Naar aanleiding van de 12de verjaardag van de Uitpas, kwam er op vraag van de Vlaamse regering een evaluatie van dat systeem.
De Uitpas is een sterk instrument om iedereen toegang te geven tot een breed aanbod van vrijetijdsbestedingen. Nu betalen mensen met een Uitpas met kansentarief 20 procent van het normale tarief, de aangesloten vereniging 40 procent en de gemeente de resterende 40 procent. Daardoor kunnen kinderen die opgroeien in kansarmoede toch gaan voetballen in een sportclub of kan iemand met laag loon ook mee met vrienden naar een theatervoorstelling gaan.
De Uitpas met kansentarief blijkt erg succesvol: Vorig jaar maakten 85.000 Vlamingen samen 443.000 keer gebruik van het verminderd tarief. Die populariteit heeft ook een keerzijde: Sommige gemeenten zijn bezorgd over de betaalbaarheid van de Uitpas, vooral omdat de kosten voor gemeenten steeds hoger worden naarmate meer mensen gebruikmaken van de pas.
Zijn er in Geel zorgen over de betaalbaarheid van de Uitpas?
Zal er blijvend geïnvesteerd worden in de Uitpas? Of wordt er overwogen om te bezuinigen op dit systeem?
Met de PVDA zijn we van mening dat er niet mag ingeboet worden op de toegankelijkheid van de Uitpas voor gezinnen in armoede. De voordelen die de Uitpas biedt zijn niet alleen financieel, maar ook sociaal van groot belang.
Stad Geel zou nog een stap verder kunnen gaan door aangesloten verenigingen aan te sporen na te denken hoe ze kwetsbare groepen kunnen bereiken. We pleiten ervoor dat Geel, net als Herenthout, Turnhout en Vorselaar, de 5%-regel invoert. Daar neemt de gemeente ook de 40 procent van de vereniging op zich, wanneer tenminste 5% van de leden recht heeft op het kansentarief.
Hoe staat de stad tegenover dat voorstel?