurzaam verantwoord zijn.

      Voor gevels : gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

      Voor daken : pannen, leien, riet, dakvilt

      Verhardingen:

      Alle verhardingen moeten tot het functioneel noodzakelijk beperk worden.

      De voortuin mag voor max. ½ oppervlakte verhard worden.

      Voortuin opp. = 122,40m2 / 2 = max. 61,20m2

      Voorziene verharding in voortuin = 49,13m2 < 61,20m2

      Garage / carport zijtuin :

      - op minimum 5m van de voorgevelbouwlijn en max. 12m (= achtergevelbouwlijn woning)

      - bouwhoogte: tot de bovenkant van de deksteen: max 3m

      - dakvorm: gebouwen geplaatst op de perceelgrens: plat dak

      - materialen: zie hoofdgebouw of hout (duurzaam)

      Akkoord buur werd toegevoegd aan het bouwdossier.

      Bijgebouwen :

      - max. 10% van de perceeloppervlakte

      - op min. 10m uit de achtergevelbouwlijn en 3,00m uit achterste perceelsgrens

      - kroonlijsthoogte max. 3,00m

      - op scheiding verplicht plat dak

      - 3m van de scheiding mag schuin dak met max. 45°

      Materialen zie hoofdgebouw.

       

      De nieuwe woning past als gekoppelde eengezinswoning uiteraard zeer goed bij de reeds aanwezige eengezinswoningen / bebouwing in de onmiddellijke omgeving.

      De aard en de dichtheid van de bebouwde omgeving past eveneens bij de nieuwe woning en is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.

      Het materiaalgebruik en de bouwhoogtes zijn eveneens verenigbaar met de omliggende bebouwing en volgens de verkavelingsvoorschriften.

       

       

      1. Openbaar onderzoek

      De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

      De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

       

      1. Adviezen

      Op 21 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap voor Natuur en Bos

      Advies:   voorwaardelijk gunstig

       

      Op 5 augustus 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius

      Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

       

      Advies:   geen advies

       

      Op 24 september 2024 werd het advies ontvangen van stad Geel Team Grijs.

      Advies riolering

       Zonering – aansluiting

      Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.

      Bij het perceel is er nog geen rioolaansluiting met huisaansluitputjes aanwezig. Na het verlenen van de vergunning én na het ingeven van de start der werken in het omgevingsloket, zal er een aansluiting met plaatsing van de huisaansluitputje DWA worden gerealiseerd door stad Geel. De aansluiting RWA, indien gewenst, mag men zelf realiseren op de open gracht.

       Riolering algemeen

      Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

      De afvoerbuizen voor het afvalwater hebben een diameter van 110 mm. De afvoerbuis van het hemelwater heeft een diameter van 110 mm. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

      Huishoudelijk afvalwater

      Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

      Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten.

      Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men heeft al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen.

      Hemelwater

      De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

      Hemelwaterput

      Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 20.000L. Op de put worden de dakafvoeren van hoofd- als bijgebouw aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling (2st), wasmachine en buitenkraan.

      Infiltratievoorziening

      Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een volume van 8.085,66L en een oppervlakte van 19,60m².

      Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.

      Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare gracht . Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.


      Advies toegangen

      Huidige situatie

      De huidige situatie bestaat uit een rijweg met daarlangs openbare berm waarbij over de volle lengte van het perceel een open gracht ligt.

      Aanvraag

      Rechts van het perceel wordt een overwelving met breedte van 4.50m -buitenzijde kopmuren- aangevraagd.

      Advies

      Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

      • De overwelving zoals opgenomen op plan voldoet aan deze voorwaarden en kan zo vergund worden

      Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.

      • Dit wordt niet aangegeven en is dus niet van toepassing.

      Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid.

      • Dit wordt niet aangegeven en is dus niet van toepassing.

      De overwelving wordt afgewerkt met een verharding en straatgoot incl. kolk tussen deze verharding en de rijweg. Deze werken worden uitgevoerd door de stadsdiensten en zijn aan te vragen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein De kosten zijn volledig ten laste van de aanvrager.

      Het is niet toegestaan in de open gracht een betuining/beschoeiïng od. aan te brengen.

       

      Advies: voorwaardelijk gunstig

       

      1. Project-MER

       

      Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

      Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

      Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

       

      1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

      Wegenis

      Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.

       

      Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

      § 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

      § 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

      § 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

      1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

      2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

      3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

       

      Watertoets

      Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

      Het perceel gelegen te Herentalsedijk, Afdeling 4, Sectie D, nr. 0059/00X002 (is gelegen langs en) stroomt af naar het Kanaal van Bocholt naar Herentals, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 0) die beheerd wordt door De Vlaamse Waterweg nv – Afdeling Regio Oost. De locatie is volgens de watertoetskaarten (deels) niet overstromingsgevoelig.

       Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

      Deze mogelijke schadelijke effecten worden opgevangen door de plaatsing van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening.

       

      Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

      Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

       

      Functionele inpasbaarheid

      Het betreft een ééngezinswoning met bijgebouw die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

       

      Mobiliteitsimpact

      Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

       

      Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

      De woning heeft een beperkt bouwvolume.

       

      Visueel-vormelijke elementen

      De woning wordt opgericht in hedendaagse materialen.

       

      Cultuurhistorische aspecten

      Niet van toepassing.

       

      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

      Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

       

      Conclusie

      Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

       

      Resultaten openbaar onderzoek

      Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

       

      Bespreking adviezen

      De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

      • Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos, afgeleverd op 21 augustus 2024 is voorwaardelijk gunstig.
      • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 5 augustus 2024 is geen advies.
      • Het advies van stad Geel, dienst Openbaar Domein, team grijs,  afgeleverd op 24 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.
            Bestaande overwelving – definitieve nieuwe overwelving

      Tijdens de bouwwerken kan men de bestaande overwelving nog gebruiken. Na de bouwwerken kan men een aanvraag doen voor de definitieve overwelving:

      Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein

      Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer.

      De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

      Tijdelijke overwelving – definitieve overwelving

      Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:

      Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat de vloei van de gracht gegarandeerd is.

      De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.

      Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.

      Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.

      Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.

      Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.

      Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be

      Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:

      Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein

      Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer.

      De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

       

      Conclusie

       

      Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

       

      De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

       

      De woning dient ingeplant op 12 meter uit de wegas en verder opgericht zoals aangeduid op het bouwplan.

       

      Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

      De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

      Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

       

      Voorwaarden riolering

      Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

      De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

      De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuw geplaatste huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

      Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe aansluiting. Indien gravitaire afwatering niet mogelijk is, dient men maatregelen op eigen terrein te voorzien (bv. pomp).

      De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

      Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) en wadi’s dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

      Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

      De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

      • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
      • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten (incl. bijgebouw).
      • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
      • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

      De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

      • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

      Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

       

      Opmerkingen

      Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoer. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

      Het is aangewezen om een wachtbuis voor het grijs water te voorzien, zodat men het grijs water vlot van de septische put kan afkoppelen op het moment dat er een volwaardig rioleringsstelsel wordt aangelegd op openbaar domein.

       

      Voorwaarden toegang

      Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte zoals opgenomen op plan (4.50m). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.

      Het is niet toegestaan de open gracht te betuinen / beschoeien.

      De overwelving wordt afgewerkt met een verharding en straatgoot incl. kolk tussen deze verharding en de rijweg. Deze werken worden uitgevoerd door de stadsdiensten en zijn aan te vragen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein De kosten zijn volledig ten laste van de aanvrager.

       

      Voorwaarden Agentschap voor Natuur en Bos:

      Het dossier is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het kenmerk 24-212076 .

      Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde(n):

      Het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) op het gebied van compenserende maatregelen dient integraal deel uit te maken van de omgevingsvergunning.

      De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden.

      Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

      Artikel 90bis Bosdecreet van 13.06.1990

      Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16.02.2001

       

      • De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5 en §7, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-212076.
      • De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1010m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
      • De bosbehoudsbijdrage van € 4284.00 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

      Algemene opmerking soortenbesluit

      Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mail adres van AVES

       

      Lasten

      Niet van toepassing

       

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

De woning dient ingeplant op 12 meter uit de wegas en verder opgericht zoals aangeduid op het bouwplan.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

Voorwaarden riolering

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuw geplaatste huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe aansluiting. Indien gravitaire afwatering niet mogelijk is, dient men maatregelen op eigen terrein te voorzien (bv. pomp).

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) en wadi’s dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten (incl. bijgebouw).
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoer. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

Het is aangewezen om een wachtbuis voor het grijs water te voorzien, zodat men het grijs water vlot van de septische put kan afkoppelen op het moment dat er een volwaardig rioleringsstelsel wordt aangelegd op openbaar domein.

Voorwaarden toegang

Er wordt één overwelving toegestaan met een maximale breedte zoals opgenomen op plan (4.50m). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. 

Het is niet toegestaan de open gracht te betuinen / beschoeien. 

De overwelving wordt afgewerkt met een verharding en straatgoot incl. kolk tussen deze verharding en de rijweg. Deze werken worden uitgevoerd door de stadsdiensten en zijn aan te vragen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein De kosten zijn volledig ten laste van de aanvrager. 

 

Voorwaarden Agentschap voor Natuur en Bos:

Het dossier is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het kenmerk 24-212076 .

Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde(n): 

Het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) op het gebied van compenserende maatregelen dient integraal deel uit te maken van de omgevingsvergunning. 

De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden. 

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing: 

Artikel 90bis Bosdecreet van 13.06.1990 

Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16.02.2001 

 

  • De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5 en §7, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-212076. 
  • De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1010m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. 
  • De bosbehoudsbijdrage van € 4284.00 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt. 

Algemene opmerking soortenbesluit 

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mail adres van AVES