UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 19/3/2025
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024089431
Dossiernummer gemeente: 202400456Inrichtingsnummer: 20241122-0057
De gemeente Geel heeft op 26 september 2024 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een kantoorgebouw, na het slopen van bestaande constructies. De aanvraag werd op 20 januari 2025 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
CIPAL NV gevestigd Cipalstraat 3 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Gasthuisbos 4
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nrs. 55C en 55R
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut
In dit gebied mogen de werken en handelingen worden uitgevoerd die noodzakelijk zijn voor de instandhouding en gezondmaking van het bestaande gebouwencomplex in functie van de bestemming en gebruik als openbare gemeenschapsvoorziening. Uitbreiding of afbraak, zij het gedeeltelijk, gevolgd door nieuwbouw is niet toegelaten. Bij afbraak van het bestaande gebouwencomplex krijgen de gronden de bestemming van natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat zoals aangegeven in artikel 13, 4.3.2. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen en worden de voorschriften van toepassing die gelden voor deze bestemming.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Genzyme goedgekeurd op 27 september 2012gelegen in Buffer R14
Technologiezone
Voortuin
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het oprichten van een nieuw kantoorgebouw.
De aanvrager wenst hiervoor eerst de conciërgewoning en het bestaande Edison-kantoorgebouw af te breken. Hiervoor is een sloopinventaris toegevoegd aan het dossier.
Het nieuwe kantoorgebouw wordt ingeplant op 12,42 meter van de rooilijn (Gasthuisbos), heeft
4 bouwlagen, wordt opgericht met een plat dak en is 13,99 meter hoog.
Op het dak worden PV-panelen voorzien.
De aanvrager zal enkele bomen rooien. Rondom het nieuwe gebouw zullen nieuwe bomen worden aangeplant.
Ingedeelde inrichtingen en activiteiten
Het gebouw wordt uitgerust met een Beo-veld met een diepte tot 150 m-mv voor koeling en verwarming van de gebouwen. De warmtewisseling gebeurt via een koelinstallatie met een vermogen van 65kW.
Volgende rubriek wordt aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | klasse |
16.3.2.a) | 2 warmtepompen met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 65 kW | 65 kW | 3 |
Het voorwerp van de aanvraag betreft de melding van de exploitatie van 2 bodem/water warmtepompen. De bodem/water warmtepompen hebben elk 1 koeltechnisch circuit met een compressorvermogen van 32,5 kW elk, en een totaal compressorvermogen van 65 kW (elektrisch) en 188 kW (thermisch). De rubriek 16.3.2.a wordt aangevraagd voor een drijfkrachtvermogen van 65 kW.
Niet-ingedeelde inrichtingen:
Er worden boringen gedaan in het kader van thermische energieopslag in boorgaten waarvan de diepte beperkt blijft tot maximaal het dieptecriterium. Dit is een gesloten ondiepe geothermische installatie of een BEO-veld (boorgaten energieopslag). Via een gesloten circuit van fijne buizen gevuld met een water-glycol mengsel, dat door de ondergrond loopt, wordt in de zomer het water koeler door de temperatuur van de ondergrond. Dit gekoelde water zorgt zo voor koeling van het gebouw. In de winter wordt het water in de ondergrond opgewarmd en met een warmtepomp op een hogere temperatuur gebracht voor ruimteverwarming. Er worden 20 boringen tot max. 150 meter diepte gerealiseerd, het dieptecriterium op de locatie. Overtollige warmte die in de zomer niet kan worden benut wordt afgeblazen via een drycooler. Deze installatie is niet ingedeeld en vormt hierdoor geen voorwerp in deze IIOA. Deze worden geplaatst en geëxploiteerd volgens de voorwaarden beschreven in afdeling 6.9.1 en de bijlage 5.53.1 van titel II van het VLAREM.
Daarnaast wordt een fotovoltaïsche installatie op het dak gepland met het oog op de lokale productie van elektriciteit. Ook deze installatie is niet ingedeeld en vormt hierdoor geen voorwerp in deze IIOA.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 11 februari 2025 werd het advies ontvangen van Toegankelijk Vlaanderen (Inter)
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 5 maart 2025 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 12 februari 2025 werd het advies ontvangen van AQUAFIN
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 31 januari 2025 werd het advies ontvangen van Fluvius
Op deze locatie kan er maximum 100 kVA geleverd worden via het bestaande laagspanningsnet. Als het gevraagde vermogen boven de maximumwaarde ligt, dient er een netuitbreiding uitgevoerd worden. Het maximaal vermogen is dan beperkt tot 160 kVA.
Nog grotere vermogens vereisen een eigen middenspanningscabine.
Hierbij wordt een gunstig advies met voorwaarden verleend. Dit advies blijft 1 jaar geldig.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 19 februari 2025 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 28 februari 2025 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Op 1 februari 2025 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel (OD/Mobiliteit)
Advies: ongunstig
Naar aanleiding van dit ongunstig advies werd bijkomende informatie bezorgd door de aanvrager. Hierna werd een 2de advies gevraagd aan dienst Mobiliteit.
Op 28 februari 2025 werd het nieuwe advies ontvangen van Openbaar Domein, team Mobiliteit:
Op basis van de verstrekte informatie door Cipal Schaubroeck NV, wordt een voorwaardelijk positief mobiliteitsadvies verleend voor het nieuwe kantoorgebouw van Cipal Schaubroeck NV.
Autoparkeerplaatsen
De voorziening van 39 parkeerplaatsen voor het nieuwe kantoorgebouw ligt binnen de toegestane parkeernormen. De verdeling van de parkeerplaatsen, inclusief de 3 mindervalidenplaatsen, is correct en in overeenstemming met de voorschriften. De toegankelijkheid van de mindervalidenplaatsen wordt gewaarborgd door een verhard pad in betontegels. Het pad voldoet aan de toegankelijkheidsrichtlijnen (op 11/02/2025 is er een gunstig advies verleend van Toegankelijk Vlaanderen) en wordt aangelegd met een gesloten voeg, waardoor een vlak en stabiel oppervlak ontstaat. Daarnaast voldoen zowel het hellingspercentage als de breedte aan de geldende toegankelijkheidsnormen.
De opgave van het aantal parkeerplaatsen voor het bestaande technologiehuis en het nieuwe kantoorgebouw is verduidelijkt door Cipal, waarbij een correcte verdeling is aangetoond. De mogelijke discrepanties in de mobiliteitsberekeningen zijn door hen beargumenteerd en worden verder opgevolgd. Het bestaande parkeergebouw is namelijk in eigendom van Provincie Antwerpen. De provincie is beheerder en heeft het beheer van de parkeertoren overgelaten aan de POM. Zowel Sanofi als Cipal zijn al 1,5 jaar in gesprek met POM om bijkomende laadpunten te verwezenlijken in de parkeertoren.
De administratieve weg zou bij de POM lang zijn, maar deze heeft bevestigd dat zij bijkomende laadpunten in de toren zullen voorzien. In totaal zijn er momenteel 28 laadpunten reeds beschikbaar. De 115 parkings zijn als volgt samengesteld:
- 60 parkeerplaatsen die Sanofi gratis ter beschikking moet stellen aan Cipal op basis van de notariële akte van 8 oktober 2010 tussen Cipal en Genzyme (huidige Sanofi);
- 55 parkeerplaatsen die in de overeenkomst met betrekking tot de verplichte uittreding van de provincie Antwerpen uit Cipal in ruil voor de verdere exploitatie van het technologiehuis werden toegekend.
- Daarnaast huurt Cipal het 4de niveau van de parkeertoren met 139 parkeerplaatsen. Deze omvatten ook 6 laadpunten. Samen vormen ze een totaal van 254 parkeerplaatsen in de parkeertoren. Cipal beschik over meer dan voldoende parkeerplaatsen in het torengebouw, en al deze plaatsen zijn reeds opgenomen in de mobiliteitsstudie (Mober) van 2012. Dit bevestigt dat Cipal zijn parkeerbehoeften op een doordachte en toekomstgerichte manier heeft ingecalculeerd. Er dient daarom nageleefd te worden dat de 39 bijkomstige parkeerplaatsen zich in de parkeertoren situeren en dat deze parkeerplaatsen ook effectief worden ingevuld door de werknemers van het nieuwe kantoorgebouw, zonder dat deze werknemers zich rondom het datacenter op de parkeerplaatsen zullen parkeren.
- De afwijking van drie parkeerplaatsen komt voort uit het verschil tussen het huidige voorziene aantal en het vereiste aantal parkeerplaatsen volgens de toen geldende parkeernorm (het huidige aanbod bedraagt 79 parkeerplaatsen voor het Technologiehuis). Op basis van de parkeernorm in het RUP (1 pp per 50 m²) zou het vereiste aantal op 82 liggen berekend als volgt: oppervlakte bestaande technologiehuis is 4100 m²/50 = 82 parkeerplaatsen. De vegunningsaanvraag werd ingediend voor de publicatie van de nieuwe bouwcode, waardoor de parkeerplaatsen zijn berekend volgens de op dat moment geldende norm. Volgens de nieuwe bouwcode wordt er nog steeds voldaan aan de parkeervereisten: minimaal 66 parkeerplaatsen en maximaal 123 parkeerplaatsen.
Cipal beschikt over 347 parkeerplaatsen (huidig aanbod: 79 terrein technologiehuis, 14 buiten terrein technologiehuis, 254 in de parkeertoren = samen 347 parkeerplaatsen). Het totaal aantal gevraagde parkeerplaatsen betreft momenteel maar 82. Er is dus een overaanbod van 265 parkeerplaatsen op dit moment volgens de huidige situatie.
In de nieuwe situatie bedraagt het totaal aanbod aan parkeerplaatsen 344 (toekomstig aanbod: 76 terrein technologiehuis (-3 omwille van heraanleg 9 parkeerplaatsen naar 6 aangepast en voorbehouden voor mindervaliden, dit staat ook juist en correct weergegeven op het inrichtingsplan, 14 buiten terrein technologiehuis en 254 in de parkeertoren = samen 344). Er worden echter maar 121 parkeerplaatsen gevraagd (want 82 + 39 gevraagd aantal parkeerplaatsen voor nieuw kantoorgebouw = samen 121). Het overaanbod aan parkeerplaatsen bedraagt in de nieuwe situatie 223 parkeerplaatsen.
De 39 aantal gevraagd parkeerplaatsen voor het nieuwe kantoorgebouwen worden als volgt opgevangen: 36 in het bestaande parkeergebouw waarvan 6 met elektrisch laadpunt en 3 aangepaste en voorebhouden parkeerplaatsen voor mindervaliden op de bestaande parking van het technologiehuis (juist op inrichtingsplan geschetst). 36 van de 39 parkeerplaatsen worden dus voorzien in de parkeertoren. Gezien Cipal 254 parkeerplaatsen in de parkeertoren zou afhuren en er in de huidige situatie een overaanbod is van 265 parkeerplaatsen, hoeft Cipal geen bijkomende parkeerplaatsen bij te bouwen maar kan ze gebruik maken van de huidige capaciteit die er nu zou staan.
De 254 parkeerplaatsen in de parkeertoren zijn via huurcontracten als volgt samengesteld: 60 parkeerplaatsen die sanofi gratis ter beschikking moet stellen aan cipal op basis van notariële akte van 8 oktober 2010 tussen Cipal en Genzyme (huidige Sanofi) + 55 parkeerplaatsen die in overeenkomst met betrekking tot verplichte uittreding van de provincie Antwerpen uit Cipal in ruil voor de verdere exploitatie van het technologiehuis werden toegekend + het volledige vierde niveau van de parkeertoren goed voor 139 parkeerplaatsen = samen 254 plaatsen in de parkeertoren voor Cipal.
Fietsparkeerplaatsen
Het project voorziet in 83 fietsstalplaatsen, wat in overeenstemming is met de bouwcode. De verdeling van de reguliere en ruimere stalplaatsen voldoet aan de norm, mits de ruimere plaatsen gelijkmatig over de stallingsruimte worden verdeeld. Elektrische laadpunten zijn voorzien voor 12 fietsen, met de mogelijkheid tot uitbreiding indien nodig. De fietsparkeerplaatsen zijn zo aangepast dat de verdeling voldoet aan de norm. In de eerste fietsenstalling zijn 21 gewone stalplaatsen en 3 ruimere stalplaatsen voorzien, wat een totaal van 24 fietsstalplaatsen oplevert. De tweede fietsenstalling bevat 52 gewone stalplaatsen en 6 ruimere plaatsen, wat een totaal van 58 stalplaatsen oplevert.
Cipal heeft verduidelijkt hoe de inrit en uitrit van het nieuwe kantoorgebouw en de toegang tot het datacenter in de toekomst georganiseerd zullen worden. De scheiding van verkeersstromen wordt meegenomen in de verdere uitwerking om conflicten tussen fietsers en gemotoriseerd verkeer te minimaliseren. De parkeerplaatsen rondom het datacenter worden vrijwel niet gebruikt waardoor fietsers geen hinder ondervinden van het gemotoriseerd verkeer. Er dient op toegezien te worden dat de parkeergelegenheid rondom het datacenter niet gebruikt wordt voor personen van het nieuwe kantoorgebouw, maar dat deze zich naar de nabijgelegen parkeertoren bevinden. De parkeerplaatsen zijn uitsluitend bestemd en gereserveerd voor het datacenter en worden slechts in uitzonderlijke gevallen benut. Bijgevolg dient er een afweging te worden gemaakt om de toegang tot deze parkeerplaatsen af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer die zich eigenlijk naar de parkeertoren dient te begeven (uitgezonderd voorbehouden voor personen van het datacenter). Op die manier wordt er gegarandeerd dat er enkel geparkeerd zal worden voor personen die een link hebben met het datacenter i.p.v. dat de toekomstige parkeerdruk zal gevormd worden rondom het nieuwe kantoorgebouw. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een badgesysteem met slagboomsysteem voor personeelsleden van het datacenter en daarnaast een aparte vrije doorgang/in- en uitrit voor fietsers en voetgangers. In het beste geval kan de parking van het datacenter zelfs afgesloten worden voor gemotoriseerd verkeer, zodat fietsers zich uitsluitend kunnen begeven door Gasthuisbos richting de fietsenstallingen.
Multimodaliteit
De nabijheid van een bushalte en het Hoppinpunt Sanofi (120 meter afstand) draagt bij aan de bereikbaarheid van het kantoorgebouw met het openbaar vervoer. Cipal heeft inzicht gegeven in de toegankelijkheid van voetgangers en fietsers, en de verbinding tussen het Hoppinpunt en het gebouw wordt duidelijker uitgewerkt in het inrichtingsplan.
Mobiliteitstoets
Gezien het aantal voorziene parkeerplaatsen en de bruto vloeroppervlakte van het kantoor, is geen mobiliteitstoets vereist gezien er geen loketfunctie wordt voorzien. Deze toets is pas nodig wanneer de oppervlakte van het gebouw groter is dan 3000 m². Toch blijft een mobiliteitstoets aanbevolen voor een nieuwe parking vanaf 50 parkeerplaatsen. Een mobiliteitstoets kan bijgevolg niet opgelegd worden gezien er maar 39 extra parkeerplaatsen worden voorzien voor het nieuwe kantoorgebouw onder de mobiliteitstoetsgrens van 50 parkeerplaatsen. Cipal heeft de impact van de oorspronkelijke verkeersbewegingen op de omliggende wegen voor de aanvraag van een nieuw kantoorgebouw geanalyseerd en beargumenteerd in haar mobiliteitsstudie (Mober) van 2012. Er wordt bevestigd dat de verwachte verkeersdruk op de Ring-R14 en Diestseweg binnen aanvaardbare normen blijft bij het toekomstige nieuwe kantoorgebouw. Toch blijft dienst mobiliteit voorstander van een mobiliteitstoets, gezien het feit dat Cipal NV haar nieuwe kantoorgebouw heeft afgestemd op 140 bijkomende personen en het hier dus wel om een aanzienlijk bijkomende vervoersgeneratie gaat.
Conclusie
Het mobiliteitsadvies is positief, op voorwaarde dat:
- De toegankelijkheid van de mindervalidenplaatsen optimaal wordt gewaarborgd;
- Verdere verduidelijking over de verdeling en het aantal parkeerplaatsen voor het technologiehuis en nieuwe gebouw door inzicht te krijgen in de overeenkomsten tussen Cipal Schaubroeck NV en de provincie Antwerpen en tussen Cipal Schaubroeck NV en Genzyme/Sanofi;
- De organisatie van de in- en uitrit en de verkeersstromen op het terrein correct wordt uitgewerkt. Optimalisatie van de verkeerscirculatie op het terrein om conflictsituaties tussen fietsers en gemotoriseerd verkeer te vermijden;
- Duidelijke aanduiding van de fiets- en voetgangersroutes vanaf de oversteekplaats aan het Hoppinpunt Sanofi tot de effectieve ingang van het nieuwe kantoorgebouw op het inrichtingsplan. Vanaf het Hoppinpunt Sanofi zullen fietsers en voetgangers zich over de parking begeven naast het gebouw van Cipal NV. Hebben voetgangers de mogelijkheid om door het Cipalgebouw zich te begeven richting het nieuwe kantoorgebouw achteraan het Cipalgebouw?
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 13 maart 2025 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein, team Grijs
Riolering
De plannen voorzien op eigen terrein in een aansluiting van de overloop van de infiltratiekom op de DWA. Dit is niet toegestaan.
Toegangen
De plannen voorzien een toegang vanuit gasthuisbos naar het domein via de bestaande oprit. Deze mag blijven behouden.
Advies: voorwaardelijk gunstig
De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.- screening.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg en een gewestweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Geel, Gasthuisbos, Afdeling 3, Sectie K, nr. 55c, 55r, stroomt af naar de Laarloop, een (on)bevaarbare waterloop (van 2de categorie) die beheerd wordt door provincie Antwerpen – Grote Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten deels overstromingsgevoelig.
Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.
Het nieuwe gebouw, de fietsenstallingen en de wadi worden niet gebouwd op een locatie waar een pluviale overstroming voorkomt, zowel in het huidige klimaat als in het toekomstige klimaat met een middelgrote kans op overstromingen.
Milieuaspecten
Geluid en trillingen
De twee warmtepompen worden binnenshuis opgesteld waardoor de geluidsemissie zich beperkt binnen het gebouw.
Lucht
De warmtepompen zijn ofwel uitgerust met koelmiddel R404a of met R454B. Het koelmiddel R404a is een F-gas met een zeer hoog aardwarmingspotentieel (Global Warming Potential of afgekort GWP) van 2 088 en dus een grote (negatieve) invloed op de opwarming van de aarde wanneer het product in de atmosfeer terecht komt.
Het andere koelmiddel waarvan sprake is in de aanvraag, namelijk R454B is een F-gas met een GWP-waarde van 466 en is een beter alternatief, niet alleen voor het klimaat maar ook economisch interessanter op middellange termijn. Vanaf 2032 mogen F-gassen met een GWP-waarden van >750kW niet meer worden geproduceerd, waardoor deze in aankoop zeer duur zullen worden. Op langere termijn (2050) zullen geen nieuw geproduceerde HFK’s nog op de EU-markt mogen worden geplaatst.
Er werd geen informatie toegevoegd aan het dossier over de hoeveelheid koelmiddel in de installaties. Bijgevolg kan niet bepaald worden wat de keuringsfrequentie is van de warmtepompen.
Alleszins is het geïnstalleerd vermogen van de installaties >12 KW. Deze installaties moeten binnen de twaalf maanden na inbedrijfstelling en nadien minstens elke 5 jaar worden onderworpen aan een energetische keuring conform artikel 5.16.3.3.§3 van VLAREM II.
Alle koelinstallaties met 3 kg of meer aan ozonlaag afbrekende stoffen als koelmiddelmoeten minimaal éénmaal per 12 maanden, conform artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen
Er kan geen berekening worden gedaan van de GWP-waarde van de toestellen, waarop de keuringsfequentie wordt bepaald voor installaties die F-gassen bevatten. Deze wordt namelijk bepaald aan de hand van het product van de hoeveelheid koelmiddel (in ton) en de GWP-waarde. Installaties die 5 ton CO2-eq of meer aan koelmiddel bevatten, moeten iedere 12 maanden worden gecontroleerd, installaties vanaf 50 ton CO2-eq iedere 6 maanden.
De exploitant moet zelf nagaan wat de keuringsfrequentie van de toestellen is conform bovenstaande bepalingen. De exploitant moet een overzicht van de koelinstallaties met per installatie het inhoudsvermogen, het gebruikte koelmiddel, het nominaal vermogen en keuringsfrequentie ter beschikking ter beschikking houden op de exploitatie.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het oprichten van een kantoorgebouw, fietsenstallingen en wadi. Volgens het gewestplan Herentals – Mol ligt het project in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Het goed is eveneens gelegen in PRUP Genzyme, bestemd voor hoogtechnologische bedrijvigheid, openbare nuts- en gemeenschapsvoorzieningen gerelateerd aan hoogtechnologische activiteiten en complementaire activiteiten (zoals parkeerfaciliteiten, kantoren en opleidingsruimten). Het gebouw, fietsenstallingen en wadi zijn inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Gezien het aantal voorziene parkeerplaatsen en de bruto vloeroppervlakte van het kantoor, is geen mobiliteitstoets vereist gezien er geen loketfunctie wordt voorzien. De aanvrager heeft de impact van de oorspronkelijke verkeersbewegingen op de omliggende wegen voor de aanvraag van een nieuw kantoorgebouw geanalyseerd en beargumenteerd in haar mobiliteitsstudie (Mober) van 2012. Er wordt bevestigd dat de verwachte verkeersdruk op de Ring-R14 en Diestseweg binnen aanvaardbare normen blijft bij het toekomstige nieuwe kantoorgebouw. Gezien het feit dat het nieuwe kantoorgebouw is afgestemd op 140 bijkomende personen gaat het hier wel om een aanzienlijk bijkomende vervoersgeneratie.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het kantoorgebouw is 13,99 meter hoog. Volgens het PRUP Genzyme mogen de gebouwen in deze zone max. 23 meter hoog zijn.
De locatie van de fietsenstallingen is gekozen, rekening houdend met de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden op de site. Fietsenstalling (FA 1 ) voorziet plaats voor 23 fietsen en een afvalbergingsruimte. De afvalberging voor huisvuil wordt collectief gebruikt door alle gebruikers van het nieuwe kantoorgebouw en wordt op natuurlijke wijze geventileerd.
Fietsenstalling (FA 2) voorziet 58 fietsenstalplaatsen. Bij de bouw van de fietsenstallingen worden 12 elektrische laadpunten voorzien.
De verharding die nodig is voor het project wordt volgens de beschrijvende nota tot een minimum beperkt.
Visueel-vormelijke elementen
Het kantoorgebouw wordt opgericht hedendaagse materialen : De gevel wordt bekleed met natuurkleurig licht-grijs geprofileerde metalen platen, het schrijnwerk wordt uitgevoerd in aluminium.
Voor het nieuwe kantoorgebouw worden twee afsluitbare en overdekte fietsenstallingen gerealiseerd met een gezamenlijke capaciteit van 81 fietsen. De fietsenstallingen worden opgebouwd met een stalen kolom- en balkenstructuur, wanden van houten latwerk en een dak van gegolfde metalen platen.
De wadi wordt aangelegd in de voortuin. De wadi kent een organische vormgeving met zachthellende oevers en een natuurlijke vegetatie. Bomen worden in en rond de wadi geïntegreerd. Nieuwe hoogstammige bomen worden geplant en samen met de bestaande haag zal dit een groene buffer vormen naar de overkant van de straat waar het appartementencomplex aan de Gasthuisbos zich bevindt.
Volgens de beschrijvende nota zoekt het nieuwe kantoorgebouw de rand op van het perceel met de voortuinstrook om centraal een groenzone te bewaren gaande van gras over bloemenweides tot struikgewassen en een combinatie van hoog- en laagstammige bomen.
In totaal worden 8 hoogstammige bomen en 4 laagstammige bomen. Om het groene karakter te beschermen, worden alle gerooide bomen gecompenseerd door nieuwe streekeigen inheemse bomen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
De paden worden verlicht aan de hand van lage bolderarmaturen. Deze verlichting is louter gericht op het verlichten van de wandelpaden, om de veiligheid te garanderen en om een aangename omgeving te creëren.
Deze lage verlichting heeft als voordeel dat er weinig of geen strooilicht in de omgeving ontstaat en dat de impact van de verlichting op de omgeving zo goed als afwezig is.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Op basis van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en bovenstaande beoordeling verleent de omgevingsambtenaar gunstig advies onder voorwaarden:
Betreffende de Stedenbouwkundige handelingen
Het kantoorgebouw, de fietsenstallingen en wadi dienen ingeplant en opgericht zoals aangeduid op de bouwplannen.
Het kantoorgebouw moet voldoen aan de EPB-eisen.
De niet verharde delen in de voortuin moeten integraal ingezaaid en/of aangeplant worden. De zone bestemd als buffer (R14) dient groen ingericht en gevrijwaard te worden.
De slopingswerken dienen uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.
De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.
De gebouwen die worden geslooopt bevatten op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.
Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.
De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:
• hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
• asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen
Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.
De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:
Behandeling van afval
De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.
Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.
Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.
Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.
Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.
Rekening dient gehouden met de opmerkingen opgenomen in het advies van Inter.
Rekening dient gehouden met de voorwaarden vermeld in het advies van Openbaar Domein, team Mobiliteit:
- De toegankelijkheid van de mindervalidenplaatsen optimaal wordt gewaarborgd;
- Verdere verduidelijking over de verdeling en het aantal parkeerplaatsen voor het technologiehuis en nieuwe gebouw door inzicht te krijgen in de overeenkomsten tussen Cipal Schaubroeck NV en de provincie Antwerpen en tussen Cipal Schaubroeck NV en Genzyme/Sanofi;
- De organisatie van de in- en uitrit en de verkeersstromen op het terrein correct wordt uitgewerkt. Optimalisatie van de verkeerscirculatie op het terrein om conflictsituaties tussen fietsers en gemotoriseerd verkeer te vermijden;
- Duidelijke aanduiding van de fiets- en voetgangersroutes vanaf de oversteekplaats aan het Hoppinpunt Sanofi tot de effectieve ingang van het nieuwe kantoorgebouw op het inrichtingsplan. Vanaf het Hoppinpunt Sanofi zullen fietsers en voetgangers zich over de parking begeven naast het gebouw van Cipal NV. Hebben voetgangers de mogelijkheid om door het Cipalgebouw zich te begeven richting het nieuwe kantoorgebouw achteraan het Cipalgebouw?
Rekening dient gehouden met de voorwaarden opgenomen in het advies van Openbaar Domein, team Grijs:
Riolering
De overloop moet via een RWA op eigen terrein tot aan de rooilijn gebracht worden waar hij in afwachting van de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel aangesloten moet worden op de de baangracht van Gasthuisbos.
Toegangen
De plannen voorzien een toegang vanuit gasthuisbos naar het domein via de bestaande oprit. Deze mag blijven behouden. Wanneer hij heraangelegd wordt, mag hij t.h.v. de rooilijn niet breder dan 4,50 m zijn.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden vermeld in het advies van agentschap voor Wegen en Vekeer.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden vermeld in het advies van Aquafin.
Rekening dient gehouden met de opmerkingen vermeld in het advies van Fluvius.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden vermeld in het advies van Brandweerzone Kempen.
agentschap voor Wegen en Vekeer.
Rekening dient gehouden met de voorwaarden vermeld in het advies van dienst Integraal Waterbeleid.
Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.
Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 21.45 Mtaw.
In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie standplaatsgeschikte, inheemse en vrij uitgroeiende bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat bodem “Matig droge zandbodem met dikke antropogene humus A horizont” is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
1° grootte A (> 20m) | x1 | X2 | x3 | x10 | |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom geen deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn.
Hieronder enkele aanvullende tips m.b.t. de plantkwaliteit waarop kan gelet worden bij de aankoop van de bomen.
Stam:
Vertakking:
Wortelgestel:
Naakte wortels:
Boom met wortelkluit:
Transport:
Plantput:
Betreffende de ingedeelde inrichtingen en activiteiten
Algemene milieuvoorwaarden van VLAREM II
Hoofdstuk | Omschrijving |
4.1. | Algemene voorschriften |
4.2. | Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging |
4.3. | Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging |
4.4. | Beheersing van luchtverontreiniging |
4.5. | Beheersing van geluidshinder |
4.6. | Beheersing van hinder door licht |
4.7. | Beheersing van asbest |
Sectorale milieuvoorwaarden van VLAREM II:
Hoofdstuk | Omschrijving |
5.16 | Behandelen van gassen |
Bijzondere milieuvoorwaarden:
De exploitant moet zelf nagaan wat de keuringsfrequentie van de toestellen is conform de geldende bepalingen. De exploitant moet een overzicht van de koelinstallaties met per installatie het inhoudsvermogen, het gebruikte koelmiddel, het nominaal vermogen en keuringsfrequentie ter beschikking ter beschikking houden op de exploitatie.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de vergunning te verlenen onder voorwaarden.
Volgende rubrieken en hoeveelheden zijn hiermee vergund voor een termijn van onbepaalde duur:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | klasse |
16.3.2.a) | 2 warmtepompen met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 65 kW | 65 kW | 3 |
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Betreffende de Stedenbouwkundige handelingen
Het kantoorgebouw, de fietsenstallingen en wadi dienen ingeplant en opgericht zoals aangeduid op de bouwplannen.
Het kantoorgebouw moet voldoen aan de EPB-eisen.
De niet verharde delen in de voortuin moeten integraal ingezaaid en/of aangeplant worden. De zone bestemd als buffer (R14) dient groen ingericht en gevrijwaard te worden.
De slopingswerken dienen uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.
De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.
De gebouwen die worden geslooopt bevatten op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.
Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.
De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:
Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.
De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:
Behandeling van afval
De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.
Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.
Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.
Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be .
Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.
Rekening dient gehouden met de opmerkingen opgenomen in het advies van Inter.
Rekening dient gehouden met de voorwaarden vermeld in het advies van Openbaar Domein, team Mobiliteit:
Rekening dient gehouden met de voorwaarden opgenomen in het advies van Openbaar Domein, team Grijs:
Riolering
De overloop moet via een RWA op eigen terrein tot aan de rooilijn gebracht worden waar hij in afwachting van de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel aangesloten moet worden op de de baangracht van Gasthuisbos.
Toegangen
De plannen voorzien een toegang vanuit gasthuisbos naar het domein via de bestaande oprit. Deze mag blijven behouden. Wanneer hij heraangelegd wordt, mag hij t.h.v. de rooilijn niet breder dan 4,50 m zijn.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden vermeld in het advies van agentschap voor Wegen en Vekeer.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden vermeld in het advies van Aquafin.
Rekening dient gehouden met de opmerkingen vermeld in het advies van Fluvius.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden vermeld in het advies van Brandweerzone Kempen.
agentschap voor Wegen en Vekeer.
Rekening dient gehouden met de voorwaarden vermeld in het advies van dienst Integraal Waterbeleid.
Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.
Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 21.45 Mtaw.
In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie standplaatsgeschikte, inheemse en vrij uitgroeiende bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat bodem “Matig droge zandbodem met dikke antropogene humus A horizont” is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
Vellen | 1° grootte A (> 20m) | x1 | X2 | x3 | x10 |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemmingen: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom geen deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn.
Hieronder enkele aanvullende tips m.b.t. de plantkwaliteit waarop kan gelet worden bij de aankoop van de bomen.
Stam:
Vertakking:
Wortelgestel:
Naakte wortels:
Boom met wortelkluit:
Transport:
Plantput:
Betreffende de ingedeelde inrichtingen en activiteiten
Algemene milieuvoorwaarden van VLAREM II
Hoofdstuk | Omschrijving |
4.1. | Algemene voorschriften |
4.2. | Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging |
4.3. | Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging |
4.4. | Beheersing van luchtverontreiniging |
4.5. | Beheersing van geluidshinder |
4.6. | Beheersing van hinder door licht |
4.7. | Beheersing van asbest |
Sectorale milieuvoorwaarden van VLAREM II:
Hoofdstuk | Omschrijving |
5.16 | Behandelen van gassen |
Bijzondere milieuvoorwaarden:
De exploitant moet zelf nagaan wat de keuringsfrequentie van de toestellen is conform de geldende bepalingen. De exploitant moet een overzicht van de koelinstallaties met per installatie het inhoudsvermogen, het gebruikte koelmiddel, het nominaal vermogen en keuringsfrequentie ter beschikking ter beschikking houden op de exploitatie.