Terug
Gepubliceerd op 12/03/2025

2025_CBS_00770 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een zonevreemde woning te Aardseweg 154 (202400584 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 03/03/2025 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Luc Van Laer; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne-Laure Maes

Afwezig

Marlon Pareijn; Tom Corstjens; Kris Vangeel

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur
2025_CBS_00770 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een zonevreemde woning te Aardseweg 154 (202400584 swa) - Vergunning 2025_CBS_00770 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een zonevreemde woning te Aardseweg 154 (202400584 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 09/03/2025

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024168900

Dossiernummer gemeente: 202400584

 

De gemeente Geel heeft op 24 december 2024 een aanvraag ontvangen voor verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning. De aanvraag werd op 8 januari 2025 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Dorien Lepoutre wonende Turnhoutseweg 57 te 2440 Geel en de heer Thomas Cauwenberg wonende Turnhoutseweg 57 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Aardseweg 154

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 766K

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen, goedgekeurd op 29 januari 2009, gelegen in ‘overdruk zonevreemde woningen II’.

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 5 juli 2013.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Stedenbouwkundige vergunning (02541) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 05/02/1962.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen te Aardseweg 154 in een lintbebouwing. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van residentiële bebouwing, open velden/akkers en agrarische bedrijven.

Het perceel is bebouwd met een ééngezinswoning en twee bijgebouwen. 

Huidige aanvraag beoogt het slopen van het kleinste bijgebouw en het verbouwen/uitbreiden van de woning. Het andere bijgebouw, rechts achter de woning gelegen, maakt geen deel uit van deze aanvraag.

Huidige aanvraag beoogt het slopen van het kleine bijgebouw links naast de woning.

Huidige aanvraag beoogt het verbouwen/uitbreiden van de woning. De woning zal na de werken een bouwbreedte hebben van 19,39 meter. De bouwdiepte zal 12,9 meter bedragen. De woning zal beschikken over een zadeldak met een nokhoogte van 8,83 meter. In het dak worden zowel aan de voor- als achterzijde dakkapellen voorzien.

De afstand tot de rechtse perceelsgrens zal na de werken 3,02 meter bedragen. De afstand tot de rooilijn zal 11,25 meter bedragen.

De woning beschikt over een kleine kelder. Deze blijft ongewijzigd. Op het gelijkvloers zal de woning na de werken beschikken over een inkomhal met trap en toilet, 2 bureaukamers, een leefruimte, een keuken, een wasplaats, een berging en een zij-inkom-ruimte. Op verdieping zal de woning beschikken over 3 slaapkamers, een badkamer, een dressing, een overloop en een toilet. Onder het dak wordt nog een zolder met technische ruimte voorzien.

Gebruikte gevelmaterialen:

1a. nieuw gevelmetselwerk steen gekaleid wit-lichtgrijs

1b. bestaand gevelmetselwerk steen rood-bruin

2. dorpels: blauwe hardsteen

3. dakbedekking: kleipannen blauw gesmoord

4. schrijnwerk: pvc, hout of alu, zwart-donkergrijs

5. hout

Huidige aanvraag beoogt het aanleggen van een terrasverharding van 14,5m² achter de woning. 

Huidige aanvraag beoogt tevens het aanleggen van een waterdoorlatende verharding in de voor- en zijtuinstrook. Deze verharding doet dienst als pad en oprit en heeft een oppervlakte van 84,6m². 

Achter het grootste bijgebouw wordt een wadi van 5000 liter voorzien. De oppervlakte bedraagt 12,5m². De wadi wordt voorzien op 1 meter van de rechtse perceelsgrens.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 5 februari 2025 heeft het Departement Landbouw en Visserij laten weten in dit dossier geen advies te verlenen.

 

Op 28 januari 2025 werd het advies ontvangen van AQUAFIN, met als referentie ‘P25001072’, waarvan de conclusie als volgt leest:

 

Conclusie van het advies 

Het dossier kan aanvaard worden mits aan volgende voorwaarden wordt voldaan: 

  • Het bijgebouw/de grondverharding wateren af op het eigen terrein/wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal. Deze oppervlaktes hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater. 

 

Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden: 

  • De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting mag max. 160 mm bedragen. In verband met de aansluiting van de bouw op het openbaar stelsel verwijzen we naar de stad Geel die de modaliteiten hiervoor zal vastleggen. 
  • Er dient te worden aangesloten op de bestaande / nieuw geplaatste huisaansluiting. Hierbij dient men rekening te houden met zowel diepte als ligging. Indien aansluiten niet mogelijk is, moeten maatregelen op eigen terrein genomen worden (bv. pompen). De aansluiting dient indien mogelijk te worden aangeboden op maximaal 80cm onder het maaiveld op de scheiding tussen privéterrein en openbaar domein. 
  • Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden. 
  • Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder. 
  • De kanten van de wadi mogen niet steil aangelegd worden maar moeten flauw hellend zijn, zodat deze ook mee kunnen infiltreren. Men dient bovendien rekening te houden bij uitvoering van het dossier dat de gronden t.h.v. de toekomstige wadi niet verdicht worden om de optimale werking ervan te bewaren. Zo niet dienen ze opnieuw losgefreesd te worden voor definitieve aanleg. Het gras moet direct hydraulisch ingezaaid worden, bij voorkeur vóór de aansluiting van het water zelf, zodat het gras de kans krijgt om te groeien alvorens de wadi vol staat met water. Een alternatief voor hydraulisch inzaaien zijn vooraf ingezaaide, biologisch afbreekbare kokosmatten (ongewapend met plastiek of ijzerdraad). Merk wel op dat dit laatste een ecologisch minder interessant alternatief is wegens het gebruik van dominante en weinig diverse soorten. 

 

Er dient voldaan te worden aan volgende algemene voorwaarden: 

  • Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u. 
  • Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen infiltratievoorzieningen. De infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken. Voorbeelden van infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be 

 

Op 6 februari 2025 werd het gunstig advies ontvangen van Agentschap voor Natuur en Bos.

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door de gemeentelijke omgevingsambtenaar

Planologische toets

De projectzone is gelegen binnen het RUP zonevreemde woningen. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van dit RUP.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

Het perceel gelegen te Geel, kadastraal gekend als 13372A0766/00K000 stroomt af naar de Dalemansloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie II) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen Kleine Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied.

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. 

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en fluviaal. 

3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM 

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen vogelrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen habitatrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen VEN-gebied.

Het perceel is niet gelegen binnen bosgebied.

Het perceel is niet gelegen binnen natuurgebied.

Er is een gunstig advies verkregen van het Agentschap voor Natuur en Bos.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het verbouwen van een ééngezinswoning in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar in de onmiddellijke omgeving.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt. Op het perceel is voldoende plaats voorzien om eigen voertuigen te parkeren.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel is gelegen te Aardseweg 154 in een lintbebouwing. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van residentiële bebouwing, open velden/akkers en agrarische bedrijven.

Het perceel is bebouwd met een ééngezinswoning en twee bijgebouwen. 

Huidige aanvraag beoogt het slopen van het kleinste bijgebouw en het verbouwen/uitbreiden van de woning. Het andere bijgebouw, rechts achter de woning gelegen, maakt geen deel uit van deze aanvraag.

Huidige aanvraag beoogt het slopen van het kleine bijgebouw links naast de woning.

Huidige aanvraag beoogt het verbouwen/uitbreiden van de woning. De woning zal na de werken een bouwbreedte hebben van 19,39 meter. De bouwdiepte zal 12,9 meter bedragen. De woning zal beschikken over een zadeldak met een nokhoogte van 8,83 meter. In het dak worden zowel aan de voor- als achterzijde dakkapellen voorzien.

De afstand tot de rechtse perceelsgrens zal na de werken 3,02 meter bedragen. De afstand tot de rooilijn zal 11,25 meter bedragen.

De woning beschikt over een kleine kelder. Deze blijft ongewijzigd. Op het gelijkvloers zal de woning na de werken beschikken over een inkomhal met trap en toilet, 2 bureaukamers, een leefruimte, een keuken, een wasplaats, een berging en een zij-inkom-ruimte. Op verdieping zal de woning beschikken over 3 slaapkamers, een badkamer, een dressing, een overloop en een toilet. Onder het dak wordt nog een zolder met technische ruimte voorzien.

Huidige aanvraag beoogt het aanleggen van een terrasverharding van 14,5m² achter de woning. 

Huidige aanvraag beoogt tevens het aanleggen van een waterdoorlatende verharding in de voor- en zijtuinstrook. Deze verharding doet dienst als pad en oprit en heeft een oppervlakte van 84,6m². 

Achter het grootste bijgebouw wordt een wadi van 5000 liter voorzien. De oppervlakte bedraagt 12,5m². De wadi wordt voorzien op 1 meter van de rechtse perceelsgrens.

De aanvraag is voor wat betreft de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid van een aanvaardbaar niveau.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt gebruik gemaakt van duurzame, kwaliteitsvolle materialen:

Gebruikte gevelmaterialen:

1a. nieuw gevelmetselwerk steen gekaleid wit-lichtgrijs

1b. bestaand gevelmetselwerk steen rood-bruin

2. dorpels: blauwe hardsteen

3. dakbedekking: kleipannen blauw gesmoord

4. schrijnwerk: pvc, hout of alu, zwart-donkergrijs

5. hout

Het ontwerp is architectonisch aanvaardbaar en past binnen de onmiddellijke omgeving.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

 

Bespreking adviezen

De adviezen worden integraal gevolgd.

 

Conclusie

Huidige aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig beoordeeld.

 

Voorwaarde

De (algemene) voorwaarden in het advies van Aquafin, d.d. 28/01/2025 en met als referentie ‘P25001072’, dienen strikt gevolgd te worden.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

 


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager.

De aanvrager dient verplicht volgende voorwaarde strikt na te leven:

Voorwaarde

De (algemene) voorwaarden in het advies van Aquafin, d.d. 28/01/2025 en met als referentie ‘P25001072’, dienen strikt gevolgd te worden.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur. De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer