Terug
Gepubliceerd op 21/01/2025

2025_CBS_00167 - Omgevingsvergunning - het vellen van bomen bij een woning in opbouw te Luxemburglaan 8 (202400484 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 20/01/2025 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Luc Van Laer; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne-Laure Maes

Afwezig

Tom Corstjens; Bart Julliams; Kris Vangeel

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Marlon Pareijn
2025_CBS_00167 - Omgevingsvergunning - het vellen van bomen bij een woning in opbouw te Luxemburglaan 8 (202400484 swa) - Vergunning 2025_CBS_00167 - Omgevingsvergunning - het vellen van bomen bij een woning in opbouw te Luxemburglaan 8 (202400484 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 04/02/2025

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024141001

Dossiernummer gemeente: 202400484

 

De gemeente Geel heeft op 21 oktober 2024 een aanvraag ontvangen voor het vellen van bomen. De aanvraag werd op 6 december 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Emilie Lens wonende Volderstraat 3 te 2400 Mol en de heer Yannick Schroeyen wonende Volderstraat 3 te 2400 Mol

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Luxemburglaan 8

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 955B25

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woonpark

de woonparken zijn gebieden waarin de gemiddelde woningdichtheid gering is en de groene ruimten een verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan;

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan. 

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 5 juli 2013.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Omgevingsvergunning 201800336/OMV_2018083794 voor rioleringswerken europawijk goedgekeurd op 14/03/2019.
  • Omgevingsvergunning 202400260/OMV_2024067538 voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning, het aanleggen van verhardingen en het rooien van bomen goedgekeurd op 30/09/2024.
  • Verkavelingsvergunning (1546) voor nieuwe verkaveling - geweigerd op 26/03/1990.
  • Verkavelingsvergunning (1546 B) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 22/06/1992.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen te Luxemburglaan 8, een doodlopende straat met residentiële bebouwing in open bouworde. De naastliggende percelen zijn bebouwd. Op het perceel is recent de bouw van een nieuwbouwwoning vergund.

Huidige aanvraag beoogt het vellen van 19 bomen, zowel in kader van de bouwwerken als van de toekomstige tuinaanleg. Er worden achteraf nieuwe hoogstammige bomen aangeplant.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 24 december 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap voor Natuur en Bos:

 

Hiervoor verwijzen wij naar ons advies 24-209407 en de verleende omgevingsvergunning 2024067538. Het bosdecreet is, gezien de vergunning verleend werd, niet langer van toepassing. Gezien de bestemming woon(park)gebied vervalt hierbij onze bevoegdheid.

 

Bij het bekijken van de beslissing van het College voor Burgemeester en Schepenen (OMV20240467538) valt op dat de raadgeving die wij meegaven in functie van boombehoud, bescherming ten aanzien van aansluitend bos niet overgenomen werd. Daarom hernemen wij hier de relevante zaken;

 

Gezien de ligging van het projectgebied, de omvorming die hier voorligt van een bebost perceel naar een huiskavel, conform de geldende wetgeving, en gelegen tegenaan bos is het voor ons agentschap belangrijk om te zorgen voor een buffer tussen perceel met woning en aanhorigheden en het aansluitend bos. Het is dan ook aangewezen om tegenaan de perceelsgrens met het bos een groene, ecologische buffer, een natuurlijke afscheiding te creëren. Dit door een struikengordel, een houtkant aan te leggen, in een golvende breedte van 3-6 meter, aangeplant met bosplantsoen van inheemse en standplaatsgeschikte loofboom(struik)soorten in plantafstand 1,5x1,5m. Soorten zoals; lijsterbes, spork, brem, hulst of hazelaar (voor advies, mogelijkheden plantgoed zie: Plantengids – Plant van hier)

 

Voor het plaatsen van een erfafsluiting wordt aangeraden om zo natuurlijk mogelijk te werken, en daar waar het terrein grenst aan bos, te werken met een struikengordel zoals hierboven beschreven. Het voorzien van houten palen en/of hekwerk is onnodig wanneer er een natuurlijke afbakening wordt voorzien en dient dan ook in die zin te worden beperkt. Waar toch een kunstmatige omheining wordt geplaatst, dient men rekening te houden met faunapasseerbaarheid (vb. grote maasgrootte, beperkte hoogte van max. 1m40, openingen van 20cm onderaan of bij voorkeur twee enkele gladde draden).

 

Verder is het is aangewezen, gezien de ecologische waarde van het omliggend gebied en het belang voor vogelsoorten en vleermuizen, dat lichtvervuiling maximaal wordt vermeden. Waar verlichting toch noodzakelijk is, dienen volgende principes gehanteerd te worden:

- de verlichting tot een minimum beperken;

- verlichting mag enkel het doelgebied aanstralen – gebruik van cutoff armaturen;

- gebruik van bewegingssensoren;

- verlichting moet voorzien worden van een kleurtemperatuur van 2700K of minder, met nadruk op een smalbandspectrum. 

 

Afsluitend wil ons agentschap nog meegeven dat de aangevraagde ontbossing niet automatisch inhoudt dat alle hoogstammige bomen binnen de ontboste oppervlakte moeten gerooid worden. Hierbij mag deze zone omgevormd worden tot tuin, mits het behoud en/of (her)aanplanting van hoogstammige bomen. Deze bomen zullen dus geen deel meer uitmaken van een bos, maar van een tuin. 

 

Het is aan de vergunningverlenende instantie om te bepalen welke bomen er behouden en/of aangeplant moeten worden om te voldoen aan de bestemmingsvoorschriften (woonpark, zie “Algemene opmerking woonparkgebieden” onderaan dit document) en de zorgplicht conform het Natuurdecreet. 

 

Wij raden de vergunningverlenende overheid aan om de vergunning slechts toe te kennen mits naleving van volgende bijkomende voorwaarden;

• Voor wat de ruimtelijke bestemming ‘woonparkgebied’ betreft verwijzen wij naar de algemene opmerkingen onderaan;

• In de zone grenzend aan achterliggende beboste percelen wordt een groene buffer, houtkant, aangelegd over een golvende breedte van 3-6 meter. Aanplant met bosplantsoen in een plantafstand van 1,5x1,5m en dit met inheemse, standplaatsgeschikte, streekeigen loofboom(struik)soorten;

• Men streeft na om afsluitingen beperkt te houden. Bij het plaatsten van kunstmatige omheining wordt optimaal rekening gehouden met mogelijkheden tot faunapassage, wat neerkomt op een afsluiting bij voorkeur geplaatst met een hoogte van maximaal 1,40 m en met een opening onderaan van 20 cm of enkel voorzien van twee enkele gladde draden;

• Verlichting dient maximaal vermeden te worden en indien er toch verlichting wordt voorzien dan dienen volgende principes gehanteerd te worden:

- de verlichting tot een minimum beperken;

- verlichting mag enkel het doelgebied aanstralen – gebruik van cutoff armaturen;

- gebruik van bewegingssensoren;

- verlichting moet voorzien worden van een kleurtemperatuur van 2700K of minder, met nadruk op een smalbandspectrum.

 

Algemene opmerking woonparkgebieden:

Volgens het geldende plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan liggen de betrokken percelen in woonparkgebied. In overeenstemming met de ruimtelijke bestemming dient het niet-bebouwbare gedeelte aangelegd te worden met hoogstammig groen (de aanwezige bomen moeten bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aangevraagde ontbossing houdt niet automatisch in dat alle hoogstammige bomen binnen de ontboste oppervlakte mogen gerooid worden. Hierbij mag deze zone omgevormd worden tot tuin, mits het behoud en/of (her)aanplanting van hoogstammige bomen. Deze bomen zullen dus geen deel meer uitmaken van een bos, maar van een tuin. Er bestaat zodoende geen enkele tegenstijdigheid tussen enerzijds de ontbossing en anderzijds de voorschriften van het woonparkgebied. Het is aan de vergunningverlenende instantie om te bepalen welke bomen er behouden en/of aangeplant moeten worden om te voldoen aan de bestemmingsvoorschriften. 

 

Advies: geen advies

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Het perceel is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen woonparkgebied.

In overeenstemming met de ruimtelijke bestemming dient het niet-bebouwbare gedeelte aangelegd te worden met hoogstammig groen (de aanwezige bomen moeten bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.

Er is een beplantingsplan toegevoegd aan huidige aanvraag dat voldoet aan bovenstaande regel.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Natuurtoets

Huidige aanvraag beoogt het vellen van 19 bomen in kader van het bouwen van een woning en de bijhorende tuinaanleg.

Bomen 1, 2 en 3: Prunus serotina, een invasieve soort.

Boom 4: Quercus rubra - Amerikaanse eik: een soort die snel groeit en zich vermeerderd. Deze soort laat weinig licht door waardoor onderbegroeiing en naburige bomen weinig tot geen kans maken tot een verdere ontwikkeling.

Boom 5: Corylus avellana.

Bomen 6 tot en met 14: gemengde zone met Pinus sylvestris en overwegend Betula pendula, tegen de voorste perceelsgrens.

Bomen 15 tot en met 19: 1 Quercus robur en 4 Pinus sylvestris.

Bij de heraanleg van de tuin wordt nieuw hoogstammig groen voorzien, welke op het beplantingsplan in bijlage terug te vinden is.

Bij de keuze van de nieuw aan te planten bomen wordt gekeken naar de standplaats (omgeving, bodem, betreding, vochtigheid, tuinfunctie), de volwassen hoogte en de meerwaarde in biodiversiteit.

Hiervoor wordt er een mix van zowel inheemse als cultuurvariëteiten voorzien.

In de extensieve tuinzones wordt aan natuurbeheer gedaan, met een inheemse kruid-, struik- en boomlaag. De intensieve tuinzones -dit zijn de functionele gebruikszones- worden voorzien van bomen met een sierwaarde bovenop de meerwaarde voor de diversiteit. Ook hier wordt verder een gelaagde beplanting voorzien.

Het perceel wordt eveneens afgeboord met een gemengde inheemse haagstructuur.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het vellen van bomen in kader van het bouwen van een woning en de tuinaanleg. Er worden nieuwe hoogstammige bomen aangeplant. De aanvraag is functioneel inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

De werken hebben geen impact op de mobiliteit. 

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Er worden 19 bomen geveld. Na de werken wordt het perceel voorzien van nieuwe hoogstammige bomen.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de werken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

Niet van toepassing.

 

Conclusie

Huidige aanvraag wordt gunstig beoordeeld op voorwaarde dat het aan de aanvraag toegevoegde beplantingsplan effectief wordt uitgevoerd.

Aangezien de werken aan de woning op het perceel nog in de beginfase zijn is het logisch dat deze aanplant niet binnen het jaar kan gebeuren.

Een termijn van 5 jaren (10 plantseizoenen) is realistisch.

 

Voorwaarde

Het beplantingsplan “BP bomen 2024-11-12.pdf” gevoegd bij de aanvraag dient binnen een termijn van 5 jaren (10 plantseizoenen) volledig te zijn uitgevoerd. De aanvrager verplicht er zich toe, voor het verstrijken van deze termijn, Stad Geel van de nodige bewijsstukken (foto’s, facturen…) te voorzien.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die zich er toe verplicht volgende voorwaarde strikt na te leven:

Voorwaarde

Het beplantingsplan “BP bomen 2024-11-12.pdf” gevoegd bij de aanvraag dient binnen een termijn van 5 jaren (10 plantseizoenen) volledig te zijn uitgevoerd. De aanvrager verplicht zich er toe, voor het verstrijken van deze termijn, Stad Geel van de nodige bewijsstukken (foto’s, facturen…) te voorzien.