Artikel 77 van het decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017, eerste lid: 'De raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.'
Iedere minderjarige over wie niemand het ouderlijk gezag, de voogdij of de materiële bewaring heeft, wordt toevertrouwd aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar hij zich bevindt.
Daarnaast kunnen de jeugdrechtbank of het comité voor de jeugdbescherming aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de kinderen toevertrouwen over wie het centrum reeds de materiële bewaring heeft en van wie de ouders geheel of gedeeltelijk uit het ouderlijk gezag zijn ontzet.
In die gevallen wijst de raad voor maatschappelijk welzijn onder haar leden een persoon aan die de taak van voogd zal vervullen alsook een persoon die de taak van toeziend voogd zal vervullen.
De voogdij neemt een einde zodra voorzien is in een voogdij met toepassing van de regels van het Burgerlijk Wetboek, of in geval van adoptie, pleegvoogdij, erkenning of herstel van de ouders die uit het ouderlijk gezag waren ontzet, in de rechten die hun waren ontnomen.
Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur moet de raad voor maatschappelijk welzijn opnieuw een voogd en een toeziend voogd aanduiden.
De wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hoofdstuk 4, afdeling 2
De raad voor maatschappelijk welzijn wijst Pieter Cowé aan als voogd.
De raad voor maatschappelijk welzijn wijst Marlon Pareijn aan als toeziend voogd.