Terug
Gepubliceerd op 04/03/2025

2025_CBS_00705 - Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Leunenstadion’ - Scopingnota en ‘scoping en methodologie van de milieubeoordeling’ - Beslissen: Goedkeuren

College van Burgemeester en Schepenen
ma 03/03/2025 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Luc Van Laer; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne-Laure Maes

Afwezig

Marlon Pareijn; Tom Corstjens; Kris Vangeel

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur
2025_CBS_00705 - Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Leunenstadion’ - Scopingnota en ‘scoping en methodologie van de milieubeoordeling’ - Beslissen: Goedkeuren 2025_CBS_00705 - Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Leunenstadion’ - Scopingnota en ‘scoping en methodologie van de milieubeoordeling’ - Beslissen: Goedkeuren

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0029

Aanleiding en context

Voetbalclub ASV Geel is al vele jaren gevestigd op ‘sportsite De Leunen’ in Geel. Op deze sportsite waar onder andere ook een atletiekpiste en verschillende oefenvelden liggen, werd het Leunenstadion uitgebouwd. De club, investeringsgroep Leunen Invest en stad Geel zijn intussen al geruime tijd in overleg over mogelijkheden voor verdere investeringen in de stadionsite.

Naar aanleiding van concrete bouwplannen van de club in 2016, werd bureau OMGEVING in 2017 op basis van een raamovereenkomst gevraagd om een analyse te maken van de ontwikkelingsmogelijkheden voor de site. Op basis van de nota die door OMGEVING werd opgemaakt, besloot het college van burgemeester en schepenen op 18 april 2017 dat er eerst een kwalitatief ontwikkelingsplan zou moeten worden gemaakt, voordat er bijkomende projecten mogelijk zouden zijn. Sinds 2017 zijn er verschillende ontwikkelingen geweest in en rond de club en moest het ruimtelijke verhaal even on hold worden gezet.

Sinds 2020 werken A.S.V. Geel, Leunen Invest BV en stad Geel een visie uit voor de stadionsite: op 20 november 2020 keurde het college van burgemeester en schepenen het lastenboek goed voor de opmaak van een ontwikkelingsvisie. In zitting van 16 juli 2021 heeft het schepencollege vervolgens de opdracht tot opmaak van een ontwikkelingsvisie gegund aan bureau Atelier Romain in samenwerking met Anteagroup en Goedefroo+Goedefroo architecten.

De ontwikkelingsvisie moet duidelijkheid bieden over de ruimtelijke mogelijkheden voor de verdere ontwikkeling van het stadion. Zo moet het stadion een invulling krijgen die een meerwaarde biedt voor de omliggende wijken en buurtbewoners, en ook het bestaande aanbod van sportsite De Leunen versterkt. Een belangrijke vraag daarbij is welke kansen er zijn om in de schil van het stadion ook niet sportgerelateerde voorzieningen te huisvesten. Deze commerciële ontwikkelingen moeten de stapsgewijze uitbouw van het stadion mogelijk maken. Er wordt onder andere gedacht aan zaken zoals een sportcafé, hotel, kantoren, polyvalente ruimten, huisvesting, internaat, buurtwinkel etc.

In functie van het eerste participatietraject als onderdeel van de opmaak van de ontwikkelingsvisie werd van 17 november t.e.m. 6 december 2021 een online bewonersbevraging gelanceerd via de website van de stad. Dit om inzicht te krijgen in het huidige gebruik van de sportsite en te peilen naar de noden en behoeftes voor deze site. Er werden ruim 600 bevragingen ingevuld door omliggende bewoners en gebruikers van de site. Bijkomend werd op 2 december 2021 een stakeholderoverleg voorzien in aanwezigheid van diverse belanghebbende actoren (waaronder Thomas More, KU Leuven, de sportverenigingen op de site, de moskee, de buurtwerker(s) van de omliggende wijken,...).

De inzichten en aandachtspunten uit het eerste participatietraject werden meegenomen in het uitwerken van zeven concepten en twee scenario’s voor het stadion en zijn omgeving. De zeven concepten vormen een evaluatie- en positiekader in functie van de visievorming voor het Leunenstadion. De scenario’s, die beide verschillende aspecten aftoetsen t.o.v. elkaar (programma, mobiliteit, bouwhoogtes, afstanden, densiteit, bouwkundige haalbaarheid, economische realiteit, voetbalwetgeving,…), vertrekken vanuit de ambities van de club en het uitgangspunt van de zeven geformuleerde concepten. De ruimtelijke concepten hebben betrekking op verschillende schaalniveaus:

  • Op schaal van het sportpark: doorwaadbaarheid, multimodale bereikbaarheid, kwalitatieve en (klimaat)robuuste publieke ruimte, en integratie binnen de omgeving;
  • de stadionsite: mogelijk maken van veelzijdig programma, en hergebruik op schaal van de stadionsite;
  • de gebouwen: hergebruik op schaal van het gebouw, en activeren van daken.

Het scenario-onderzoek voorziet in twee scenario’s. Beide scenario’s zijn vanuit een verschillend optiek tot stand gekomen en verschillen bijgevolg dermate dat deze voldoende ruimte laten om na te denken over tussenoplossingen. Het doel is om uiteindelijk te komen tot een samengesteld voorkeursscenario met elementen uit beide scenario’s. De scenario’s verschillen voornamelijk in de invulling van het programma en ontsluiting en parkeren voor gemotoriseerd verkeer:

  • Scenario A vertrekt van een maximaal behoud van de bestaande tribunes. Om aan de gewenste capaciteit van 8000 toeschouwers te komen wordt slechts één tribune (west 1) vergroot. De huidige supporterszone wordt kwalitatiever ingericht (overdekt, ruimer, aaneengesloten...). Om deze ingreep te financieren, alsook tribune zuid 3 af te werken, wordt een beperkt programma toegevoegd rondom de bestaande tribunes dat zich focust op de noden van de buurt.
  • Scenario B hanteert als algemene uitgangspunten dat Tribunes west 1, noord 2 en oost 1 worden afgebroken en herbouwd en uitgebreid tot de capaciteit van 8000 toeschouwers. De nieuwe tribunes worden over de hele lengte van het voetbalveld voorzien voor een optimale supportersbeleving. De nieuwe supporterszone wordt aansluitend voorzien; deels in de buik, deels meteen achter de tribune. Om deze ingreep te financieren, alsook tribune zuid 3 af te werken, wordt een zwaarder programma, afgestemd op de nieuwe tribunes en de omgeving.

Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 7 maart 2022 kennis van het scenario-onderzoek.

De resultaten van het scenario-onderzoek werden vervolgens getoond aan direct omwonende & actoren in de nabije omgeving, alsook naar een ruimere bewonersgroep tijdens een infomarkt op woensdag 20 april 2022, in de kantine van het voetbalstadion. Het doel hiervan was enerzijds om buurtbewoners, gebruikers van de sportsite en geïnteresseerden te informeren over het project en anderzijds hun input te vergaren over de ontwerpscenario's. Na een eerste toelichting van het traject, de analyse en de visie konden de bezoekers in gesprek gaan met het ontwerpteam rond de twee toekomstscenario's. Dit gebeurde in twee sessies: een eerste voor de directe omwonenden en een tweede sessie voor een ruimere groep geïnteresseerden.

Tijdens een stuurgroep op vrijdag 3 juni 2022 werd, in aanwezigheid van de aandeelhouders van Leunen Invest, het eindrapport ontwikkelingsvisie Leunenstadion toegelicht door het studieteam. Het eindrapport bestaat uit een analyse en toelichting van de resultaten uit de participatiemomenten, een uitgebreide toelichting over het ontwerpend onderzoek ter definiëring van een visie en ruimtelijke concepten en sluit af met het formuleren van een aantal krachtlijnen die zeker doorvertaald dienen te worden in het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).

Het college van burgemeester en schepenen heeft het eindrapport ontwikkelingsvisie Leunenstadion principieel goedgekeurd in zitting van 27 juni 2022.

Opstart procedure opmaak ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Leunenstadion’

Aangezien de stadionsite Leunen volgens het gewestplan gedeeltelijk gelegen is in een zone bestemd als gebied voor dagrecreatie en gedeeltelijk gelegen is in een zone bestemd als woongebied dient een herbestemming te gebeuren om in de schil van het stadion ook nietsportgerelateerde voorzieningen te huisvesten. Om dit mogelijk te maken dient de ontwikkelingsvisie verder vertaald te worden in een RUP.

Het nieuwe RUP moet de stad een helder maar beknopt pakket aan voorschriften bieden die voldoende dwingend zijn, maar tegelijk ook voldoende flexibel zijn om blijvend kansen te bieden aan toekomstige uitdagingen. Het doel is een helder en hanteerbaar RUP voor de stadionsite te ontwikkelen dat de belangrijkste doelstellingen van de stad weerspiegelt en toont ‘waar de lat ligt’ bij concrete aanvragen en projecten.

Aangezien de stad de plicht heeft om erover te waken dat elk RUP in het algemeen belang wordt opgesteld heeft de stad vanuit die optiek de opmaak van een RUP en plan-MER gefaciliteerd. Leunen Invest en ASV Geel worden nauw betrokken bij de procedure. Het lastenboek werd in zitting van 10 november 2022 goedgekeurd door het college burgemeester en schepenen.

In zitting van 5 juni 2023 besliste het college van burgemeester en schepenen de opdracht voor de inhuur van een bureau voor het opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor het Leunenstadion van Geel te gunnen aan bureau Atelier Romain, samen met Antea Group.

De start- en procesnota werden goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 4 december 2023 (beide documenten kunnen worden geraadpleegd via: https://www.geel.be/toekomstvisie-leunenstadion). De goedkeuring van de startnota vormt de eerste formele stap in de procedure tot opmaak van het RUP.

Van 23 januari tot en met 22 maart 2024 organiseerde de stad een inspraak- en adviesronde voor het publiek op de start- en procesnota van het RUP Leunenstadion. Ook de betrokken overheidsinstanties en adviesorganen hebben hun advies gegeven.

Het inspraakmoment over de startnota van het RUP vond plaats op 7 februari 2024 in de kantine van het voetbalstadion De Leunen. Het inspraakmoment vond plaats in de vorm van een infomarkt. Op de infomarkt was een afvaardiging van de stad aanwezig en van het studieteam Atelier Romain – Anteagroup die de bezoekers te woord stonden en uitleg verschaften bij het getoonde materiaal.

Op 8 maart 2024 heeft het Team Externe Veiligheid (Departement Omgeving) beslist dat er zich geen probleem stelt voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid. Het RUP dient bijgevolg niet verder voorgelegd te worden aan het Team Externe Veiligheid en er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport te worden opgemaakt.

Op vraag van de beleidsdomeinen Sport en Vergunningen gaf de dienst stadsontwikkeling in juli 2024 de opdracht aan het studieteam Atelier Romain – Anteagroup om de mogelijkheden te onderzoeken voor de inpassing van 8-12 indoor padelvelden met een totale oppervlakte van ca. 3.000 tot 5.000 m² en een minimale vrije hoogte van 11 meter op de site van het Leunenstadion. Op 25 november 2024 keurde het college burgemeester en schepenen het finaal ontwerpend onderzoek naar de locatie voor de indoor padelhal goed.

Het locatieonderzoek padel heeft geleidt tot enige vertraging in de RUP-procedure. Echter stelt de dienst stadsontwikkeling voor om het locatieonderzoek (en een eventuele omgevingsvergunningsaanvraag die daar het vervolg van zal zijn) en de RUP-procedure als twee parallelle trajecten op te vatten waardoor de voortgang van de RUP-procedure niet langer afhankelijk is van het locatieonderzoek en bijgevolg op korte termijn verdergezet kan worden. In de scopingnota zal een extra scenario (C) worden opgenomen om de milieueffecten van een indoorpadelhal binnen het plangebied in rekening te kunnen brengen. Een eerstevolgende stap betreft de goedkeuring van desbetreffende scopingnota en bijlage ‘scoping en methodologie van de milieubeoordeling’.

Argumentatie

De scopingnota (zie bijlage) bouwt voort op de startnota en bevat een verwerking van de adviezen en inspraakreacties, en geeft aan welke overwegingen hierbij hebben meegespeeld. Er wordt aangegeven in welke processtap inspraakreacties of adviezen zullen worden verwerkt (scopingnota of voorontwerp RUP) en welke opmerkingen wel of niet betrekking hebben op het planniveau (bv. elementen die op het niveau van vergunningverlening, of buiten de mogelijkheden van het planniveau vallen; enz).

Aangezien, de scopingnota voortbouwt op de startnota en minstens dezelfde onderdelen omvat, volgen na de bespreking van de inspraak- en adviesronde de onderdelen die deel uitmaakten van de startnota, aangevuld of aangepast met de elementen die betrekking hebben op de inspraakreacties en adviezen.

Bij voorliggend RUP wordt een volwaardig plan-MER opgemaakt, waarbij mogelijke (permanent) significante milieueffecten onderzocht worden. In de scopingnota en bijlage ‘scoping en methodologie van de milieubeoordeling’ wordt de algemene methodologie toegelicht en wordt een overzicht gegeven van de te onderzoeken disciplines.

Nadat het college voorliggende scopingnota en bijlage ‘scoping en methodologie van de milieubeoordeling’ heeft goedgekeurd, wordt het voorontwerp RUP opgesteld rekening houdende met antwoorden op de adviezen en reacties.

Tijdens de inspraakperiode werd door de volgende instanties advies uitgebracht:

  • Provincie Antwerpen – advies met opmerkingen
  • GECORO – voorwaardelijk positief advies
  • Sport Vlaanderen – Advies met opmerkingen
  • Toerisme Vlaanderen – gunstig advies
  • Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn – gunstig advies
  • Elia – geen advies
  • Fluxys – gunstig advies
  • Departement Zorg – geen advies

Er werden 12 schriftelijke inspraakreacties ontvangen. Ook op het participatiemoment werden reacties verzameld.

Bespreking adviezen en inspraakreacties die een aanpassing in de scopingnota vereisen:

  • Het is niet duidelijk wat cijfermatig het verschil is tussen de programma's van scenario A en B. Scenario B zou zwaarder zijn, maar op welke manier?
    • Het verschil tussen de scenario’s A, B en C (extra scenario indoor padelhal) op vlak van mobiliteitsconcept situeert zich in het behoud van of de graad van ontharden van de parking. Ook het ontsluitingsconcept voor bezoekende supporters, leveringen en hulpdiensten van scenario B verschilt met dat van scenario A en scenario C. Op vlak van programma laten scenario B en C, in tegenstelling tot scenario A, een residentieel programma toe én wordt de maximale BVO van de buurtwinkel verhoogd van 400 m² naar 1.500 m². In een derde scenario (C) wordt ten aanzien van scenario B ook een ontwikkeling van padelvelden toegevoegd aan het programma. De verschillen worden duidelijker beschreven in de scopingnota.
  • De complementariteit met andere winkelgebieden vraagt niet enkel het vermijden van grootschalige handel op de projectsite, maar ook restricties op categorieën voor vergunningplichtige handel (> 400 m²). Het is raadzaam in het RUP te voorzien in een maximale oppervlakte en/of het aantal zaken met dit aanbod te beperken. Ook als er gekozen wordt om dit soort winkels klein genoeg te houden (< 400 m²) is een beperking aangewezen. 'Buurt-ondersteunende functies' en 'handel die niet concurreert met de handelskern en Antwerpseweg' moet verder gespecifieerd worden.
    • Het college burgemeester en schepenen besliste via collegebesluit van 3 juni 2024 om te voorzien in een afstemming met het decreet detailhandel door de maximale BVO voor kleinhandel te beperken tot 400 m² (met uitzondering van de supermarkt in scenario B en C). Binnen het maximum BVO dienen zowel de publiek toegankelijk handelsoppervlakte, bestemd voor verkoop van goederen, als de niet publiek toegankelijke delen gerealiseerd te worden. De verschillen tussen de scenario’s worden duidelijker beschreven in de scopingnota.
  • De figuren horende bij scenario A parking 1 lijkt niet gereduceerd, in tegenstelling tot wat de tekst stelt. Is er bovendien onderzocht of de parking op dalmomenten gebruikt kan worden voor andere zaken?
    • Parking 1 wordt in scenario A gereduceerd in functie van het realiseren van een autovrije voetgangers- en fietsersboulevard aan de zuidzijde van het stadion. Een mogelijk dubbelgebruik werd onderzocht in de ontwikkelingsvisie (2022, Atelier Romain). De resultaten van dit onderzoek zijn meegenomen in de startnota en zullen ook input geven bij het opstellen van de voorschriften (met betrekking tot het maximaal aantal parkeerplaatsen) in het voorontwerp RUP. In de scopingnota wordt de ontharding van parking 1 (en 2, in scenario B) beter in kaart gebracht.
  • De deputatie wijst erop dat de betreffende zone in het afstroomgebied van de Rauwelkovenloop / Larumse Loop ligt. Dit afstroomgebied staat zwaar onder druk. De ontwikkelingsvisie van Leunenstadion vermeldt dat de stad ernaar streeft van een vrij verharde en weinig kwalitatieve verblijfsomgeving naar een groene en klimaat-robuuste omgeving te evolueren. Er wordt echter geen vermelding gemaakt van hemelwaterafvoer.
    • De impact op grondwater en overstromingsgevoelige gebieden zal onderzocht worden in het plan-MER. Het belang van een duurzaam watersysteem op de site van De Leunen wordt extra toegelicht in de scopingnota.
  • De GECORO vindt de voorgestelde faseringsscenario's onaanvaardbaar. Starten met een nieuw bouwvolume geeft geen garanties voor de afwerking van de bestaande casco. De bestaande casco volledig afbreken is vanuit duurzaamheidsstandpunt niet te verkiezen. De GECORO beveelt aan om een voorkeursscenario uit te werken waarbij uitbreidingsmogelijkheden gekoppeld worden aan harde randvoorwaarden tot afwerking van het bestaande casco in eerste fase.
    • Op 3 juni 2024 besliste het college burgemeester en schepenen dat de afwerking van de casco (tribune zuid 3) moet worden opgenomen in Fase 1 en dat Fase 2 niet kan worden opgestart zolang Fase 1 niet afgerond is. Een aanpassing van de fasering wordt opgenomen in de scopingnota.
  • Gelieve voor de parameters te toetsen aan de nieuwe WHO-advieswaarden van 2021 zolang de update van de GAW’s nog niet is afgerond.
    • In het plan-MER zal de beoordeling van het planvoornemen gebeuren op basis van de gezondheids-advieswaarden zoals opgenomen in het richtlijnensysteem Mens – Gezondheid. Gezien de nieuwe WHO-advieswaarden van 2021 ondertussen zijn opgenomen in het betreffende richtlijnensysteem, worden zij opgenomen in de scopingnota en toegepast in het plan-MER.
  • In de startnota wordt een overzicht gegeven van de bereikbaarheid van de omgeving met het openbaar vervoer. Dit overzicht gaat echter nog uit van een verouderde situatie. Sinds 6 januari 2024 is de belbus in Geel stopgezet en vervangen door een flexbus. De haltes die in de startnota zijn opgelijst omdat ze in de omgeving van het stadion liggen zijn sinds die datum niet meer actief.
    • Het luik ‘mobiliteit en ontsluiting (openbaar vervoer)’ krijgt een update in de scopingnota.
  • Er wordt gevraagd om de verbinding tussen de Duivenstraat en de op- en afritten van de N19 veiliger te maken, alsook af te schermen van de parking zodat wildparkeren (voornamelijk tijdens sportwedstrijden) geen invloed meer heeft op de doorstroming op de N19. Er wordt ook gevraagd om tijdens de werken sluipverkeer te vermeden.
    • De impact op mobiliteit zal onderzocht worden in het plan-MER. Hierbij wordt ook parkeren mee opgenomen in het onderzoek. Verder werden in de startnota reeds de belangrijkste te onderzoeken knooppunten opgenomen. De verbinding met de Duivenstraat kan toegevoegd worden aan het studiegebied van het plan-MER. Een aanpassing wordt voorzien in de bijlage ‘Scoping en methodologie voor de milieubeoordeling’.
  • Vraag om de bereikbaarheid van het Geels Volkstoneel te behouden. Het Geels Volkstoneel heeft nood aan voldoende parkeerplaatsen. Bij een voorstelling is er nood aan 80 tot 100 parkeerplaatsen. Het Geels Volkstoneel heeft ook voorstellingen tijdens voetbalmatchen waardoor de parkings bijna volledig volzet zijn.
    • Scenario B gaat uit van een ambitieuze modal shift en faciliteert een veilige fiets- en voetgangerstoegang via Rauwelkoven, gescheiden van het gemotoriseerd verkeer. Daarom wordt parking P2 in dit scenario volledig geschrapt. Na de voorstudie van het inrichtingsplan heeft de stad wel beslist om de nodige parkeerplaatsen te blijven voorzien aan het Geels Volkstoneel. Het gaat hier wel om een beperkte cluster, voorbehouden voor mensen met een verminderde mobiliteit. De parkeerplaatsen voor bezoekers van het Geels Volkstoneel worden voorzien in parking P1, ter hoogte van het stadion. Dit wordt in de scopingnota extra verduidelijkt onder toelichting van scenario B.
  • Het lijkt niet wenselijk om ook op deze site ruimte te voorzien voor startups en een incubator gezien hiervoor reeds ruimte is voorzien in de Innovatiecampus Geel. Eventueel kan een link met sport/voetbal opgelegd worden aan de startups.
    • De incubator en startups moeten sport-gerelateerd zijn en treden hierdoor in slechts beperkte mate in concurrentie met de Innovatiecampus Geel. Daarnaast zal, in functie van het voorontwerp-RUP, de maximale bruto vloeroppervlakte voor de incubator en startups worden onderzocht. In de scopingnota zal de sportieve insteek van de incubator en startups extra benadrukt worden.

Juridische grond

VCRO Artikel 2.2.4. § 3. De scopingnota bouwt voort op de startnota en bevat minstens dezelfde onderdelen als de startnota. De scopingnota bepaalt de te onderzoeken ruimtelijke aspecten en de effectbeoordelingen die moeten worden uitgevoerd, alsook de methode ervan.

De diensten, bevoegd voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage, integreren hun kwaliteitsbeoordeling over de inhoudsafbakening van het planmilieueffectrapport conform artikel 4.2.8, § 6, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, respectievelijk van het ruimtelijk veiligheidsrapport conform artikel 4.4.2, § 3, van het voormelde decreet, in de scopingnota.

De scopingnota is samen met de procesnota de leidraad voor het verdere verloop van het geïntegreerde planningsproces dat leidt tot de opmaak van het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan.

Als uit de scopingnota blijkt dat een milieueffectrapport of een ruimtelijk veiligheidsrapport opgemaakt moet worden, maakt de dienst, bevoegd voor milieueffectrapportage, respectievelijk de dienst bevoegd voor veiligheidsrapportage, voor het verdere verloop van het geïntegreerde planningsproces deel uit van het planteam in functie van de effectrapportage.

Uiterlijk voor de voorlopige vaststelling van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt in de scopingnota door de dienst bevoegd voor milieueffectrapportage bepaald of een milieueffectrapport moet worden opgemaakt.

Uiterlijk voor de voorlopige vaststelling van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt in de scopingnota door de dienst bevoegd voor veiligheidsrapportage, in de gevallen bepaald overeenkomstig artikel 4.4.1, § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, bepaald of een ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden opgemaakt.

De scopingnota kan tijdens het geïntegreerde planningsproces aangevuld worden. De aangevulde scopingnota wordt op dezelfde wijze gepubliceerd als de oorspronkelijke scopingnota.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur - algemene bevoegdheidsbepalingen college van burgemeester en schepenen
<p>Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college burgemeester en schepenen beslist om de scopingnota voor het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Leunenstadion’ en bijlage ‘scoping en methodologie van de milieubeoordeling’ goed te keuren.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen vraagt aan de dienst stadsontwikkeling om de scopingnota voor het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Leunenstadion’ en bijlage ‘scoping en methodologie van de milieubeoordeling’ ter beschikking te stellen op de website en op te laden in het digitale platform DSI.