Terug
Gepubliceerd op 25/02/2025

2025_CBS_00661 - Omgevingsvergunning - het plaatsen van een fiberpop langs Xantenstraat zn (202400474IV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 24/02/2025 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Tom Corstjens; Luc Van Laer; Kris Vangeel; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne-Laure Maes

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Marlon Pareijn
2025_CBS_00661 - Omgevingsvergunning - het plaatsen van een fiberpop langs Xantenstraat zn (202400474IV) - Vergunning 2025_CBS_00661 - Omgevingsvergunning - het plaatsen van een fiberpop langs Xantenstraat zn (202400474IV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 14/03/2025

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024127995

Dossiernummer gemeente: 202400474

 

De gemeente Geel heeft op 9 oktober 2024 een aanvraag ontvangen voor het plaatsen van een fiberpop. De aanvraag werd op 29 november 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Fiberklaar BV met als contactadres Raymonde de Larochelaan 13 bus 203 te 9051 Gent

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Xantenstraat zn

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 1367K2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

 

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg St.-Dimphnaplein goedgekeurd op 6 december 2000

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012. In dit RUP zijn geen specifieke voorschriften opgenomen.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling (V1760) goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 22/01/2001.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in verkaveling. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de verkaveling. De voorschriften van de verkaveling zijn de voorschriften van het BPA St. Dimpnaplein.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

  • Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202100708/OMV_2021152727 voor het plaatsen van een fiberpop goedgekeurd op 25/02/2022.
  • Verkavelingsvergunning (1760) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 22/01/2001.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het plaatsen van een cabine voor telecominfrastructuur en het aanleggen van een verharding.

De unit maakt deel uit van 5 nieuw te plaatsen gelijkaardige units ter verbetering/vervanging van het telecomnetwerk. Het betreft de overgang naar glasvezel. Het glasvezelnetwerk wordt onder het openbaar domein uitgerold en bestaat uit PE buizen met glasvezels die op cruciale plaatsen een knooppunt vormen. Op deze knooppunten dient een betonnen prefab unit geplaatst te worden waarin de glasvezellijnen verbonden worden.

Deze units worden FiberPOPs genoemd. Ze bestaan uit een betonnen gebouwtje met een kruipkelder. De glasvezels worden via de kruipkelder tot in het gebouw gebracht en daar in telecomkasten tot een knooppunt afgemonteerd.

Voor elke unit wordt een aparte omgevingsvergunning aangevraagd.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 9 december 2024 t.e.m. 7 januari 2025. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Er werd advies gevraagd aan Dienst Integraal Waterbeleid maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

Op 12 december 2024 werd het advies ontvangen van Stad Geel, dienst Openbaar Domein, team grijs.

Riolering

De in de Xantenstraat ingebuisde Rijnloop dient tegelijkertijd als afvoer voor het hemelwater van de aanpalende gebouwen. De beoogde locatie ligt in overstromingsgevoelig gebied.

De beoogde verharding / constructie ontneemt in geval van hevige regenval ruimte aan het water en kan zowel ter plaatse als stroomafwaarts voor een verergering van de te verwachten wateroverlast zorgen.

Gezien de aard van de constructie is de installatie van een hemelwaterput niet zinvol: een noemenswaardig gebruik van regenwater doorheen het jaar is er niet te verwachten. Het op de cabine en de niet waterdoorlatende verhardingen vallende water moet daarom op het perceel zelf infiltreren en mag niet naar de riolering / de Rijnloop afvloeien. De plannen vermelden summier dat het hemelwater op natuurlijke wijze in de bodem infiltreert op eigen perceel. Het dak van de cabine is niet aangesloten op een infiltratievoorziening. Dat oppervlak (11,33 m²) zou echter op een infiltratievoorziening met een volume van min. 373,89 L en een infiltratieoppervlakte van min. 0,9064 m² aangesloten moeten worden om bijkomende wateroverlast in de omgeving te voorkomen. De huidige plannen voorzien echter niets om te voorkomen dat hemelwater van het terrein naar het dieper gelegen voetpad (-10 cm) naar de nog dieper gelegen aanpalende inrit naar de ondergrondse garage loopt en hier voor wateroverlast zorgt.

 

Toegangen

Te volledige breedte van de voor de constructie verharde oppervlakte i.e. de eigenlijke oprit en de verhardingen ernaast bedraagt 4,44 m. Dit is 1,56 m minder dan de door de stedenbouwkundige verordening max. toegestane breedte.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door de gemeentelijke omgevingsambtenaar

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Xantenstraat).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het voorliggende project heeft een zeer beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied zodat in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er kan daarom gesteld worden dat de watertoets doorstaan wordt.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het plaatsen van een unit voor het realiseren van het glasvezelnetwerk en het aanleggen van een waterpasserende verharding ter hoogte van deze constructie.

De aangevraagde unit maakt deel uit van een netwerk van 5 nieuw te plaatsen gelijkaardige units ter verbetering/vervanging van het huidige telecomnetwerk.

De FiberPops betreffende geprefrabiceerde betonnen gebouwtjes met 1 bovengrondse bouwlaag en een kruipkelder. De glasvezelkabels worden via de kruipkelder tot in het gebouwtje gebracht en daar in telecomkasten tot een knooppunt afgemonteerd.

Mobiliteitsimpact

Er is geen impact op de mobiliteit.

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De unit heeft en beperkte oppervlakte en hoogte.

Visueel-vormelijke elementen

De unit wordt afgewerkt met betonnen gevelpanelen in RAL6002 (loofgroen).

Er wordt tussen de unit en het voetpad een verharding voorzien in waterpasserende klinkers.

Rondom de unit wordt een kiezelstrook geplaatst voor de infiltratie van het hemelwater dat op de unit valt.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening, mits er voldaan wordt aan de voorwaarden uit dit advies.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 9 december 2024 tot en met 7 januari 2025. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Dienst Integraal Waterbeleid, . Er werd geen advies ontvangen binnen de termijn. Het advies is stilzwijgend gunstig.
  •  Het advies van stad Geel, dienst openbaar domein, team grijs, afgeleverd op 12 december 2024 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met volgende voorwaarden:

 

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

 

De gevels dienen afgewerkt met RAL6010 (grasgroen) of RAL6002 (loofgroen). Een staal dient ter goedkeuring worden voorgelegd aan het bestuur.

 

Bovenop de unit dient een groendak voorzien  met sedumvegetatie.

 

Met uitzondering van de nutsleidingen en de noodzakelijke beschermende overkappingen, dient de zone die niet verhard wordt (zie inplantingsplan) vrij te zijn van alle bodemvreemde materialen  op het einde van de werken en voor oplevering van de werken. Onder bodemvreemde materialen wordt begrepen: producten die cement bevatten, steenachtige materialen, kunststofproducten. Deze lijst is niet limitatief en ontslaat de aannemer niet van de plicht om andere bodemvreemde materialen te verwijderen uit de werfzone die het gevolg zijn van de werken. Indien tijdens de voorbereidende werken reeds bodemvreemde materialen aangetroffen worden,  dient de werfleider de werken op te schorten en het stadsbestuur (openbarewerkenenverkeer@geel.be) hiervan onmiddellijk in kennis te stellen opdat de nodige vaststellingen kunnen gebeuren.

De zone rond de unit zal na afloop van de werken gecontroleerd worden op bodemverdichting m.b.v. een penetrometer. De indringingsweerstand mag maximaal 1.5 MPa bedragen. Om bodemverdichting te vermijden dient betreding met zware machines en voertuigen vermeden te worden. Indien niet vanop een stabiele ondergrond (straat) kan gewerkt worden, dienen rijplaten geplaatst om de druk  op de bodem te spreiden.

Als ondanks de genomen maatregelen de bodem toch verdicht blijkt, dient de aannemer de bodem los te werken. Hierbij is behoud van de bodemstructuur essentieel. De bodem mag dus noch gekeerd,  noch vergraven worden. De bodem dient losgewerkt tot op een diepte van min. 60cm. Hiervoor dient het principe van ploffen of luchtinjectie (cfr. principe van drainjet) gebruikt te worden, uitgevoerd door een firma die over de nodige referenties beschikt. Deze referenties dienen te worden voorgelegd op vraag van het stadsbestuur.

 

Er dient voldaan aan het advies van stad Geel, dienst Openbaar Domein, team grijs:

Riolering

Wateroverlast voor de omgeving door van de cabine en de verhardingen afstromend water moet voorkomen worden en in het bijzonder afstroming naar het dieper gelegen openbaar domein én de naast de cabine liggende inrit naar de ondergrondse garage.

Het dak van de cabine moet aangesloten worden op een bovengrondse infiltratievoorziening op hetzelfde perceel. Deze infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • het volume van de infiltratievoorziening moet min. 374 L bedragen;
  • de infiltratieoppervlakte moet min. 0,9 m² bedragen.

Toegangen

De totale breedte van de toegang  t.h.v. de rooilijn bedraagt max. 4,44 m.

 

 

 

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.


De gevels dienen afgewerkt met RAL6010 (grasgroen) of RAL6002 (loofgroen). Een staal dient ter goedkeuring worden voorgelegd aan het bestuur.


Bovenop de unit dient een groendak voorzien  met sedumvegetatie.

 

Met uitzondering van de nutsleidingen en de noodzakelijke beschermende overkappingen, dient de zone die niet verhard wordt (zie inplantingsplan) vrij te zijn van alle bodemvreemde materialen  op het einde van de werken en voor oplevering van de werken. Onder bodemvreemde materialen wordt begrepen: producten die cement bevatten, steenachtige materialen, kunststofproducten. Deze lijst is niet limitatief en ontslaat de aannemer niet van de plicht om andere bodemvreemde materialen te verwijderen uit de werfzone die het gevolg zijn van de werken. Indien tijdens de voorbereidende werken reeds bodemvreemde materialen aangetroffen worden,  dient de werfleider de werken op te schorten en het stadsbestuur (openbarewerkenenverkeer@geel.be) hiervan onmiddellijk in kennis te stellen opdat de nodige vaststellingen kunnen gebeuren.

De zone rond de unit zal na afloop van de werken gecontroleerd worden op bodemverdichting m.b.v. een penetrometer. De indringingsweerstand mag maximaal 1.5 MPa bedragen. Om bodemverdichting te vermijden dient betreding met zware machines en voertuigen vermeden te worden. Indien niet vanop een stabiele ondergrond (straat) kan gewerkt worden, dienen rijplaten geplaatst om de druk  op de bodem te spreiden.

Als ondanks de genomen maatregelen de bodem toch verdicht blijkt, dient de aannemer de bodem los te werken. Hierbij is behoud van de bodemstructuur essentieel. De bodem mag dus noch gekeerd,  noch vergraven worden. De bodem dient losgewerkt tot op een diepte van min. 60cm. Hiervoor dient het principe van ploffen of luchtinjectie (cfr. principe van drainjet) gebruikt te worden, uitgevoerd door een firma die over de nodige referenties beschikt. Deze referenties dienen te worden voorgelegd op vraag van het stadsbestuur.

 

Er dient voldaan aan het advies van stad Geel, dienst Openbaar Domein, team grijs:

Riolering

Wateroverlast voor de omgeving door van de cabine en de verhardingen afstromend water moet voorkomen worden en in het bijzonder afstroming naar het dieper gelegen openbaar domein én de naast de cabine liggende inrit naar de ondergrondse garage.

Het dak van de cabine moet aangesloten worden op een bovengrondse infiltratievoorziening op hetzelfde perceel. Deze infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • het volume van de infiltratievoorziening moet min. 374 L bedragen;
  • de infiltratieoppervlakte moet min. 0,9 m² bedragen.

Toegangen

De totale breedte van de toegang  t.h.v. de rooilijn bedraagt max. 4,44 m.


Deze opschortende voorwaarden zijn van kracht:

  • ondertekening van de notariële opstalakte,
  • het aanleveren van een geprekadastreerd opmetingsplan.



Lasten

Niet van toepassing