UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 17 maart 2025
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2025009692
Dossiernummer gemeente: 202500028
Inrichtingsnummer: 20190416-0003
Het college van burgemeester en schepenen heeft de melding ingediend door mevrouw Greta Nietvelt wonende Roshoevendijk 6 te 2440 Geel, ontvangen.
De melding werd ingediend op 24 januari 2025.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als ligging en met als kadastrale ligging afdeling 2 sectie A nrs. 418A4 en 418Y3.
De melding omvat: vrijstelling voor het nemen van bronmaatregelen voor rundveehouderijen
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten en het stikstofdecreet van 26 januari 2024 over de programmatische aanpak stikstof (PAS).
Conform art. 12 van het PAS kan een vrijstelling worden verleend van de generieke bronmaatregelen voor veehouderijen als voldaan is aan één van de volgende voorwaarden:
- Veehouderijen met een jaaremissie < 500 kg NH3 en een impactscore < 0,025% in het jaar van de inwerkingtreding van het stikstofdecreet.
- Biologische bedrijven met een impactscore < 1% in het jaar van de inwerkingtreding van het stikstofdecreet.
- Diercategoriën waarvoor de Vlaamse Regering vaststelt dat er geen ammoniakreducerende maatregelen zijn.
De vergunningverlenende overheid neemt een beslissing binnen een termijn van 60 dagen na het indienen van de melding. De beslissing wordt binnen dezelfde periode ter kennis gebracht aan de aanvrager.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Greta Nietvelt wonende Roshoevendijk 6 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Roshoevendijk 6, 2440 Geel
Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nrs. 418A4 en 418Y3.
Voorwerp van de melding
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Roshoevendijk 6, kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nrs. 418A4 en 418Y3.
Het betreft een melding voor vrijstelling voor het nemen van bronmaatregelen voor rundveehouderijen.
De inrichting heeft een omgevingsvergunning verkregen op 12/08/2019 van het college van burgemeester en schepenen voor het verder exploiteren van een melkveehouderij dat de volgende ingedeelde inrichtingen en/of activiteiten omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
9.4.3.c)1° | Inrichting voor grote zoogdieren, inzonderheid paarden en runderachtigen - met plaatsen voor 20 tot en met 200 gespeende dieren | 48 runderen | 2 |
16.3.1.1° | Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - 5 kW tot en met 200 kW (Koelinstallatie met een totaal geïnstalleerd vermogen van 5 kW) | 5 kW | 3 |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l | 50 liter | 3 |
28.2.c)1° | Opslagplaats voor dierlijke mest in agrarisch gebied van 10 m³ tot en met 5000 m³ | 843 m³ mengmest | 3 |
45.4.e)1° | Opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong, met uitzondering van de producten, vermeld in rubriek 48, van 1 ton tot en met 50 ton | 1.545 kg melk | 3 |
53.8.1°b) | Andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning dan de boringen, vermeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7 en 53.12, waarvan minimaal één put een diepte heeft die groter is dan het locatiespecifieke dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2ter van dit besluit (grondwaterwinning op een diepte van 115 meter met een debiet van 10m³/dag en 930 m³/jaar) | 930 m³/jaar 10 m³/dag | 2 |
Voor een termijn van onbepaalde duur.
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunningen niet onderzocht. Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van de vergunning.
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1. De vrijstellingsaanvraag heeft betrekking op een ingedeelde inrichting van de tweede klasse waarvoor een omgevingsvergunning werd verleend door het college van burgemeester en schepenen van de stad Geel.
Conform artikel 12 van het stikstofdecreet is de vergunningverlenende overheid bevoegd voor het nemen van de beslissing.
Toetsing aan de regelgeving/beoordeling verzoek tot vrijstelling
Conform artikel 8 van het stikstofdecreet neemt iedere rundveehouderij die op de datum van de inwerkingtreding van dit decreet vergund is, uiterlijk tegen 31 december 2025 een ammoniakemissiereducerende maatregel met een minimaal rendement van 5%. In afwijking daarvan kan een gelijkwaardig rendement worden bereikt door het aantal dierplaatsen te verminderen, of door een combinatie van een ammoniakemissiereducerende maatregel en een vermindering van het aantal dierplaatsen.
Volgens artikel 12 van het Stikstofdecreet kan een vrijstelling van de verplichtingen, vermeld in artikel 6 tot en met 11, worden verkregen in de volgende gevallen:
“1° veehouderijen die een jaaremissie van minder dan 500 kg ammoniak hebben en een impactscore lager dan of gelijk aan 0,025% in het jaar van de inwerkingtreding van dit decreet;
2° biologische bedrijven met een impactscore lager dan of gelijk aan 1% in het jaar van de inwerkingtreding van dit decreet;
3° diercategorieën waarvoor de Vlaamse Regering vaststelt dat er geen ammoniakemissie reducerende maatregelen vastgesteld zijn.”
De impactscore werd berekend, via de gestandaardiseerde toepassing. Voor het ganse project bedraagt de impactscore 0,017 %. De jaaremissie van de vergunde inrichting bedraagt 254 kg NH3 volgens de gegevens in de voorliggende melding.
Voor het referentiejaar 2021 bedraagt de jaaremissie 130,3 kg NH3 per jaar.
Conclusie:
De inrichting voldoet aan “1° veehouderijen die een jaaremissie van minder dan 500 kg ammoniak hebben en een impactscore lager dan of gelijk aan 0,025% in het jaar van de inwerkingtreding van dit decreet; “. De vrijstelling kan dan ook worden toegekend.
De omgevingsvergunning d.d. 12/08/2019 blijft ongewijzigd en de opgelegde voorwaarden blijven integraal van toepassing.
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunningen niet onderzocht. Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van vergunning.
De vrijstelling kan enkel toegepast worden voor de exploitatie na 31 december 2030 als daarvoor een omgevingsvergunning wordt verleend met toepassing van artikel 36 of waarbij uit de passende beoordeling blijkt dat de gebiedsspecifieke neerwaartse depositietrend van ammoniak als vermeld in artikel 38, vijfde lid, in de SBZ-H in kwestie, niet gehypothekeerd wordt.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;
• Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsbesluit), zoals gewijzigd bij latere besluiten.
• Decreet van 9 juni 2023 tot wijziging van omgevingsvergunningsdecreet houdende invoeren van overgangsmaatregelen voor vergunningen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (Nooddecreet).
• Decreet van 22 december 2023 tot wijziging van het Omgevingsvergunningsdecreet, houdende invoeren van overgangsmaatregelen voor vergunningen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof.
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het feit dat de gevraagde vrijstelling voor het nemen van bronmaatregelen voor rundveehouderijen in het kader van de stikstofwetgeving wordt toegekend aan mevrouw Greta Nietvelt gelegen te Roshoevendijk 6 te 2440 Geel, gelegen te , kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nrs. 418A4 en 418Y3 voor de ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) met inrichtingsnummer 20190416-0003.
De vrijstelling heeft enkel betrekking op het niet toepassen van de reductiedoelstellingen, het bedrijf dient nog steeds te voldoen aan de PASreferentie 2030.
De nog lopende omgevingsvergunning blijft geldig voor volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
9.4.3.c)1° | Inrichting voor grote zoogdieren, inzonderheid paarden en runderachtigen - met plaatsen voor 20 tot en met 200 gespeende dieren | 48 runderen | 2 |
16.3.1.1° | Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - 5 kW tot en met 200 kW (Koelinstallatie met een totaal geïnstalleerd vermogen van 5 kW) | 5 kW | 3 |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l | 50 liter | 3 |
28.2.c)1° | Opslagplaats voor dierlijke mest in agrarisch gebied van 10 m³ tot en met 5000 m³ | 843 m³ mengmest | 3 |
45.4.e)1° | Opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong, met uitzondering van de producten, vermeld in rubriek 48, van 1 ton tot en met 50 ton | 1.545 kg melk | 3 |
53.8.1°b) | Andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning dan de boringen, vermeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7 en 53.12, waarvan minimaal één put een diepte heeft die groter is dan het locatiespecifieke dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2ter van dit besluit (grondwaterwinning op een diepte van 115 meter met een debiet van 10m³/dag en 930 m³/jaar) | 930 m³/jaar 10 m³/dag | 2 |
Voor een termijn van onbepaalde duur.
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunningen niet onderzocht. Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van de vergunning.
De voorwaarden horende bij de omgevingsvergunning OMV_2019051040 blijven integraal van toepassing:
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Bijzondere voorwaarde:
Het opgevangen regenwater en recuperatiewater dient prioritair gebruikt te worden voor laagwaardige toepassingen.
De vrijstelling is geldig de dag na de datum van de betekening van dit besluit.