Terug
Gepubliceerd op 14/01/2025

2025_CBS_00058 - Omgevingsvergunning - het slopen van RTO installatie, het verbouwen van het gebouw 151 langs Janssen-Pharmaceuticalaan 3 (202400568 NV / GG) - Advies

College van Burgemeester en Schepenen
ma 13/01/2025 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Tom Corstjens; Bart Julliams; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne-Laure Maes

Afwezig

Nadine Laeremans; Kris Vangeel; Vera Celis

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Marlon Pareijn
2025_CBS_00058 - Omgevingsvergunning - het slopen van RTO installatie, het verbouwen van het gebouw 151 langs Janssen-Pharmaceuticalaan 3 (202400568 NV / GG) - Advies 2025_CBS_00058 - Omgevingsvergunning - het slopen van RTO installatie, het verbouwen van het gebouw 151 langs Janssen-Pharmaceuticalaan 3 (202400568 NV / GG) - Advies

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 17/1/2025

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024141072

Dossiernummer gemeente: 202400568Inrichtingsnummer: 20171124-0026

 

De provincie heeft op 18 november 2024 een aanvraag ontvangen voor het slopen van RTO installatie en het verbouwen van het gebouw 151. De aanvraag werd op 18 december 2024 volledig en ontvankelijk verklaard. Aan stad Geel werd op 18 december 2024 advies gevraagd.

 

Gegevens van de aanvrager

Janssen Pharmaceutica NV gevestigd Turnhoutseweg 30 te 2340 Beerse

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Janssen-Pharmaceuticalaan 3

Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie M nrs. 242S2, 253Y en 275G

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

industriegebied

De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 5 juli 2013.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202300412/OMV_2023096202 voor verandering van een inrichting van klasse 1 goedgekeurd op 04/01/2024.
  • Omgevingsvergunning 202400467/OMV_2024075346 voor een nieuwbouw gerealiseerd als uitbreiding van een bestaand gebouw, wijzigingen
  • aan bijhorende gebouwen, gebouwdelen en infrastructuur (o.a. terreinverhardingen)
  • ingepland binnen de bestaande gebouwencluster en wijzigingen aan iioa's. geen beslissing op .

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Deze aanvraag betreft het slopen van een RTO installatie en verbouwingswerken aan gebouw 151.

De RTO installatie is een sinds jaren buiten dienst gestelde luchtbehandelingsinstallatie. Een beschrijving van de omvang van de sloopwerken is opgenomen in het sloopopvolgingsplan.

Alleen de technische installatie zal weggenomen worden, zo zullen de betonplaat, riolering en betonnen sokkels behouden blijven.

 

Volgende werken hebben plaats aan gebouw 151:

- de afbraak van de bestaande luifel, die zich aan de noord- en westgevel van gebouw 151 bevindt;

- de omsluiting van de bestaande overkapping van gebouw 151 waardoor er een sas gevormd wordt voor opslag.

Grofreiniging is het hoofddoel van het gebouw 151. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van herbruikbaar leeggoed, dat een milieubewuste keuze is. Om de levensduur van het leeggoed te maximaliseren, wenst het bedrijf de bestaande overkapping te omsluiten.

De stockage in het sas zal gebruikt worden voor niet-chemische zaken zoals verbruiksmaterialen en technisch equipment.

 

Milieu

De aanvraag omvat de volgende wijzigingen:

Vervanging van koelinstallaties in gebouw G220

In de cafetaria (G220) wordt een wijziging doorgevoerd door het vervangen van enkele

koelinstallaties. Hierdoor zijn er wijzigingen aan rubrieken 16.3.1° en 16.3.2°b).

Uit dienst name van fosforzuurtank ter hoogte van gebouw G060

Ter hoogte van gebouw G060 zal een fosforzuurtank verwijderd worden. Bijgevolg wijzigt de

hoeveelheid in rubriek 17.3.4.3°

Nieuwe airco in gebouw G072

In lokaal 125 van gebouw G072 wordt een airco toegevoegd (d.i. een uitbreiding) . Hierdoor

zullen er wijzigingen zijn aan rubrieken 16.3.1° en 16.3.2°b).

De aanvraag omvat de volgende veranderingen aan de ingedeelde rubrieken en/of activiteiten:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

16.3.1°

Vervanging (wijziging) van enkele koelinstallaties en airco's in gebouw G220 en toevoeging (uitbreiding) van een airco in gebouw G072, waardoor er een vermindering optreedt met 61,83 ton CO2 equivalent (Verandering)

-61,83 ton CO2–equivalent

1

16.3.2°b)

Vervanging (wijziging) van enkele koelinstallaties en airco's in gebouw G220 en toevoeging (uitbreiding) van een airco in gebouw G072, waardoor er een vermindering optreedt met 4,75 kW (Verandering)

-4,75 kW

2

17.3.4.3°

De vaste fosforzuur tank bij gebouw 060 wordt verwijderd. Hierdoor wijzigt de opslagcapaciteit met 18,2 ton (Verandering)

-18,2 ton

1

 

De overige vergunde rubrieken blijven ongewijzigd.

 

Zie bijlage

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 18 december 2024 werd het advies ontvangen van Vlaams Energie- en Klimaatagentschap

advies zie bijlage

 

Advies: volledig gunstig

Op 23 december 2024 werd het advies ontvangen van Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant

Advies: geen bezwaar

 

Op 3 januari 2025 werd het advies ontvangen van milieu

Advies: geen advies

 

Op 6 januari 2025 werd het advies ontvangen van Regio Oost - Albertkanaal en Kempisch Kanaal

Advies: gunstig

 

  1. Project-MER

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag te screenen.

Er werd een uitgebreide m.e.r. – screeningsnota bij de aanvraag gevoegd, die ten gronde werd beoordeeld door de vergunningsverlenende overheid.

De beoordeling dat er geen merkelijke effecten op de omgeving zullen zijn, wordt gevolgd.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

De vergunningverlenende overheid zal deze beoordelen.

 

Natuurtoets

De exploitatie ligt op ca. 1000 m van het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied ‘Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Gooren ca. 1000 m van het dichtstbijzijnde VEN/IVON gebied ‘De Gebroekten Grote Nete‘. De projectsite is niet gelegen in de nabijheid van een Vogelrichtlijngebied.

Bij de aanvraag wordt een beoordeling van de stikstofemissies tijdens de aanlegfase van het project gevoegd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de impactscore van het gehele project tijdens de aanlegfase (impactscore bepaald door verkeer, geleide bronnen en gebruik van machines op de site) cumulatief lager is dan 1% de minimis-drempel. Een passende beoordeling voor wat betreft de effecten van stikstofdepositie via lucht is niet nodig doordat er geen risico is op een betekenisvolle aantasting.

Gelet op de aard en de ligging van de exploitatie en op basis van de beschikbare gegevens in de omgevingsvergunningsaanvraag lijkt het aanneembaar te stellen dat de exploitatie geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebied zal veroorzaken, noch dat de exploitatie een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van Habitatrichtlijngebieden zal veroorzaken, op voorwaarde dat de exploitant zich houdt aan de voorwaarden opgelegd in de relevante wetgeving en voor zover de exploitant zich gedraagt naar de code van goede natuurpraktijk.

 

Milieuaspecten

De aanvraag omvat een beperkte wijziging van een reeds vergunde exploitatie. Enkel de aangevraagde wijzigingen worden besproken in deze beoordeling.

 

Lucht

Koelmiddel

De aanvraag omvat het vervangen van een aantal koelinstallaties in gebouw G220 en het plaatsen van een nieuwe bijkomende installatie in gebouw G072. Er worden 2 koelinstallatie met koelmiddel R449a weggehaald en vervangen door installaties met koelmiddel R513a, met een lagere GWP. Ook de nieuwe warmtepomp maakt gebruik van een koelmiddel met lagere GWP (R32).

In totaliteit gaat het om een verlaging van de CO2  -emissie. Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten met betrekking tot het aspect lucht verwacht ten gevolge van de voorliggende aanvraag.

 

Op 20/2/2024 werd de nieuwe EU-verordening rond F-gassen gepubliceerd in het staatsblad. Dit voorziet in een snellere afbouw van HFK’s dan de vorige verordening. De vorige EU-verordening voerde in 2014 een quotasysteem in die importeurs en producenten van HFK’s beperkingen oplegden qua volumes HFK’s en HFK-bevattende apparatuur die op de EU-markt mochten worden gebracht. Door trapsgewijs de toegelaten quota’s te reduceren moest dit quotasysteem ervoor zorgen dat de hoeveelheid HFK’s die tegen 2030 op de markt wordt gebracht met 79% wordt gereduceerd ten opzichte van de hoeveelheid die in 2015 op de markt werd gebracht (in CO2-equivalenten uitgedrukt). De nieuwe EU-verordening legt op dat in 2030 het op de EU-markt toegelaten volume met 95% in plaats van 79% moet gereduceerd zijn. Op langere termijn (2050) zullen geen nieuw geproduceerde HFK’s nog op de EU-markt mogen worden geplaatst.

Concreet betekent dit dat er steeds minder HFK-koelmiddelen op de markt zullen beschikbaar zijn en dat hierdoor de kostprijs van HFK-koelmiddelen nog meer zal stijgen en het bijgevolg interessanter wordt om over te stappen naar F-gasvrije koelsystemen.

Exploitanten van bestaande koel-, airco- en warmtepompapparatuur op basis van HFK’s doen er bovendien goed aan installaties zo lekdicht en duurzaam mogelijk te onderhouden aangezien de beschikbaarheid van HFK’s daalt en de kostprijs ervan stijgt.

 

Geluid

De nieuwe koelinstallaties hebben een beperkt vermogen waardoor de geluidsproductie zeer beperkt is. Bovendien zijn de installaties op geruime afstand van de meest nabije perceelsgrens gesitueerd (meer dan 100 meter).

Er wordt geen overlast verwacht ten gevolge van de gevraagde wijzigingen.

 

Bodem

Een vergunde vaste fosforzuurtank wordt verwijderd. Daardoor daalt de totale opslag van gevaarlijke producten. Er wordt dan ook niet verwacht dat de gevraagde wijzigingen een negatieve impact zullen hebben op de bodem en/of de omgeving.

 

Biodiversiteit

De exploitatie ligt op ca. 1 km van habitatrichtlijngebied en VEN/IVON-gebied en is niet gelegen nabij

vogelrichtlijngebied. De aanvraag omvat een beperkte wijziging van een aantal ingedeelde activiteiten. Deze houden een vermindering van de emissies en/of een verlaging van de opslag van gevaarlijke producten in. Het is dan ook aannemelijk dat deze wijzigingen geen negatieve impact zullen hebben op de omgeving.

Bij de aanvraag wordt een beoordeling van de stikstofemissies tijdens de aanlegfase van het project gevoegd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de impactscore van het gehele project tijdens de aanlegfase (impactscore bepaald door verkeer, geleide bronnen en gebruik van machines op de site) cumulatief lager is dan 1% de minimis-drempel. Een passende beoordeling voor wat betreft de effecten van stikstofdepositie via lucht is niet nodig doordat er geen risico is op een betekenisvolle aantasting.

 

Gelet op de aard en de ligging van de exploitatie en op basis van de beschikbare gegevens in de

omgevingsvergunningsaanvraag lijkt het aanneembaar te stellen dat de exploitatie geen

onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebied zal veroorzaken, noch dat de

exploitatie een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van Habitatrichtlijngebieden

zal veroorzaken, op voorwaarde dat de exploitant zich houdt aan de voorwaarden opgelegd in de

relevante wetgeving en voor zover de exploitant zich gedraagt naar de code van goede natuurpraktijk.

 

Lopende bijzondere voorwaarden

Bijzondere voorwaarden uit de lopende vergunning, die nog van toepassing zijn, dienen bij een eventuele vergunningverlening overgenomen te worden.

 

Termijn

De gevraagde wijzigingen kunnen vergund worden voor een termijn die eindigt op 3 juni 2025 zijnde de einddatum van de lopende vergunning.

 

Conclusie milieutechnische beoordeling

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ te worden geadviseerd als gunstig indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Deze aanvraag betreft het slopen van een RTO installatie en verbouwingswerken aan gebouw 151 in een straat met meerdere bedrijven. De werken zijn inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Het voorwerp van de aanvraag voorziet geen permanente toename van het aantal verkeersbewegingen ten opzichte van de reeds vergunde situatie. Enkel de werffases van de verschillende projecten zullen mogelijks leiden tot een tijdelijke toename in mobiliteit.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De werken hebben bevinden zich op de site van het bedrijventerrein en hebben geen impact op de schaal, ruimtegebruik of bouwdichtheid van deze site.

 

Visueel-vormelijke elementen

De omsluiting van de overkapping (gebouw 151) zal worden uitgevoerd in hetzelfde gevelmateriaal als de bestaande gevels.

De wanden zullen bestaan uit silex betonpanelen in een grijs-beige tint. De horizontale en verticale belijningen zullen overgenomen worden aan de hand van de bestaande voegen. Ook de nieuwe poorten in deze wanden zullen hetzelfde uitzicht krijgen, afgestemd op de bestaande poorten, namelijk poorten in aluminium met witte tint, om zo een uniform geheel te bekomen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Vlaams Energie- en Klimaatagentschap, afgeleverd op 18 december 2024 is gunstig.
  • Het advies van Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant, afgeleverd op 23 december 2024 is geen bezwaar.
  • Het advies van milieu advies, afgeleverd op 3 januari 2025 is geen advies.
  • Het advies van Regio Oost - Albertkanaal en Kempisch Kanaal, afgeleverd op 6 januari 2025 is gunstig.

 

Conclusie

De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de bouwplannen.

 

De nodige veiligheidsmaatregelen dienen in acht genomen.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ te worden geadviseerd als gunstig indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning gunstig te adviseren onder volgende voorwaarden :


De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de bouwplannen.

 

De nodige veiligheidsmaatregelen dienen in acht genomen.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ te worden geadviseerd als gunstig indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.