Terug
Gepubliceerd op 18/02/2025

2025_CBS_00616 - Omgevingsvergunning - slopen van bijgebouwen, uitbreiden van de woning en de regularisatie van tuinhuis en carport te Voort 62 (202400483 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/02/2025 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Tom Corstjens; Bart Julliams; Luc Van Laer; Kris Vangeel; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne-Laure Maes

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Marlon Pareijn
2025_CBS_00616 - Omgevingsvergunning - slopen van bijgebouwen, uitbreiden van de woning en de regularisatie van tuinhuis en carport te Voort 62 (202400483 swa) - Vergunning 2025_CBS_00616 - Omgevingsvergunning - slopen van bijgebouwen, uitbreiden van de woning en de regularisatie van tuinhuis en carport te Voort 62 (202400483 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 17/02/2025

 

  

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024139019

Dossiernummer gemeente: 202400483

 

De gemeente Geel heeft op 18 oktober 2024 een aanvraag ontvangen voor verbouwen van een woning en regulariseren van bijgebouwen en verharding. De aanvraag werd op 19 december 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Jan Hannes wonende Voort 62 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Voort 62

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 243W

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in ‘overdruk zonevreemde woningen II’.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan en aan de voorschriften van het gewestplan Herentals-Mol.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 5 juli 2013.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Omgevingsvergunning 202000269/OMV_2020061145 voor ven  ontheffing kruidruimingen molse nete te geel en mol, vegetatiewijziging goedgekeurd op 10/08/2020.
  • Stedenbouwkundige vergunning (09439) voor verbouwing zonder volumevermeerdering - goedgekeurd op 29/05/1989.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2008/00337) voor het plaatsen van 24 fotovoltaïsche panelen - goedgekeurd op 16/06/2008.
  • Milieuvergunning 2004/M3/03658 voor het lozen van huishoudelijk afvalwater via percolatierietveld - goedgekeurd op 08/11/2004.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen te Voort 62 in een lintbebouwing tegen de grens van de gemeente. Het linkse, aangrenzende perceel is bebouwd met een woning. Het rechtse, aangrenzende perceel is onbebouwd en doet dienst als weide.

Het perceel is bebouwd met een woning en verscheidene bijgebouwen.

Huidige aanvraag beoogt het slopen van 4 bijgebouwen; het uitbreiden van de woning; het regulariseren van 2 bijgebouwen.

Huidige aanvraag beoogt het afbreken van 4 bijgebouwen:

- Bijgebouw 1 tegen de achterste perceelsgrens.

- Bijgebouw 2 tegen de linkse perceelsgrens, achter de carport.

- Bijgebouw 3 tegen de rechtse perceelsgrens, achter het tuinhuis.

- Bijgebouw 4 in de rechterzijtuinstrook.

Huidige aanvraag beoogt het verbouwen/uitbreiden van de woning. De bestaande aanbouw wordt afgebroken. Er wordt een nieuwe aanbouw voorzien achter het hoofdvoume van de woning. 

De totale bouwbreedte van de woning zal na de werken 21,14 meter bedragen. De totale bouwdiepte bedraagt na de werken net geen 16 meter. De aanbouw wordt voorzien achter de woning, over de volledige breedte van het huis, alsook aan de noordelijke hoek van de woning. De totale oppervlakte van de aanbouw bedraagt 93,5m². De aanbouw wordt voorzien van een plat dak met een hoogte van 3,18 meter ten opzichte van de vloerpas. Er wordt voldoende afstand van de perceelsgrenzen gehouden.

De aanvraag beoogt het regulariseren van de carport, links achter de woning. De carport heeft een breedte van 3,26 meter. De bouwdiepte bedraagt 9,31 meter. De oppervlakte van de carport bedraagt 29,1m². De carport is voorzien van een hellend dak waarvan de hoogte maximaal 2,66 meter van de vloerpas bedraagt. De carport staat ingeplant op 80 centimeter van de linkse perceelsgrens en op 5,62 meter van de nieuwe achtergevel van de woning. De carport is opgetrokken uit hout. Het dak is voorzien van dakpannen.

Huidige aanvraag beoogt het regulariseren van het tuinhuis ten noorden van de woning. De bouwbreedte bedraagt 4,9 meter. De bouwdiepte bedraagt 4,9 meter. Het tuinhuis staat ingeplant op 1 meter van de rechtse perceelsgrens. De afstand tot de nieuwe achtergevel bedraagt 7,64 meter. Het tuinhuis is voorzien van een zadeldag waarvan de nokhoogte 3,33 meter ten opzichte van de vloerpas bedraagt. Het tuinhuis is opgetrokken in hout.

Huidige aanvraag beoogt het aanleggen van een terrasverharding van 48,44m² achter de nieuwe aanbouw.

Huidige aanvraag beoogt het regulariseren van een klinkerverharding van 64m² die dienst doet als oprit tot aan de carport.

Huidige aanvraag beoogt het aanleggen van een infiltratiebekken van 16m² met een volume van 6400 liter.

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werd geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 10 januari 2025 werd het advies ontvangen van AQUAFIN, met als referentie ‘P25000385’, waarvan de conclusie als volgt leest:

 

Conclusie van het advies 

Het dossier kan gunstig geadviseerd worden. 

Aandachtspunt: 

  • De diameter van de afvalwateraansluiting mag max. 160 mm bedragen. In verband met de aansluiting van de bouw op het openbaar stelsel verwijzen we naar de stad Geel die de modaliteiten hiervoor zal vastleggen. Volgens de plannen wordt er geen aansluiting voorzien. Deze kan best reeds voorzien worden zodat een latere aansluiting (verplicht) op riolering eenvoudig mogelijk is. 

 

Er dient rekening te worden gehouden met de volgende algemene voorwaarden: 

  • De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting mag max. 160 mm bedragen. In verband met de aansluiting van de bouw op het openbaar stelsel verwijzen we naar de stad Geel die de modaliteiten hiervoor zal vastleggen. 
  • Er dient later te worden aangesloten op de nieuw geplaatste huisaansluiting. Hierbij dient men rekening te houden met zowel diepte als ligging. Indien aansluiten niet mogelijk is, moeten maatregelen op eigen terrein genomen worden (bv. pompen). De aansluiting dient indien mogelijk te worden aangeboden op maximaal 80cm onder het maaiveld op de scheiding tussen privéterrein en openbaar domein. 
  • Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden. 
  • Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder. 
  • De kanten van de wadi mogen niet steil aangelegd worden maar moeten flauw hellend zijn, zodat deze ook mee kunnen infiltreren. Men dient bovendien rekening te houden bij uitvoering van het dossier dat de gronden t.h.v. de toekomstige wadi niet verdicht worden om de optimale werking ervan te bewaren. Zo niet dienen ze opnieuw losgefreesd te worden voor definitieve aanleg. Het gras moet direct hydraulisch ingezaaid worden, bij voorkeur vóór de aansluiting van het water zelf, zodat het gras de kans krijgt om te groeien alvorens de wadi vol staat met water. Een alternatief voor hydraulisch inzaaien zijn vooraf ingezaaide, biologisch afbreekbare kokosmatten (ongewapend met plastiek of ijzerdraad). Merk wel op dat dit laatste een ecologisch minder interessant alternatief is wegens het gebruik van dominante en weinig diverse soorten. 
  • Het is aangewezen om op de hemelwateraansluiting een terugslagklep te voorzien. Op die manier wordt het risico op terugstroming van water uit het systeem waarop wordt aangesloten en eventuele vervuiling van het hemelwatersysteem beperkt. 
  • Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u. 
  • Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen infiltratievoorzieningen. De infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken. Voorbeelden van infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be 

 

Op 13/02/2025 werd het advies ontvangen van de stadsdienst Openbaar Domein, als volgt geformuleerd:

 

1. Advies riolering

Voor dit dossier werd advies ingewonnen bij Aquafin. De voorwaarden opgenomen in dit advies moeten gevolgd worden. 

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een (ingebuisde) gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.

Op het perceel is een rietveld aanwezig waarnaar het vuil water gaat.  Het is niet duidelijk of er momenteel een bestaande aansluiting aanwezig is vanuit dit rietveld of de private eigendom naar de openbare gracht.   Het rietveld wordt in de nieuwe toestand hergebruikt. 

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is. 

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Het fecaal water sluit aan op de (bestaande) septische put welke overloopt naar een bezinkput waarop ook het grijze water toekomt. Deze loopt op zijn beurt over naar een een rietveld. 

Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten. Het plaatsen van een bezinkput wordt niet meer toegestaan

Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put EN het rietveld moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen. 

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. 

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 25.000L (10.000 + 15.000). Op de put worden de dakafvoeren van het hoofdgebouw aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine, buitenkraan, dienstkraan, … De bijgebouwen infiltreren rechtstreeks in de omgeving. De infiltratieoppervlakte dient dan wel minimaal 1/4e van de te infiltreren oppervlakte zijn. 

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een volume van 6.400L en een oppervlakte van 16m².

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoer. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

Het is aangewezen om een wachtbuis voor het grijs water te voorzien, zodat men het grijs water vlot van de septische put kan afkoppelen op het moment dat er een volwaardig rioleringsstelsel wordt aangelegd op openbaar domein.

 

2. Advies toegang

2.1. Bestaande toestand

In bestaande situatie is er rijweg met breedte van +- 5.40 meter. De berm is onverhard. Thv. de woning zit er een goot tussen berm en rijweg, op de rest van het perceel is deze niet meer aanwezig. 

Links van het perceel is een inrit met breedte van +-3.80m. Midden het perceel is een dubbele parkeerplaats aangelegd in halfverharding, deels op private eigendom, deels op openbaar domein. 

2.2. Nieuwe toestand – aangevraagd

Er wordt links van de woning een verharding aangevraagd naar oprit en voordeur van +-7m breedte tegen de rooilijn. Op de rest van het perceel zijn geen wijzigingen aangegeven op het inplantingsplan. 

2.3. Advies – toegestaan

Er wordt een maximale verharding toegestaan op openbaar domein ter breedte van de ingetekende oprit, dwz. 3.07m. Volgens simulaties die de stad liet uittekenen volstaat dit ruimschoots voor de breedte van  de rijweg. De toegang naar de voordeur dient volledige op eigen terrein te worden georganiseerd. 

De rest van de openbare berm dient hersteld te worden naar een grasberm. 

3. Advies kosteloze grondafstand

De rooilijn ligt links tot tegen de rijweg en loopt schuin weg. De visuele rooilijn bij de linker buur ligt op 6m uit de as van de rijweg. Bij toekomstige werken zal er ruimte nodig zijn voor de verplichte buffer- en infiltratievolumes welke hier waarschijnlijk gerealiseerd zullen worden in grachten. Er wordt daarom geadviseerd nu reeds de rooilijn in orde te brengen en een kosteloze grondafstand op te nemen voor een breedte van 6m gemeten vanuit de as van de rijweg.

 

1. Voorwaarden riolering

Voorwaarden

* Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

* De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

* De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA wanneer het rietveld buiten gebruik is.

* Het rietveld dient afgekoppeld te worden wanneer en een DWA riolering wordt voorzien in de straat. De private afvoer moet dan aangesloten worden op de openbare DWA riolering 

* De bezinkput moet buiten gebruik gesteld / afgekoppeld worden voor het vuilwater.

* De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

* Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

* De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

* Putten  en wadi’s (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

* Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

* De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  > De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

  > Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).

* De bijgebouwen moeten rechtstreeks infiltreren in de groenzones errond. De infiltratieoppervlakte moet minimaal 1/4e bedragen van het te infiltreren oppervlak. 

* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

* De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  > Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. 

  > De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

* Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

2. Voorwaarden toegang openbaar domein

* Er wordt 1 inrit toegestaan met een maximale breedte van 3.07m. 

* De rest van de openbare berm dient herstelt te worden als grasberm

* Het is niet toegestaan zelf werken uit te voeren op openbaar domein. Hiervoor dient u een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein De kosten hieraan verbonden zijn ten laste van de aanvrager. 

3. Voorwaarden kosteloze grondafstand

Er wordt een kosteloze grondafstand opgelegd voor een strook gemeten van 6m uit de as van de rijweg.

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door de gemeentelijke omgevingsambtenaar

Planologische toets

Het perceel is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.

De woning is volgens het gewestplan voor 90% gelegen binnen het woongebied met landelijk karakter. Aangezien het perceel reeds zijn bestemming heeft verkregen kan de woning moeilijk als zonevreemd beschouwd worden. De aanvraag beoogt het uitbreiden van de woning richting het landbouwgebied; het afbreken van 4 bijgebouwen binnen het agrarisch gebied; het regulariseren van de carport binnen woongebied met landelijk karakter; het regulariseren van een tuinhuis binnen agrarisch gebied.

De regularisatie van het tuinhuis binnen het agrarisch gebied is niet opportuun. Er is voldoende ruimte binnen het woongebied met landelijk karakter om een tuinhuis te voorzien. 

De aanvraag doorstaat de planologische toets, behalve voor wat betreft de regularisatie van het tuinhuis.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

Het perceel gelegen te Geel, kadastraal gekend als 13008I0243/00W000 stroomt af naar de Molse Nette, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie I) die beheerd wordt door Vlaamse Milieumaatschappij.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied.

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. 

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en fluviaal. 

3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM 

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars werden per aangetekend schrijven op de hoogte gesteld.

 

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Huidige aanvraag beoogt het slopen van bijgebouwen, het regulariseren van bijgebouwen, het regulariseren van een verharding, het aanleggen van een verharding en het uitbreiden van de woning. De aanvraag is functioneel inpasbaar binnen zowel de omgeving als binnen de planologische bestemming, behalve voor wat betreft de regularisatie van het tuinhuis.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt. 

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel is gelegen te Voort 62 in een lintbebouwing tegen de grens van de gemeente. Het linkse, aangrenzende perceel is bebouwd met een woning. Het rechtse, aangrenzende perceel is onbebouwd en doet dienst als weide.

Het perceel is bebouwd met een woning en verscheidene bijgebouwen.

Huidige aanvraag beoogt het afbreken van 4 bijgebouwen:

- Bijgebouw 1 tegen de achterste perceelsgrens.

- Bijgebouw 2 tegen de linkse perceelsgrens, achter de carport.

- Bijgebouw 3 tegen de rechtse perceelsgrens, achter het tuinhuis.

- Bijgebouw 4 in de rechterzijtuinstrook.

Huidige aanvraag beoogt het verbouwen/uitbreiden van de woning. De bestaande aanbouw wordt afgebroken. Er wordt een nieuwe aanbouw voorzien achter het hoofdvoume van de woning. 

De totale bouwbreedte van de woning zal na de werken 21,14 meter bedragen. De totale bouwdiepte bedraagt na de werken net geen 16 meter. De aanbouw wordt voorzien achter de woning, over de volledige breedte van het huis, alsook aan de noordelijke hoek van de woning. De totale oppervlakte van de aanbouw bedraagt 93,5m². De aanbouw wordt voorzien van een plat dak met een hoogte van 3,18 meter ten opzichte van de vloerpas. Er wordt voldoende afstand van de perceelsgrenzen gehouden.

De aanvraag beoogt het regulariseren van de carport, links achter de woning. De carport heeft een breedte van 3,26 meter. De bouwdiepte bedraagt 9,31 meter. De oppervlakte van de carport bedraagt 29,1m². De carport is voorzien van een hellend dak waarvan de hoogte maximaal 2,66 meter van de vloerpas bedraagt. De carport staat ingeplant op 80 centimeter van de linkse perceelsgrens en op 5,62 meter van de nieuwe achtergevel van de woning. De carport is opgetrokken uit hout. Het dak is voorzien van dakpannen.

Het slopen van de bijgebouwen, het uitbreiden van de woning en het regulariseren van de carport zijn voor wat betreft de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid van een aanvaardbaar niveau. Het uitbreiden van de woning richting/binnen het agraisch gebied kan aanvaard worden, gezien de configuratie van het perceel en het beperkte ruimtebeslag. 

Huidige aanvraag beoogt het regulariseren van het tuinhuis ten noorden van de woning. De bouwbreedte bedraagt 4,9 meter. De bouwdiepte bedraagt 4,9 meter. Het tuinhuis staat ingeplant op 1 meter van de rechtse perceelsgrens. De afstand tot de nieuwe achtergevel bedraagt 7,64 meter. Het tuinhuis is voorzien van een zadeldag waarvan de nokhoogte 3,33 meter ten opzichte van de vloerpas bedraagt. Het tuinhuis is opgetrokken in hout.

De regularisatie van het tuinhuis is voor wat betreft het ruimtegebruik niet aanvaardbaar. Er zijn nog mogelijkheden binnen het woongebied met landelijk karakter. Het agrarisch gebied dient zo veel mogelijk gevrijwaard te blijven van residentiële bebouwing.

Huidige aanvraag beoogt het aanleggen van een terrasverharding van 48,44m² achter de nieuwe aanbouw.

Huidige aanvraag beoogt het regulariseren van een klinkerverharding van 64m² die dienst doet als oprit tot aan de carport.

Huidige aanvraag beoogt het aanleggen van een infiltratiebekken van 16m² met een volume van 6400 liter.

De aanleg en regularisatie van de verhardingen en het aanleggen van de infiltratievoorziening zijn aanvaardbaar voor wat betreft de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, behalve voor het gedeelte verharding voor de voorgevel. Er mag een pad aangelegd worden van 1 meter breed van de oprit tot aan de voordeur, de rest van de zone dient onverhard te worden aangelegd.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt gebruik gemaakt van duurzame, kwaliteitsvolle materialen. Het ontwerp is architectonisch verantwoord.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening, behalve voor wat betreft de regularisatie van het tuinhuis en de verharding in de voortuin.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

De aanpalende eigenaars werden op 25/12/2024 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen  voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend. 

 

Conclusie

Huidige aanvraag wordt gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig geadviseerd:

  • Het afbreken van de bijgebouwen; het regulariseren van de carport en de verharding; het verbouwen/uitbreiden van de woning; het aanleggen van de terrasverharding wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd.
  • De regularisatie van het tuinhuis wordt ongunstig geadviseerd.

 

Voorwaarden:

  • De (algemene) voorwaarden gesteld in het advies van Aquafin d.d. 10/01/2025, met als referentie ‘P25000385’, dienen strikt te worden nageleefd.
  • De verharding in de voortuin mag maximaal 3,07 meter breed zijn (zoals voorzien op het inplantingsplan). Er mag ook een pad aangelegd worden van 1 meter breed van de oprit tot aan de voordeur. De rest van de voortuinstrook dient onverhard te worden aangelegd.

 

Voorwaarden Openbaar Domein:

Voorwaarden

* Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

* De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

* De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA wanneer het rietveld buiten gebruik is.

* Het rietveld dient afgekoppeld te worden wanneer en een DWA riolering wordt voorzien in de straat. De private afvoer moet dan aangesloten worden op de openbare DWA riolering 

* De bezinkput moet buiten gebruik gesteld / afgekoppeld worden voor het vuilwater.

* De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

* Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

* De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

* Putten  en wadi’s (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

* Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

* De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  > De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

  > Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).

* De bijgebouwen moeten rechtstreeks infiltreren in de groenzones errond. De infiltratieoppervlakte moet minimaal 1/4e bedragen van het te infiltreren oppervlak. 

* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

* De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  > Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. 

  > De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

* Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Lasten

Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd in de stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.

Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • De opgelegde last moet in verhouding staan met het voordeel dat de ontwikkelaar haalt uit de vergunning: de regularisatie van carport en de verbouwing van de woning is een voordeel voor de bouwheer
  • Er moet een verband bestaan tussen de opgelegde last en de taken van de vergunningverlenende overheid ingevolge de afgeleverde vergunning: er dienen wegenwerken te gebeuren in de straat. De ruimte is nodig voor de aanleg van de infiltratievoorzieningen. Er wordt toegang genomen tot het perceel via deze weg.
  • De last moet gericht zijn op duurzame ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit: de grondafstand geschiedt voor openbaar nut, zijnde ter affectatie in het openbaar domein van Stad Geel, ter realisatie van aanpassingswerken aan het openbaar domein.

 

Aan de bouwheer wordt de last opgelegd van gratis grondafstand van een perceel grond gelegen te 2440 Geel, Voort 62, kadastraal gekend als deel van 1ste afdeling, sectie I, nr. 243W, over de volledige breedte van dit perceel, met een maximale diepte van 6 meter, gemeten vanaf de as van de weg en dit volgens de onderstaande modaliteiten die door de stad Geel op basis van het gelijkheidsbeginsel voor elke last in de vorm van een gratis grondafstand bij vergunningverlening wordt gehanteerd. 

Grondafstand:

  • Een opmetingsplan van een landmeter met exacte afmetingen wordt toegevoegd bij de akte van verkoop;
  • Alle kosten (inclusief kosten landmeter voor opmaak opmetingsplan en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht ten laste zijn van de bouwheer;
  • De werken wordt uitgevoerd in overeenstemming met het goedgekeurde plan;
  • De aangevraagde omgevingsvergunning pas van kracht zal gaan nadat door de aanvrager de grondafstand effectief gebeurd is.
  • Om deze last in natura te borgen wordt conform het instrumentendecreet een waarborgfactuur opgesteld van 10.000 euro. De vrijgave van de borg gebeurt na de definitieve grondoverdracht, na ondertekening van de akte, op eenvoudig verzoek van de waarborgbetaler.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist het regulariseren van het tuinhuis te weigeren.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen beslist het afbreken van de bijgebouwen; het regulariseren van de carport en de verharding; het verbouwen/uitbreiden van de woning; het aanleggen van de terrasverharding goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die zich er toe verbindt volgende voorwaarden strikt na te leven:

  • De (algemene) voorwaarden gesteld in het advies van Aquafin d.d. 10/01/2025, met als referentie ‘P25000385’, dienen strikt te worden nageleefd.
  • De verharding in de voortuin mag maximaal 3,07 meter breed zijn (zoals voorzien op het inplantingsplan). Er mag ook een pad aangelegd worden van 1 meter breed van de oprit tot aan de voordeur. De rest van de voortuinstrook dient onverhard te worden aangelegd.

Voorwaarden Riolering algemeen

    * Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

    * De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

    * De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA wanneer het rietveld buiten gebruik is.

    * Het rietveld dient afgekoppeld te worden wanneer en een DWA riolering wordt voorzien in de straat. De private afvoer moet dan aangesloten worden op de openbare DWA riolering 

    * De bezinkput moet buiten gebruik gesteld / afgekoppeld worden voor het vuilwater.

    * De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

    * Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

    * De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen (600 liter per persoon).

    * Putten  en wadi’s (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

    * Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

    * De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

      > De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

      > Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

    * De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).

    * De bijgebouwen moeten rechtstreeks infiltreren in de groenzones errond. De infiltratieoppervlakte moet minimaal 1/4e bedragen van het te infiltreren oppervlak. 

    * De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

    * De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

      > Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. 

      > De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

    * Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Artikel 4

Aan de bouwheer wordt de last opgelegd van gratis grondafstand van een perceel grond gelegen te 2440 Geel, Voort 62, kadastraal gekend als deel van 1ste afdeling, sectie I, nr. 243W, over de volledige breedte van dit perceel, met een maximale diepte van 6 meter, gemeten vanaf de as van de weg en dit volgens de onderstaande modaliteiten die door de stad Geel op basis van het gelijkheidsbeginsel voor elke last in de vorm van een gratis grondafstand bij vergunningverlening wordt gehanteerd. 

Grondafstand:

  • Een opmetingsplan van een landmeter met exacte afmetingen wordt toegevoegd bij de akte van verkoop;
  • Alle kosten (inclusief kosten landmeter voor opmaak opmetingsplan en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht ten laste zijn van de bouwheer;
  • De werken wordt uitgevoerd in overeenstemming met het goedgekeurde plan;
  • De aangevraagde omgevingsvergunning pas van kracht zal gaan nadat door de aanvrager de grondafstand effectief gebeurd is.
  • Om deze last in natura te borgen wordt conform het instrumentendecreet een waarborgfactuur opgesteld van 10.000 euro. De vrijgave van de borg gebeurt na de definitieve grondoverdracht, na ondertekening van de akte, op eenvoudig verzoek van de waarborgbetaler.