Terug2025_CBS_00847 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een bedrijfsgebouw en het bouwen van een hoogspanningscabine langs Antwerpseweg 91 en klasse 3 garage-activiteiten (202400410JH/ML - Vergunning

Gepubliceerd op 18/03/2025
College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/03/2025 - 12:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Tom Corstjens; Luc Van Laer; Kris Vangeel; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne-Laure Maes

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Marlon Pareijn
2025_CBS_00847 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een bedrijfsgebouw en het bouwen van een hoogspanningscabine langs Antwerpseweg 91 en klasse 3 garage-activiteiten (202400410JH/ML - Vergunning 2025_CBS_00847 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een bedrijfsgebouw en het bouwen van een hoogspanningscabine langs Antwerpseweg 91 en klasse 3 garage-activiteiten (202400410JH/ML - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 17/03/2025*

*Na deze datum wordt de aanvraag geacht te zijn geweigerd. 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024100993

Dossiernummer gemeente: 202400410Inrichtingsnummer: 20240715-0016

 

De gemeente Geel heeft op 26 augustus 2024 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen van een bedrijfsgebouw en het bouwen van een hoogspanningscabine. De aanvraag werd op 3 oktober 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

GROEP KENIS NV gevestigd Steenweg op Gierle 314 te 2300 Turnhout en mevrouw Margot Kenis wonende Steenweg op Gierle 314 te 2300 Turnhout

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Antwerpseweg 91

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nrs. 95E en 95D

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

ambachtelijke bedrijven en kmo's

De gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalprodukten van schadelijke aard.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is gelegen in het ruimtelijk uitvoeringsplan Antwerpseweg, goedgekeurd op 10 april 2012.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Oud dossier VLAREM (1982/A/03932) voor autoherstelwerkplaats.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2002/00030) voor het uitbreiden van een toonzaal - goedgekeurd op 22/05/2002.
  • Stedenbouwkundige vergunning (09083) voor plaatsen van lichtreklame - goedgekeurd op 08/02/1988.
  • Stedenbouwkundige vergunning (14424) voor het uitbreiden van een onderhoudsgebouw - goedgekeurd op 29/03/2002.
  • Stedenbouwkundige vergunning (08063) voor het plaatsen van een reklamebord (lichtreklamebord) - goedgekeurd op 16/08/1983.
  • Stedenbouwkundige vergunning (07831) voor het oprichten van een konstruktiebedrijf - goedgekeurd op 17/05/1982.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2005/00509) voor het aanpassen van een inkompartij - goedgekeurd op 23/12/2005.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2017/00145) voor kappen van bomen - goedgekeurd op 26/06/2017.
  • Milieuvergunning 2002/V2/00502 voor garage - goedgekeurd op 05/08/2002.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft:

 

De verbouwing van een bedrijfsgebouw

Het rooien van bomen en struiken

De heraanleg van parkeerplaatsen

De plaatsing van een hoogspanningscabine

 

Het bestaande bedrijfsgebouw met woonst wordt deels gesloopt: de showroom met magazijn

en het appartement verdwijnen. Bestaande verhardingen worden gesloopt en enkele

bomen/struiken worden gerooid

 

Verbouwing van een bedrijfsgebouw

Het bestaande bedrijfsgebouw is niet meer geschikt om de snelle evolutie in de autowereld te

volgen. De bestaande showroom maakt plaats voor een meer flexibele showroom met ruimte

voor meerdere merken. Centraal wordt een neutrale receptieruimte voorzien met sanitair,

koffiecorner, flexibele kantoorruimtes, print/repro, berging en EHBO. Op de verdieping van de

uitbreiding worden sociale ruimtes ingericht (refter, kleedkamers), bergingen voor de merken

en een technische ruimte.

De 2de hands markt is een belangrijk deel geworden van de autowereld. Achter de showroom wordt een stallingsruimte voorzien voor 2de hands wagens.

Deze was in het bestaande gebouw niet voorzien. In de buitenruimte tegen de rechter

perceelsgrens worden 2de handswagens te koop aangeboden. Deze wagens in buitenopstelling

gaan buiten de verkoopsuren naar binnen. Deze parkeerplaatsen 2de hands worden in grastegels

aangelegd omdat ze goed onderhoudbaar zijn buiten de verkoopsuren.

Achter het 2de hands deel wordt een afleverzone gebouwd, een opslag voor stukken en een

uitbreiding op de bestaande werkplaats. De bestaande werkplaats wordt behouden. De berging

voor gevaarlijke producten wordt in overleg met de brandweer buiten opgesteld in een

overdekte omheinde buitenruimte voorzien van opvangbakken i.f.v. calamiteiten. De vrijgekomen

ruimte binnen wordt werkplaats. Het bestaande magazijn wordt gesloopt en ondergebracht in

de bestaande werkplaats (oude afleverzone). Het sanitair voor de werkplaats wordt vernieuwd

naast het magazijn.

Tussen het bestaande gebouw en de uitbreiding is er een verschil in vloerniveau van 15cm. Dit wordt met hellingen opgevangen.

Het gebouw is meer aan de rechterzijde van het perceel gepositioneerd in overleg met de

gemeente. Op deze wijze sluit het aan op de naburige KMO gebouwen en ontstaat er ruimte

t.o.v. de woongebouwen. De natuurlijke helling in het terrein (aflopend naar links en achteraan)

was richtinggevend om het infiltratiebekken aan de linkerzijde van het perceel te voorzien.

Hierdoor wordt een groene ruimte grenzend aan de bestaande woning behouden. De aanleg

van het infiltratiebekken geeft extra bergings- en infiltratieruimte aan het

overstromingsgevoelige deel van het perceel.

 

Heraanleg van parkeerplaatsen.

De bestaande parkeerplaatsen worden heraangelegd met een duidelijke zone voor bezoekers

en een afsluitbare en beveiligde zone voor bedrijfsmatige voertuigen (onderhoud, aflevering,

ongeval-wagens, personeel, …). De plaatsen voor bezoekers zijn 2.5 x 5.5m volgens de normen

van de stad Geel. 2 toegankelijke plaatsen werden ruimer voorzien en gepositioneerd bij de

toegang tot het gebouw bijkomend gemarkeerd d.m.v. een duidelijk pad. Naast de

parkeerplaatsen is er ook een overdekte fietsenstalling (12fietsen) voorzien met mogelijkheid

tot opladen van elektrische fietsen. Deze is te gebruiken door bezoekers en personeel.

Achteraan de parkeerplaatsen is een manoeuvreerruimte voorzien voor het laden/lossen en keren van vrachtwagens. De uitrit van de vracht- en personenwagens wordt voorzien langs Vogelzang.

 

Plaatsing van een hoogspanningscabine

De autowereld is in snel tempo aan het elektrificeren. Om klaar te zijn voor een overwegend

elektrisch wagenpark wordt de plaatsing van een hoogspanningscabine voorzien. De cabine

wordt links vooraan het perceel ingeplant in overleg met Fluvius. De cabine wordt verhoogd

aangelegd (vloerpas 22.05m) rekening houdend met de opmerkingen van DIW. Rond de cabine

wordt een beukenhaag aangeplant zodat deze integreert in de groene zone van het

infiltratiebekken.

 

Ingedeelde inrictingen of activiteiten

 

Toepasselijke indelingsrubrieken van de VLAREM-indelingslijst voor deze aanvraag:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Het lozen van accidenteel verontreinigd hemelwater en afvalwater afkomstig van het wassen van voertuigen op de wasplaats (Nieuw)

2 m³/uur

3

6.4.1°

Opslag van afvalolie in een tank van 2500 L en in vijf vaten van 200 L. Opslag van smeerolie in twee tanks van elk 1500 L, zeven vaten van 200 L en drie vaten van 60 L. (Nieuw)

8080 liter

3

6.5.1°

2 verdeelslangen voor het vullen van voertuigen (Nieuw)

2 verdeelslangen

3

15.1.1°

Het stallen van zes voertuigen (bestelwagens, aanhangwagens, vrachtwagen) (Nieuw)

6 voertuigen

3

15.2.

Onderhoudswerkplaats met 8 hefbruggen (gelegen in industriegebied) (Nieuw)

8 hefbruggen

3

15.4.1°

Een roll-over wasplaats voor het wassen van maximaal 12 wagens per dag. (Nieuw)

1 Wasplaats

3

15.6.1°

Het stallen van maximaal 25 ton geaccidenteerde voertuigen (met nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken). (Nieuw)

25 ton

3

16.3.2°a)

Exploitatie van een luchtcompressor van 7,5 kW en warmtepompen van gezamenlijk 38 kW (Nieuw)

45,5 kW

3

17.3.2.1.1.1°b)

Opslag van diesel in een 6000 L tank (6000 L x 0.833 kg/L = 4998 kg) (Nieuw)

5 ton

3

17.3.2.1.2.1°

Opslag van twee 200 L vaten ruitensproeivloeistof (2 x 200 kg) (Nieuw)

0,4 ton

3

17.3.2.2.1°

Een benzinetank van 2700 L (1.944 kg) (Nieuw)

1944 kg

3

17.3.7.1°a)

Opslag van zes 200 L vaten antivries vloeistof (6 x 200 kg) (Nieuw)

1,2 ton

3

17.4.

Opslag van gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen zoals verven, thinners, remreiniger, onderhoudsmiddelen,... (Nieuw)

1000 liter

3

29.5.2.1°a)

Metaalbewerkingsmachines (Nieuw)

10 kW

3

 

De vorige vergunning van deze exploitant verliep op 05/08/2022. De huidige aanvraag betreft de vergunning voor een klasse-3 inrichting in tegenstelling tot de vorige vergunning voor een klasse 2-inrichting. De activiteiten voor het aanbrengen van bedekkingsmiddelen alsook de opslag van gevaarlijke producten en de opslag van voertuigwrakken tot 10 stuks, ingedeeld onder rubriek 2 – afvalstoffen, zijn niet opnieuw hernomen in deze aanvraag.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

 

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 13 oktober 2024 t.e.m. 11 november 2024. Er werden 2 bezwaarschriften ingediend.

 

Inhoud bezwaarschriften

  • De parking moet herbekenen worden zodat er een groenzone kan behouden blijven tussen de woonzone en de industrie.
  • Er moet rekenening gehouden worden met de mogelijkheid van het lossen van vrachtwagens op eigen terrein (dit is nu niet mogelijk)
  •  De afwatering moet herbekenen worden. Het inflitratiebekken verplaatsen en niveau parking verlagen.
  • Geen hoogspanningscabine boven de bestaande gracht.

 

Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van  van 22 januari 2025 t.e.m. 20 februari 2025. Er werden 2 bezwaarschriften ingediend.

 

Inhoud bezwaarschriften

  • De parking moet herbekenen worden zodat er een groenzone kan behouden blijven tussen de woonzone en de industrie.
  • Er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid van het lossen van vrachtwagens op
  •  De afwatering moet herbekenen worden. Het inflitratiebekken verplaatsen en niveau parking verlagen.
  • Geen hoogspanningscabine boven de bestaande gracht.

 

  1. Adviezen

Op 6 maart 2025 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 4 maart 2025 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

 

Op 22 oktober 2024 werd het advies ontvangen van indoor.astrid@ibz.fgov.be

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 15 oktober 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 16 december 2024 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 21 november 2024 werd het advies ontvangen van Aquafin

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 20 november 2024 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

Advies: ongunstig

 

Op 28 februari 2025 werd het advies ontvangen van Team Grijs (mobiliteit) van stad Geel

 

Er wordt een voorwaardelijk gunstig advies gegeven worden gezien de verduidelijkingen rondom de parkeerplaatsen aan de rechterzijde van het hoofdgebouw, de parkeerplaatsen achteraan het hoofdgebouw, de draaicirkels voor vrachtwagens, de in -en uitrit langs Vogelzang en de locatie, hoeveelheden en afmetingen van de fietsenstallingen tijdens het overleg van 13 februari besproken werden en er een consensus werd bekomen. Dienst mobiliteit blijft echter afraden om de in -en uitrit langs Vogelzang te creëren i.v.m. potentiële conflicten voor voetgangers en fietsers langsheen Vogelzang en de Antwerpseweg N19. Hierover dient het college een beslissing te nemen. Met architect Tom Goos werd geen ander alternatief gevonden door het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer om een in -en uitrit langs Antwerpseweg te voorzien. Dienst mobiliteit heeft daarom voor het scenario gekozen via de werking met een uitrit voor vrachtwagens langsheen Vogelzang om de vooruitgang binnen dit dossier niet te dwarsbomen.

 

Na overleg met de architect op 13 februari 2025 werd beslist om het inplantingsplan aan te passen na afstemming met de dienst vergunningen en dienst mobiliteit. Deze aanpassing omvat onder andere de verduidelijking van de manoeuvreerruimte en circulatie nabij de parkeerplaatsen aan de rechterzijde van het gebouw voor tweedehandswagens, waarbij rekening wordt gehouden met voldoende manoeuvreerruimte naast het hoofdgebouw om een vlotte doorstroming te garanderen. Er mag verder gewerkt worden met een groen haagje naast de parkeerplaatsen aan de rechterzijde van het hoofdgebouw. Daarnaast wordt de circulatie van vrachtwagens geoptimaliseerd, met een uitrit langs Vogelzang om het vrachtverkeer te scheiden van bezoekersverkeer, ook doormiddel van nabij de uitrit voor vrachtwagens materialisatie te plaatsen zodat vrachtwagens hun bocht in Vogelzang niet zullen afsnijden richting kruispunt Vogelzang/Antwerpseweg-N19. Deze geniet echter niet de voorkeur van dienst mobiliteit, maar om het dossier niet te hypotheceren rekening houdend met het advies vanhet Agentschap Wegen en Verkeer om in -en uitrit te voorzien langs Antwerpseweg N19, kiest dienst mobiliteit ervoor om de beslissing van de uitrit voor vrachtwagens te leggen bij het college van burgemeester en schepenen. Ook de afmetingen van de parkeerplaatsen worden gewaardborgd met een minimale lengte van 5 meter.

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

 

 

 

 

 

 

Op 17 december 2024 werd het advies ontvangen van Team Grijs (riolering) van stad Geel

 

1         Advies riolering

Er werd advies gevraagd bij Aquafin voor dit dossier. De voorwaarden opgenomen in dit advies dienen integraal gevolgd te worden. Dit advies is gunstig onder voorwaarden.

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

Er is een bestaande aansluiting DWA aanwezig. De ligging hiervan is echter niet gekend bij de stad.

Men dient deze bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken. Indien nodig, zal de stad  een huisaansluitputje plaatsen op private eigendom op +-50cm uit de rooilijn.

Bijkomen moet er een nieuwe RWA aansluiting gemaakt worden welke aansluit op de bestaande RWA riolering langs Vogelzang.  Na het verlenen van de vergunning, zal er een aansluiting met plaatsing van de huisaansluitputjes RWA en DWA worden gerealiseerd door stad Geel.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm). De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op de huisaansluitputjes RWA en DWA. Hierbij dient men rekening te houden met zowel de ligging als de diepte van de -te realiseren- huisaansluitingen.

 

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten het gebouw. Het fecaal water gaat naar een septische put met inhoud van 5.000L. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

 

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

 

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 40.000L. Op de put worden de dakafvoeren aangesloten van het nieuw te bouwen gedeelte en voorzijde bestaande gedeelte. De achterzijde van bestaande gedeelte gaat rechtstreeks naar de infiltratievoorziening.  Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine, buitenkraan, dienstkraan, … Dit werd vooraf besproken en goed bevonden.

 

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een volume van 91.150L en een oppervlakte van 287m².  Uit het advies van Aquafin blijkt dat dit niet voldoende is en aangepast moet worden.

Waterdofffforlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare RWA riolering langs Vogelzang . Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

2         Advies toegangen

Bestaande toestand

Het perceel is gelegen in de hoek tussen Antwerpseweg en Vogelzang. Er is een inrit langs Antwerpseweg en een inrit langs Vogelzang.

 

Nieuwe toestand

In de nieuwe toestand wordt enkel een uitrit langs Vogelzang voorzien en blijft de toegang langs Antwerpseweg behouden volgens bestaande toestand.

 

Advies

Er werd advies gevraagd bij wegbeheerder AWV voor dit dossier. De regelgeving van AWV rond toegangen is dan ook te volgen en voorwaarden opgenomen in dit advies dienen integraal gevolgd te worden.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door de gemeentelijke omgevingsambtenaar

Wegenis

Het perceel is gelegen langs een gewestweg en een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 3, Sectie L, nrs.95D, 95E is gelegen langs en stroomt af naar de Puntloop, een onbevaarbare waterloop van 2de categorie die beheerd wordt door provincie Antwerpen – Grote Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten deels overstromingsgevoelig.

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

Uit de meest recente modellen blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar

ter hoogte van het perceel in kwestie een waterpeil van 21,75 mTAW optreedt. Ergere

overstromingen zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er

zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast (meer) zal voordoen.

Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw

voldoende hoog gekozen worden. Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 22,05 mTAW,

conform de aangeleverde plannen.

 

Tevens worden de mogelijk schadelijke effecten opgevangen door voldoende infiltratiemogelijkheden en hemelwaterputten op het eigen terrein te voorzien.

 

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag te screenen.

Er werd een uitgebreide m.e.r. – screeningsnota bij de aanvraag gevoegd.

De beoordeling dat er geen merkelijke effecten op de omgeving zullen zijn, wordt gevolgd.

 

Natuurtoets

De exploitatie ligt op ca. 2800 m van het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor.

De aanvrager voegt bij de aanvraag een berekening van de stikstofimpact van de werffase en de exploitatiefase toe. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de drempelscore van 1% niet wordt overschreden. Bijgevolg is een passende beoordeling niet nodig.

Er zijn geen stationaire stikstofbronnen aanwezig op de exploitatie.

Gelet op de aard en de ligging van de exploitatie en op basis van de beschikbare gegevens in de omgevingsvergunningsaanvraag lijkt het aanneembaar te stellen dat de exploitatie geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebied zal veroorzaken, noch dat de exploitatie een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van Habitatrichtlijngebieden zal veroorzaken, op voorwaarde dat de exploitant zich houdt aan de voorwaarden opgelegd in de relevante wetgeving en voor zover de exploitant zich gedraagt naar de code van goede natuurpraktijk.

Milieuaspecten

Afvalwater

Het afvalwater afkomstig van de exploitatie bestaat uit huishoudelijk afvalwater afkomstig van het sanitair en bedrijfsafvalwater afkomstig van de carwash, het potentieel verontreigigd hemelwater dat valt op de tankpiste (90m³) en het afvalwater afkomstig van de handwasbak in de garagewerkplaats.

De exploitaite ligt in centraal gebied volgens de zoneringsplannen van VMM.

De hoeveelheid huishoudelijk afvalwater overschrijdt de grens van 600m³/ jaar niet waardoor deze niet is ingedeeld. De lozing van het zwart water gebeurt via een septische put.

 

Het bedrijfsafvalwater is afkomstig van de carwash. Het verbruik van de carwash bij het wassen van 4 voertuigen wordt geschat op 0,56 m³/u. 

Daarnaast is er ook een tankpiste voorzien van 61m³ in open lucht. De tankplaats is voorzien van twee kolkputten waarvan het water terechtkomt in een KWS-afscheider en vervolgens wordt geloosd op DWA. De opslag van de autowrakken gebeurd ook op deze pista. Het water dat valt op deze piste is potentieel verontreinigd. Het berekend debiet is hier 1,422 m³/u.

 

Bodem

De exploitant voorziet een piste voor de opslag van voertuigwrakken achteraan het omheinde deel van het perceel. Er is een poort voorzien met een video-call systeem waardoor takeldienst toegang kunnen krijgen buiten de openingsuren. Op die manier kunnen voertuigwrakken ten alle tijden worden gestald op de daarvoor voorziene plaats. 

Alle gevaarlijke vloeistoffen zullen voorzien zijn van een lekbak. De opslagtanks voor smeerolie en afvalolie (reeds bestaande enkelwandige tanks) zijn ingekuipt. De diesel en benzinetank zijn nieuwe tanks en zullen voldoen aan de Vlarem II voorwaarden (dubbelwandig, lekdetectie,..).

Het tanken van voertuigen gebeurt op een vloeistofdichte piste met een afvoer naar een KWS-afscheider. Het stallen van geaccidenteerde voertuigen gebeurt eveneens op de vloeistofdichte piste met afvoer naar een KWS-afscheider. Gezien het dubbele gebruik van de vloeistofdichte piste is het aan te bevelen dat de exploitant een procedure opstelt om te verzekeren dat beide activiteiten enkel op de daarvoor voorziene plaats worden uitgevoerd.

 

De exploitatie heeft reeds een vergunning gehad voor verschillende rubrieken met vlarebo-code A. Als gevolg moet de exploitant elke 20 jaar en bij sluiting of overdracht een bodemonderzoek uitvoeren. Het laatste oriënterend bodemonderzoek dateert volgens de informatie in de databank van OVAM van 2011.

 

Geluid

Er zullen warmtepompen geplaatst worden voor comfortkoeling van de gebouwen. De toestellen worden op het dak geplaatst en hebben een geluidsdruk van 55 dB(A). De berekende geluidsimmissie op de perceelgrens is 37dB(A). Rekening houdend met de plaats van de installaties op het dak waardoor het geluid niet gericht is op de perceelgrenzen maar naar boven uitstraalt, de ligging langst een drukke baan en de ligging in industriegebied, kan worden aangenomen dat de impact op het omgevingsgeluid tot een aanvaardbaar niveau wordt beperkt.

 

Lucht

De warmtepompen die worden geplaatst hebben een geïnstalleerd vermogen van 45 kW. Verder zijn ze uitgerust met het koelmiddel R290 dat een GWP-waarde heeft van 3. Het is geen F-gas. De bepalingen opgenomen in artikel 5.16.3.3.§3 van VLAREM II zijn van toepassing. De installaties moet bijgevolg binnen een termijn van 12 maanden na indienststelling worden gekeurd en geoptimaliseerd door een erkende airco-energiedeskundige als vermeld in artikel 6, 1°, f), van het VLAREL, conform de bepalingen opgenomen in voornoemde artikel. Vervolgen moeten de installaties elke 5 jaar worden gekeurd.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

 

Functionele inpasbaarheid

Het verbouwen van een bedrijfsgebouw en het bouwen van een hoogspanningscabine stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een impact op het ruimtegebruik van het perceel.  Er komt immers een beperkte uitbreiding van de verharding. Het huidige bedrijf maakt op dit moment meer dan maximaal gebruik van de beschikbare ruimte en verhardingen.

Wagens worden nu overal gestald. Na de verbouwing wordt de stallingsruimte vooral

duidelijker, efficiënter en duurzamer ingericht.

Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project, die veelal bestaat uit grote handelszaken, autogarages en tankstations. 

Visueel-vormelijke aspecten.

De aanvraag heeft een impact op de visueel-vormelijke uitstraling van de percelen in het straatbeeld. Er gebeuren immers ook aanpassingen aan de voorgevel. Die aanpassingen passen echter in het straatbeeld dat gekenmerkt wordt door handelszaken en kmo’s.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

Mobiliteit

De nieuwe terreininrichting maakt laden en lossen achteraan het terrein mogelijk. Een brede

verharde zone met keerplaats zorgt ervoor dat de wagens direct op de juiste plaats worden

gelost.

Een duidelijke scheiding tussen bezoekersparkeren en parkeerplaatsen voor het bedrijf

verbetert de toegankelijkheid en de werking van het bedrijf.

Er zijn reeds een aantal oplaadpunten voor wagens aanwezig, deze worden behouden en geherpositioneerd.

Een overdekte fietsenstalling met oplaadpunten stimuleert het gebruik van de fiets als

vervoersmiddel.

De bestaande inrit aan de Antwerpseweg wordt behouden en er wordt een nieuwe uitrit voorzien langs Vogelzang.

 

Een eventuele (tijdelijke) toename van transporten, bezoekers, extra personeel wordt door de

betere inrichting op eigen terrein opgevangen. Schommelingen in transportbewegingen zijn op

dit moment vooral een gevolg van evoluties in de automobielsector. Deze verbouwing is nodig

om dit op te kunnen vangen.

Aantal parkeerplaatsen binnen:

- 37 bedrijfsmatige parkeerplaatsen (i.f.v. verkoop)

Aantal parkeerplaatsen buiten:

- 27 bezoekersparkeerplaatsen (incl. 2 aangepaste plaatsen)

- 123 bedrijfsmatige parkeerplaatsen (incl. 4 ongevalplaatsen)

- 12 fietsparkeerplaatsen - overdekt (eenvoudig uitbreidbaar)

Bodemreliëf

De aanvraag heeft een impact op het bodemreliëf. Deze impact is echter beperkt door de beperkte uitbreiding van de verharding die volledig in overeenstemming is met de gewestelijke hemelwaterverordening 2023.

 

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving en heeft geen impact op de  gezondheidsaspecten in de omgeving.

 

Groenaanleg

Voor de aanleg van de parkeerplaatsen worden achteraan tegen de perceelsgrenzen (links en

rechts) volgende bomen gerooid:

- Aan de rechterzijde van het perceel (zijde Lidl): 5 Elzen waarvan 1 omtrek groter dan 1m

en 3 Hazelaarstruiken.

- Aan de linkerzijde (woning+garage): 9 Elzen, 2 Sparren en 2 Hazelaarstruiken. Allen met

omtrek kleiner dan 1m. Hiervan zijn er 9 Elzen/Sparren volledig overwoekerd door

wingerd/klimop.

Ter compensatie wordt de groenzone achteraan de percelen versterkt:

- De bestaande bomen-en-struiken zone achteraan (achter de 100m lijn vanaf de bestaande

rooilijn) wordt behouden. Dode bomen en gaten groter dan 2m worden opnieuw ingevuld.

Soorten zoals voorzien in de 2de zone.

- Een 2de bomen-en-struikenzone wordt voorzien naast de nieuwe verharding rekening

houdend met de manoeuvreerruimte voor vrachtwagens. Hierbij worden volgende bomen

aangeplant:

4 x zwarte els (vrije uitgroei)

2 x boskers (vrije uitgroei)

2 x boswilg

2 x meidoorn (tweestijlig).

Een doorgang van 3m wordt voorzien ifv onderhoud.

- Het omliggende grasland wordt ingezaaid met:

achillea ptarmica (wilde bertram)

angelica sylvestris (gewone engelwortel)

barbarea vulgaris (barbarakruid)

cardamine pratensis (pinksterbloem)

filipendula ulmaria (moerasspirea)

hypericum maculatum obtusiusculum (gevlekt hertshooi)

hypericum tetrapterum (gevleugeld hertshooi)

lotus pendunculatus (moerasrolklaver)

lysimachia vulgaris (grote wederik)

lythrum salicaria (kattestaart)

prunella vulgaris (brunel)

ranunculus acris (scherpe boterbloem)

rhinanthus angustifolius (grote ratelaar)

silene flos-cuculi (echte koekoeksbloem)

thalictrum flavum (poelruit)

valeriana officinalis (valeriaan)

 

Het infiltratiebekken wordt met grassen aangeplant.

Rond de hoogspanningscabine wordt een beukenhaag aangeplant.

 

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 13 oktober 2024 tot en met 11 november 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 2 bezwaarschriften ontvangen.

Inhoud bezwaarschriften

  • De parking moet herbekenen worden zodat er een groenzone kan behouden blijven tussen de woonzone en de industrie.
  • Er moet rekenening gehouden worden met de mogelijkheid van het lossen van vrachtwagens op eigen terrein (dit is nu niet mogelijk)
  •  De afwatering moet herbekenen worden. Het inflitratiebekken verplaatsen en niveau parking verlagen.
  • Geen hoogspanningscabine boven de bestaande gracht.

 

Evaluatie bezwaarschriften

  • De parking moet herbekenen worden zodat er een groenzone kan behouden blijven tussen de woonzone en de industrie.

Evaluatie:

In de zone tussen de parking en de woonzone dienen ook grotere planten te worden voorzien als bufferzone t.o.v. de woonzone. Hiervoor kunnen waterminnende planten en/of bomen gebruikt worden die in de wadi kunnen voorzien worden.

  • Er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid van het lossen van vrachtwagens op eigen terrein (dit is nu niet mogelijk)

Evaluatie:

Net door de herlocatie van de parkeerplaatsen in deze aanvraag, is er nu voldoende ruimte om te laden en lossen op het eigen terrein.

  •  De afwatering moet herbekenen worden. Het inflitratiebekken verplaatsen en niveau parking verlagen.

Evaluatie:

De waterhuishouding voldoet aan de hemelwaterverordening 2023. De wadi is voldoende groot voorzien om wateroverlast naar de aanpalende percelen op te vangen.

  • Geen hoogspanningscabine boven de bestaande gracht.

Evaluatie:

De hoogspanningscabine wordt zodanig ingeplant dat het infiltratiebekken met een overloop naar de RWA ten alle tijden kan onderhouden worden en zijn waterinfiltrerend karakter kan behouden.

 

Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van  van 22 januari 2025 tot en met 20 februari 2025. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 2 bezwaarschriften ontvangen.

Inhoud bezwaarschriften

  • De parking moet herbekenen worden zodat er een groenzone kan behouden blijven tussen de woonzone en de industrie.
  • Er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid van het lossen van vrachtwagens op
  •  De afwatering moet herbekenen worden. Het inflitratiebekken verplaatsen en niveau parking verlagen.
  • Geen hoogspanningscabine boven de bestaande gracht.

 

Evaluatie bezwaarschriften

• De parking moet herbekenen worden zodat er een groenzone kan behouden blijven tussen de woonzone en de industrie.

Evaluatie:

In de zone tussen de parking en de woonzone dienen ook grotere planten te worden voorzien als bufferzone t.o.v. de woonzone. Hiervoor kunnen waterminnende planten en/of bomen gebruikt worden die in de wadi kunnen voorzien worden.

• Er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid van het lossen van vrachtwagens op eigen terrein (dit is nu niet mogelijk)

Evaluatie:

Net door de herlocatie van de parkeerplaatsen in deze aanvraag, is er nu voldoende ruimte om te laden en lossen op het eigen terrein.

  De afwatering moet herbekenen worden. Het inflitratiebekken verplaatsen en niveau parking verlagen.

Evaluatie:

De waterhuishouding voldoet aan de hemelwaterverordening 2023. De wadi is voldoende groot voorzien om wateroverlast naar de aanpalende percelen op te vangen.

• Geen hoogspanningscabine boven de bestaande gracht.

Evaluatie:

De hoogspanningscabine wordt zodanig ingeplant dat het infiltratiebekken met een overloop naar de RWA ten alle tijden kan onderhouden worden en zijn waterinfiltrerend  karakter kan behouden.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 6 maart 2025, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 4 maart 2025, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van indoor.astrid@ibz.fgov.be, afgeleverd op 22 oktober 2024, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 15 oktober 2024, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 16 december 2024, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 22 november 2024 is ongunstig.
  • Het advies van AQUAFIN, afgeleverd op 21 november 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 20 november 2024 is ongunstig.
    In het advies wordt verwezen naar volgende tekst in het PRUP Antwerpseweg:

“Al de groenvoorzieningen (groenbuffer, laanbeplanting, groen voortuinzone, etc.) binnen het bedrijventerrein worden gerealiseerd in streekeigen en standplaatsgeschikte soorten. Bij de keuze van plantmateriaal kan ook rekening gehouden worden met natuurelementen uit de omgeving.”

Beoordeling door de omgevingsambtenaar:

Deze tekst legt enkel voorwaarden op voor groenvoorzieningen binnen het PRUP, maar, houdt geen beperking in voor aanplantingen buiten het PRUP.

Het achterliggende agrarisch gebied, dat van dezelfde eigenaar is, is reeds ‘aangetast’ door een bomenrij die dienst doet als bufferzone en een boom in het midden van het perceel. Een praktisch landbouwgebruik wordt hierdoor al beperkt.

De compensatie-aanplantingen gebeuren als volgt:

- De bestaande bomen-en-struiken zone achteraan (achter de 100mm lijn vanaf de bestaande rooilijn) wordt behouden. Dode bomen en gaten groter dan 2m worden opnieuw ingevuld. 

- Een 2de bomen-en-struikenzone wordt voorzien naast de nieuwe verharding rekening houdend met de manoeuvreerruimte voor vrachtwagens.

Deze aanplantingen zullen het landbouwgebruik van het achterliggende perceel niet verder beknotten. Tevens is door de bestaande bomenrij het gebied al moeilijk of niet meer bereikbaar voor landbouwvoertuigen.

Een kwaliteitsvolle compensatie voor de te vellen bomen kan dus veel meer bijdragen aan de natuurlijke omgeving dan een landbouwgebruik wat in de praktijk momenteel zo goed als onmogelijk is.

Het aanplanten van de bomen impliceert ook niet dat het agrarisch gebruik van het stukje perceel voor altijd verloren zou zijn voor agrarische activiteiten.

 

  • Het advies van Team Grijs van stad Geel (mobiliteit), afgeleverd op 28 februari 2025, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Team Grijs (riolering), afgeleverd op 17 december 2024, is voorwaardelijk gunstig.

 

 

Conclusie

 

De omgevingsambtenaar verleent voorwaardelijk gunstig advies.

 

Volgende voorwaarden zijn van toepassing op de aanvraag:

 

Betreffende de stedenbouwkundige handelingen:

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Astrid dd. 22/10/2024 met kenmerk 2024100012:

Gezien het gebouw binnen meerdere criteria valt, heeft de commissie beslist dat er in het volledige gebouw ASTRID indoordekking dient aanwezig te zijn.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius dd. 22/11/2024.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Brandweerzone Kempen dd. 12/10/2024 met kenmerk BWDP/2019-0450/003/01/GKE.

Aan de linkerperceelsgrens dient buiten de grassen ook hogere begroeiing te worden voorzien als afbakening tussen het industrie- en woongebied. Op deze manier dient een groene visuele grens te worden voorzien langs de linkerperceelsgrens, die ook in de winter zijn functie behoudt. Hiervoor dienen dan ook de meest geschikte gewassen te worden aangeplant.

De wadi en het infiltratiebekken dienen ten alle tijden goed onderhouden te worden zodat ze zorgen voor een optimale opvang van het hemelwater op het eigen terrein. Indien dit niet voldoende zou zijn om waterafvoer naar het linksaanpalende perceel te voorkomen, dienen bijkomende maatregelen te worden genomen (bv. grotere wadi, diepere gracht of een keermuur).

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 06/03/2025 met kenmerk AV/114/2024/00796/B:

Er wordt een inrit voorzien langs de N19 Antwerpseweg, en de uitrit wordt voorzien langs de

gemeenteweg Vogelzang.

Dit advies wordt gebaseerd op het nieuwe inplantingsplan BA_0_I_N_01_INPLANTING, dat werd

aangepast na overleg met AWV.

Het Agentschap Wegen en Verkeer legt de volgende voorwaarden op omtrent de constructies die

binnen de reservatiestrook gelegen zijn:

Deze constructies (o.a. verhardingen voor het gebouw en waterdoorlatende grastegels i.f.v.

parkeren aan de zijkant van het perceel binnen de reservatiestrook) worden tijdelijk vergund tot

het moment dat AWV op eenvoudig verzoek om de kosteloze verwijdering vraagt in het kader van

de heraanleg van de gewestweg (o.a. realisatie van de geplande ventwegen)

Deze constructies (o.a. verharding, parkings) kunnen geen onderdelen uitmaken van de

omgevingsvergunning die noodzakelijk zijn voor de vergunbaarheid van het project zodat zij op elk

moment verwijderbaar zijn.

Er kunnen geen reclameconstructies toegestaan worden binnen de reservatiestrook.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Dienst Integraal Waterbeleid dd. 04/03/2025 met kenmerk WAAD-2025-0171.

Tijdens de uitvoering van de werken moet de locatie van de infiltratiezone gevrijwaard

worden van zware belasting om bodemverdichting te vermijden. Zo kan de

infiltratiecapaciteit maximaal behouden blijven.

Het bekken moet worden voorzien van een vertraagde doorvoer met een debiet van 1.36

l/s (5 l/s/ha aangesloten verharding). Dit kan niet worden gerealiseerd met een

knijpleiding met opening 110 mm maar wel met een hydroslide. Het bekken dient te

worden voorzien van een hydroslide met een debiet van maximaal 1.36 l/s.

1         Voorwaarden riolering

Riolering algemeen

  • De voorwaarden opgelegd in het advies van Aquafin zijn te volgen.
  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • Men dient de bestaande DWA aansluiting op te zoeken en te hergebruiken. Indien hierop geen huisaansluitputjes zitten, dient men deze zelf te plaatsen volgens volgende richtlijnen:
    • Te plaatsen op privé nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
    • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
    • Kleur en afmeting:
      • RWA: grijs met diameter 250mm
      • DWA: roodbruin met diameter 315mm. 
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuw te plaatsen huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de bestaande / te realiseren aansluiting.
  • Putten en infiltratievoorzieningen moeten achter de bouwlijn geplaatst worden.
  •  

 

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige nieuwbouwdak en voorzijde van het bestaande dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, ev. wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • De regenwaterafvoeren van de achterzijde van het bestaande gebouw mogen rechtstreekts op de infiltratievoorziening worden aangesloten.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

2         Voorwaarden toegangen

  • De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van AWV zijn te voldoen

3         Voorwaarden rooilijn

  • De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van AWV zijn te voldoen
  • Er dient reeds te worden nagedacht over de interne verkeersafwikkeling zodra de ventwegen gerealiseerd zijn

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur en AWV.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

Betreffende de ingedeelde inrichtingen en activiteiten:

 

Algemene milieuvoorwaarden van VLAREM II
 

Hoofdstuk

Omschrijving

4.1.

Algemene voorschriften

4.2.

Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging

4.3.

Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging

4.4.

Beheersing van luchtverontreiniging

4.5.

Beheersing van geluidshinder

4.6.

Beheersing van hinder door licht

4.7.

Beheersing van asbest

 

Sectorale milieuvoorwaarden van VLAREM II:
 

Hoofdstuk

Omschrijving

5.3

Het lozen van afvalwater en koelwater

5.6

Brandstoffen en brandbare vloeistoffen

5.15

Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen

5.16

Behandelen van gassen

5.17

Opslag van gevaarlijke stoffen

5.29

Metalen

 

 

Bijzondere milieuvoorwaarden:

 

  • Gezien het dubbele gebruik van de vloeistofdichte piste moet de exploitant een procedure opstellen om te verzekeren dat beide activiteiten enkel op de daarvoor voorziene plaats worden uitgevoerd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning onder voorwaarden af te leveren aan de aanvrager. 


Volgende rubrieken en hoeveelheden zijn hiermee vergund voor een termijn van onbepaalde duur: 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.1°a)

Het lozen van accidenteel verontreinigd hemelwater en afvalwater afkomstig van het wassen van voertuigen op de wasplaats  

2 m³/uur

3

6.4.1°

Opslag van afvalolie in een tank van 2500 L en in vijf vaten van 200 L. Opslag van smeerolie in twee tanks van elk 1500 L, zeven vaten van 200 L en drie vaten van 60 L.  

8080 liter

3

6.5.1°

2 verdeelslangen voor het vullen van voertuigen  

2 verdeelslangen

3

15.1.1°

Het stallen van zes voertuigen (bestelwagens, aanhangwagens, vrachtwagen)  

6 voertuigen

3

15.2.

Onderhoudswerkplaats met 8 hefbruggen (gelegen in industriegebied)  

8 hefbruggen

3

15.4.1°

Een roll-over wasplaats voor het wassen van maximaal 12 wagens per dag.  

1 Wasplaats

3

15.6.1°

Het stallen van maximaal 25 ton geaccidenteerde voertuigen (met nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken).  

25 ton

3

16.3.2°a)

Exploitatie van een luchtcompressor van 7,5 kW en warmtepompen van gezamenlijk 38 kW  

45,5 kW

3

17.3.2.1.1.1°b)

Opslag van diesel in een 6000 L tank (6000 L x 0.833 kg/L = 4998 kg)  

5 ton

3

17.3.2.1.2.1°

Opslag van twee 200 L vaten ruitensproeivloeistof (2 x 200 kg)  

0,4 ton

3

17.3.2.2.1°

Een benzinetank van 2700 L (1.944 kg)  

1944 kg

3

17.3.7.1°a)

Opslag van zes 200 L vaten antivries vloeistof (6 x 200 kg)  

1,2 ton

3

17.4.

Opslag van gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen zoals verven, thinners, remreiniger, onderhoudsmiddelen,...  

1000 liter

3

29.5.2.1°a)

Metaalbewerkingsmachines  

10 kW

3




Artikel 3

Volgende voorwaarden moet strikt worden nageleefd door de exploitant / aanvrager: 

Stedenbouwkundige voorwaarden:

  • Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Astrid dd. 22/10/2024 met kenmerk 2024100012:
  • Gezien het gebouw binnen meerdere criteria valt, heeft de commissie beslist dat er in het volledige gebouw ASTRID indoordekking dient aanwezig te zijn.
  • Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius dd. 22/11/2024.
  • Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Brandweerzone Kempen dd. 12/10/2024 met kenmerk BWDP/2019-0450/003/01/GKE.
  • Aan de linkerperceelsgrens dient buiten de grassen ook hogere begroeiing te worden voorzien als afbakening tussen het industrie- en woongebied. Op deze manier dient een groene visuele grens te worden voorzien langs de linkerperceelsgrens, die ook in de winter zijn functie behoudt. Hiervoor dienen dan ook de meest geschikte gewassen te worden aangeplant.
  • De wadi en het infiltratiebekken dienen ten alle tijden goed onderhouden te worden zodat ze zorgen voor een optimale opvang van het hemelwater op het eigen terrein. Indien dit niet voldoende zou zijn om waterafvoer naar het linksaanpalende perceel te voorkomen, dienen bijkomende maatregelen te worden genomen (bv. grotere wadi, diepere gracht of een keermuur).
  • Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 06/03/2025 met kenmerk AV/114/2024/00796/B:
  • Er wordt een inrit voorzien langs de N19 Antwerpseweg, en de uitrit wordt voorzien langs de
  • gemeenteweg Vogelzang.
  • Dit advies wordt gebaseerd op het nieuwe inplantingsplan BA_0_I_N_01_INPLANTING, dat werd aangepast na overleg met AWV.
  • Het Agentschap Wegen en Verkeer legt de volgende voorwaarden op omtrent de constructies die binnen de reservatiestrook gelegen zijn:
  • Deze constructies (o.a. verhardingen voor het gebouw en waterdoorlatende grastegels i.f.v. parkeren aan de zijkant van het perceel binnen de reservatiestrook) worden tijdelijk vergund tot het moment dat AWV op eenvoudig verzoek om de kosteloze verwijdering vraagt in het kader van de heraanleg van de gewestweg (o.a. realisatie van de geplande ventwegen)
  • Deze constructies (o.a. verharding, parkings) kunnen geen onderdelen uitmaken van de omgevingsvergunning die noodzakelijk zijn voor de vergunbaarheid van het project zodat zij op elk moment verwijderbaar zijn.
  • Er kunnen geen reclameconstructies toegestaan worden binnen de reservatiestrook.
  • Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Dienst Integraal Waterbeleid dd. 04/03/2025 met kenmerk WAAD-2025-0171.
  • Tijdens de uitvoering van de werken moet de locatie van de infiltratiezone gevrijwaard worden van zware belasting om bodemverdichting te vermijden. Zo kan de infiltratiecapaciteit maximaal behouden blijven.
  • Het bekken moet worden voorzien van een vertraagde doorvoer met een debiet van 1.36 l/s (5 l/s/ha aangesloten verharding). Dit kan niet worden gerealiseerd met een knijpleiding met opening 110 mm maar wel met een hydroslide. Het bekken dient te worden voorzien van een hydroslide met een debiet van maximaal 1.36 l/s.

Riolering algemeen

  • De voorwaarden opgelegd in het advies van Aquafin zijn te volgen.
  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • Men dient de bestaande DWA aansluiting op te zoeken en te hergebruiken. Indien hierop geen huisaansluitputjes zitten, dient men deze zelf te plaatsen volgens volgende richtlijnen:
    • Te plaatsen op privé nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
    • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
    • Kleur en afmeting:
      • RWA: grijs met diameter 250mm
      • DWA: roodbruin met diameter 315mm. 
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuw te plaatsen huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de bestaande / te realiseren aansluiting.
  • Putten en infiltratievoorzieningen moeten achter de bouwlijn geplaatst worden.

 

 

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige nieuwbouwdak en voorzijde van het bestaande dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, ev. wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • De regenwaterafvoeren van de achterzijde van het bestaande gebouw mogen rechtstreekts op de infiltratievoorziening worden aangesloten.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen: Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

Voorwaarden toegangen:

  • De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van AWV zijn te voldoen

Voorwaarden rooilijn:

  • De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van AWV zijn te voldoen
  • Er dient reeds te worden nagedacht over de interne verkeersafwikkeling zodra de ventwegen gerealiseerd zijn

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur en AWV.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Voorwaarden ingedeelde inrichtingen en activiteiten

Algemene milieuvoorwaarden van VLAREM II
 

Hoofdstuk

Omschrijving

4.1.

Algemene voorschriften

4.2.

Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging

4.3.

Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging

4.4.

Beheersing van luchtverontreiniging

4.5.

Beheersing van geluidshinder

4.6.

Beheersing van hinder door licht

4.7.

Beheersing van asbest

 

Sectorale milieuvoorwaarden van VLAREM II:
 

Hoofdstuk

Omschrijving

5.3

Het lozen van afvalwater en koelwater

5.6

Brandstoffen en brandbare vloeistoffen

5.15

Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen

5.16

Behandelen van gassen

5.17

Opslag van gevaarlijke stoffen

5.29

Metalen

 

 

Bijzondere milieuvoorwaarden:

  •  Gezien het dubbele gebruik van de vloeistofdichte piste moet de exploitant een procedure opstellen om te verzekeren dat beide activiteiten enkel op de daarvoor voorziene plaats worden uitgevoerd.