Terug
Gepubliceerd op 18/03/2025

2025_CBS_00875 - Omgevingsvergunning - het herbouwen van een vrijstaande eengezinswoning en het rooien van bomen langs Badstraat 17 (202400549NV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/03/2025 - 12:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Tom Corstjens; Luc Van Laer; Kris Vangeel; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne-Laure Maes

Afwezig

Marlon Pareijn; Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur
2025_CBS_00875 - Omgevingsvergunning - het herbouwen van een vrijstaande eengezinswoning en het rooien van bomen langs Badstraat 17 (202400549NV) - Vergunning 2025_CBS_00875 - Omgevingsvergunning - het herbouwen van een vrijstaande eengezinswoning en het rooien van bomen langs Badstraat 17 (202400549NV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 23/3/2025

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024127481

Dossiernummer gemeente: 202400549

 

De gemeente Geel heeft op 9 december 2024 een aanvraag ontvangen voor het herbouwen van een vrijstaande eengezinswoning en het rooien van bomen. De aanvraag werd op 22 januari 2025 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Diala Cheiab wonende De Bocht 12 te 2440 Geel en de heer Kristof Spruyt met als contactadres De Bocht 12 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Badstraat 17

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie F nr. 453R6

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Het bouwterrein maakt als lot Lot 2 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 09/09/2024 met kenmerk gemeente V_202400016. Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag onderzoek op verzoek

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling V_202400016.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 5 juli 2013.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning V_202400016/OMV_2024071011 voor het verkavelen in 2 loten voor een vrijstaande eengezinswoning goedgekeurd op 09/09/2024.
  • Stedenbouwkundige vergunning (02782) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 11/02/1963.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag omvat het slopen van de bestaande bebouwing, het rooien van de aanwezige bomen en het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning.

De aanwezige bomen worden aangevraagd om te rooien. Het betreft naaldbomen die zich in slechte staat zouden bevinden.

De toegang tot het perceel wordt voorzien aan de linkerzijde van de woning.

Vanop deze oprit wordt de toegang tot de woning voorzien en een parkeerplaats.

Deze verharding wordt uitgevoerd met waterdoorlatende klinkers. De hellende inrit wordt aangesloten via een acodrain op de wadi.

De woning wordt ingeplant op 6m uit de rooilijn en 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen. De woning bestaat uit 2 bovengrondse bouwlagen met hellend dak.

De hoogte van de hoogste kroonlijst bedraagt 5,80m en een hellend dak van 40°. 

De woning heeft een totale breedte van 11,05m en een diepte van 9,05m. 

De woning is voorzien van een inkom met toilet, een leefruimte, keuken, bureau en een berging op het gelijkvloers met een groot terras tegen de achtergevel. Deze verharding wordt uitgevoerd met waterdoorlatende klinkers. Dit terras sluit aan op het tuingedeelte, in overeenstemming met het bestaande maaiveld.

Op de verdieping zijn 3 slaapkamers, dressing, sanitaire cel met toilet en een ruime badkamer met toilet voorzien.

Onder het hellend dak is er een zolderruimte en technische ruimte waar het ventilatiesysteem staat.

De zolder is toegankelijk via een vaste trap vanuit de nachthal op de verdieping.

Volgens de aanvraag wordt het natuurlijk maaiveld van het terrein zoveel als mogelijk behouden.

Aan de rechter- en linker perceelsgrens sluit men aan op het bestaande maaiveld.

Behalve aan de inrit, daar wordt een betonnen boorsteen geplaatst om het niveauverschil met de linkerbuur op te vangen.

De woning wordt op +0.50 (afgewerkte vloer) ingeplant. Dit om aan de voorwaarde van de verkaveling te voldoen, waarin DIW stelt dat het overstromingsveilig bouwpeil 22.10 mTAW bedraagt. (22.10 mTAW = 0,50 m tov wegas).

Volgens de beschrijvende nota wordt de constructie opgetrokken in volgende duurzame materialen: 

- De buitengevels van de woning worden geïsoleerd en afgewerkt met een rood genuanceerde gevelsteen. 

- Het buitenschrijnwerk is opgebouwd uit PVC-profielen – zwarte kleur, met houten voordeur.

- Het hellend dak wordt geïsoleerd en afgedicht met zwarte pannen. 

- De woning wordt voorzien van een ventilatiesysteem en wordt verwarmd met een warmtepomp.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 12 februari 2025 werd het advies ontvangen van AQUAFIN

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 23 januari 2025 werd het advies ontvangen van Fluvius

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

Advies: geen advies

 

  1. Project-MER

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door de gemeentelijke omgevingsambtenaar

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan. 

 

Het perceel gelegen te Badstraat 17, Afdeling 4, Sectie F, nr. 453r6 stroomt af naar de Helzenloop, een (on)bevaarbare waterloop (van 2de categorie) die beheerd wordt door provincie Antwerpen – Kleine Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.

 

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt. 

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft een beperkt bouwvolume.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in gevelsteenmetselwerk en als dakbedekking worden dakpannen voorzien.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

De voorgestelde bebouwing, de keuze van materialen en de vormgeving harmoniëren met de omliggende bebouwing en doen geen afbreuk op de privacy van de aanpalende buren.

Het ontwerp integreert zich in de omgeving en brengt de goede ordening van het gebied niet in gedrang.

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van AQUAFIN, afgeleverd op 12 februari 2025 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 23 januari 2025 is geen advies.

 

Conclusie 

Er wordt gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:


De woning dient ingeplant op 6 meter uit de rooilijn en verder opgericht zoals aangeduid op het bouwplan.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Het vloerpeil bevindt zich 0,50 m boven de wegas (22,10m TAW = 0,50 m tov as weg)

 

De slopingswerken dienen uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.

 

De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.

 

De voorwaarden vermeld in het advies van Aquafin dienen te worden gevolgd.

 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

 

Alle verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend te zijn. Van de verhardingen afstromend water moet op eigen terrein infiltreren.

 

De toegangen naar het gebouw mogen t.h.v. de rooilijn samen niet breder zijn dan 4,50 m.

 

Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

 

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

 

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

  • hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
  • asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

 

Behandeling van afval

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval. 

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.

 

Betreffende het rooien van de bomen:

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;

In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  standplaatsgeschikte, inheemse en vrij uitgroeiende bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken.  Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat bodem “matig natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont” is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.

  1. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde grootteorde van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.

     

Compensatietabel
 bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
 (> 20m)

1° grootte B
 (12-20m)

2° grootte
 (6-12m)

3° grootte
 (< 6m)

Vellen 

1° grootte A (> 20m)

x1

X2

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap

Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom geen deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn. 

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. 
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  3. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. 
  4. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen;
  5. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;

 

Hieronder enkele aanvullende tips m.b.t. de plantkwaliteit waarop kan gelet worden bij de aankoop van de bomen.

Stam:

  • De boom heeft niet meer dan één stam. 
  • Er zijn geen dubbele toppen of zuigers (= waterlot) aanwezig 
  • De stam is recht en stevig en heeft een normaal verloop (onderaan dikker dan bovenaan);
  • De stam heeft geen beschadigingen, open stamwonden of kneuzingen; 
  • Snoeiwonden zijn maximaal 2 tot 3cm. Er mogen geen verse snoeiwonden voorkomen, alle snoeiwonden moeten met callus (= wondweefsel) omgroeid zijn;

Vertakking:

  • De doorgaande harttak is recht, vormt een normale verlenging van de stam en is voldoende dicht betakt. 
  • De takken in de kroon zitten zo regelmatig mogelijk rond de stam en over de kroon verdeeld. 

Wortelgestel:

  • Het wortelgestel is voldoende vertakt, met voldoende aandeel aan fijne haarwortels
  • Het wortelgestel is in goede conditie en mag niet uitgedroogd zijn.

Naakte wortels:

  1. Wortellengte: min. 25cm 

Boom met wortelkluit:

  1. Doorsnede kluit: 60cm./ hoogte kluit: 40cm. 
  2. De kluit zit vast aan de boom: aarde en wortels vormen 1 geheel en de kluit is goed geworteld. 
  3. Kluitlappen zijn bij voorkeur van organisch materiaal (bijv. jute). Als er synthetisch weefsel gebruikt is, moet dit verwijdert worden bij aanplanting. Bij draadkluiten moeten de kluitlappen bestaan uit zuivere jute of een ander volledig verteerbaar materiaal. 

Transport:

  • Uitdroging van de wortel (door wind, zon) tijdens het transport dient voorkomen, door de wortel(kluit) te omwikkelen (met bijv. plastic of natte jute). 
  • Hanteer kluitplanten zoveel mogelijk met de kluit. Vermijd kabels, touwen ed. rond de stam om beschadiging te voorkomen. 
  • Meteen na aankomst dienen de planten ofwel aangeplant, ofwel ‘ingekuild’ (= bedekken van de wortels met aarde) te worden. Indien een boom niet binnen het uur na aankomst kan worden geplant, dient hij te worden ingekuild of in een opslagplaats opgeborgen. 

Plantput:

  • Maak een plantput die ruimer is dan de wortel(kluit) zodat de wortels vrij kunnen wortelen
  • Zorg ervoor dat de grond rond de boom losgewerkt is, zodat de wortels niet op een verdichte laag staat en de boom niet kan wortelen naar behoren. 
  • Houd de bovenste teeltaarde apart van de rest van de grond, zodat je deze kan hergebruiken bij het aanvullen van de plantput. Daarin zitten nl. organismen die de groei van de boom zullen stimuleren.
  • De wortels bij bomen met naakte wortel moeten in de plantput passen zonder dat de wortels ingesnoeid dienen te worden.
  • Bij bomen met kluit dient de plantput minsten dubbel zo groot te zijn als de kluit.
  • De plantput moet net zo diep zijn dat bij het aanplanten van de boom de wortelhals boven het maaiveld zit. 

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De woning dient ingeplant op 6 meter uit de rooilijn en verder opgericht zoals aangeduid op het bouwplan.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Het vloerpeil bevindt zich 0,50 m boven de wegas (22,10m TAW = 0,50 m tov as weg)

 

De slopingswerken dienen uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.

 

De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.

 

De voorwaarden vermeld in het advies van Aquafin dienen te worden gevolgd.

 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

 

Alle verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend te zijn. Van de verhardingen afstromend water moet op eigen terrein infiltreren.

 

De toegangen naar het gebouw mogen t.h.v. de rooilijn samen niet breder zijn dan 4,50 m.

 

Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

 

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

 

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

  • hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
  • asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

 

Behandeling van afval

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval. 

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.

 

Betreffende het rooien van de bomen:

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;

In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  standplaatsgeschikte, inheemse en vrij uitgroeiende bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken.  Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat bodem “matig natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont” is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.

  1. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde grootteorde van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.

     

Compensatietabel
 bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
 (> 20m)

1° grootte B
 (12-20m)

2° grootte
 (6-12m)

3° grootte
 (< 6m)

Vellen 

1° grootte A (> 20m)

x1

X2

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap

Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom geen deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn. 

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. 
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  3. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. 
  4. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen;
  5. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;

 

Hieronder enkele aanvullende tips m.b.t. de plantkwaliteit waarop kan gelet worden bij de aankoop van de bomen.

Stam:

  • De boom heeft niet meer dan één stam. 
  • Er zijn geen dubbele toppen of zuigers (= waterlot) aanwezig 
  • De stam is recht en stevig en heeft een normaal verloop (onderaan dikker dan bovenaan);
  • De stam heeft geen beschadigingen, open stamwonden of kneuzingen; 
  • Snoeiwonden zijn maximaal 2 tot 3cm. Er mogen geen verse snoeiwonden voorkomen, alle snoeiwonden moeten met callus (= wondweefsel) omgroeid zijn;

Vertakking:

  • De doorgaande harttak is recht, vormt een normale verlenging van de stam en is voldoende dicht betakt. 
  • De takken in de kroon zitten zo regelmatig mogelijk rond de stam en over de kroon verdeeld. 

Wortelgestel:

  • Het wortelgestel is voldoende vertakt, met voldoende aandeel aan fijne haarwortels
  • Het wortelgestel is in goede conditie en mag niet uitgedroogd zijn.

Naakte wortels:

  1. Wortellengte: min. 25cm 

Boom met wortelkluit:

  1. Doorsnede kluit: 60cm./ hoogte kluit: 40cm. 
  2. De kluit zit vast aan de boom: aarde en wortels vormen 1 geheel en de kluit is goed geworteld. 
  3. Kluitlappen zijn bij voorkeur van organisch materiaal (bijv. jute). Als er synthetisch weefsel gebruikt is, moet dit verwijdert worden bij aanplanting. Bij draadkluiten moeten de kluitlappen bestaan uit zuivere jute of een ander volledig verteerbaar materiaal. 

Transport:

  • Uitdroging van de wortel (door wind, zon) tijdens het transport dient voorkomen, door de wortel(kluit) te omwikkelen (met bijv. plastic of natte jute). 
  • Hanteer kluitplanten zoveel mogelijk met de kluit. Vermijd kabels, touwen ed. rond de stam om beschadiging te voorkomen. 
  • Meteen na aankomst dienen de planten ofwel aangeplant, ofwel ‘ingekuild’ (= bedekken van de wortels met aarde) te worden. Indien een boom niet binnen het uur na aankomst kan worden geplant, dient hij te worden ingekuild of in een opslagplaats opgeborgen. 

Plantput:

  • Maak een plantput die ruimer is dan de wortel(kluit) zodat de wortels vrij kunnen wortelen
  • Zorg ervoor dat de grond rond de boom losgewerkt is, zodat de wortels niet op een verdichte laag staat en de boom niet kan wortelen naar behoren. 
  • Houd de bovenste teeltaarde apart van de rest van de grond, zodat je deze kan hergebruiken bij het aanvullen van de plantput. Daarin zitten nl. organismen die de groei van de boom zullen stimuleren.
  • De wortels bij bomen met naakte wortel moeten in de plantput passen zonder dat de wortels ingesnoeid dienen te worden.
  • Bij bomen met kluit dient de plantput minsten dubbel zo groot te zijn als de kluit.
  • De plantput moet net zo diep zijn dat bij het aanplanten van de boom de wortelhals boven het maaiveld zit. 

 

Lasten

Niet van toepassing