UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 29/01/2025
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024105485
Dossiernummer gemeente: 202400439Inrichtingsnummer: 20210528-0033
De gemeente Geel heeft op 16 september 2024 een aanvraag ontvangen voor de regularisatie van volgende bijgebouwen:
De aanvraag werd op 16 oktober 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
SRM TRADE BV gevestigd Antwerpseweg 112/I te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Antwerpseweg 112I
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nr. 341B2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Op de site bevindt zich een vergunde handcarwash (referentie OMV_2024017478 met als inrichtingsnummer 20210528-0033).
Tijdens een plaatsbezoek door de Dienst Vergunningen – Handhaving van de stad Geel, werd vastgesteld dat er verschillende constructies zijn opgetrokken op het perceel waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning is. Het betreft:
• een constructie met zitplaats voor het personeel, opslagruimte voor houten paletten en lege verpakkingen en opslagruimte voor gevaarlijke producten;
• een constructie met sanitaire voorzieningen voor het personeel.
Op het perceel bevinden zich ook twee containers. In een van deze containers zijn een bureel en een zitplaats voor de klanten ondergebracht, in een tweede staan drank- en voedingsautomaten.
Voorwerp van de aanvraag
Deze aanvraag omvat het regulariseren van volgende niet-vergunde bijgebouwen:
• Een constructie met een zitplaats voor het personeel, opslagruimte voor houten paletten en lege verpakkingen en opslagruimte voor gevaarlijke producten;
• Een constructie met sanitaire voorzieningen voor het personeel;
• Een vrijstaande container met een bureau en een zitplaats voor de klanten.
Met uitzondering van het regulariseren van de hierboven genoemde constructies, blijft het dakoppervlak en de bouwhoogte van de bestaande loods onveranderd. Ook aan de verharding worden er geen wijzigingen aangebracht. De ruimte waarin de handcarwash zich bevindt, werd opnieuw ingericht. Deze reorganisatie is er gekomen om de stromen van voertuigen zo eenvoudig en vloeiend mogelijk te organiseren.
De container met drank- en voedingsautomaten is eigendom van een derde partij. De eigenaar zal hiervoor zelf de regularisatie aanvragen.
Op het perceel bevinden zich volgende bestaande constructies:
• Een bestaande loods met een oppervlakte van 144,10 m² en bijhorend volume van 612,43 m³. Deze loods werd ten opzichte van de laatst vergunde toestand uitgebreid met verschillende constructies. Er wordt een regularisatie aangevraagd voor deze uitbreiding.
• Een bestaande, vrijstaande kantoorcontainer met een oppervlakte van 18 m² en bijhorend volume van 50,4 m³. Er is geen voorgaande vergunning bekend voor deze container. Er wordt een regularisatie aangevraagd voor de kantoorcontainer
• Een bestaande, vrijstaande container met drank- en voedselautomaten in de voortuin met een oppervlakte van 15 m² en bijhorend volume van 42 m³. Er is geen voorgaande vergunning bekend voor deze container. Deze container is eigendom van een derde partij en maakt geen onderwerp uit van het deel regularisatie in dit dossier. De eigenaar zal hiervoor zelf een procedure opstarten.
De kantoorruimte met zitplaats voor wachtende klanten (18 m² en 50,4 m³) is ondergebracht in een verplaatsbare unit. Deze kantoorunit bevindt zich langs de straatzijde, op 4 meter van de perceelsgrens. Er werd geen vergunning bekomen hiervoor en bijgevolg maakt deze kantoorunit onderwerp uit van het deel regularisatie in dit dossier.
Langs de oostzijde van de loods waarin de wagens worden gewassen, werden enkele constructies opgericht waarvoor geen voorgaande vergunning bekend is.
• De bebouwde oppervlakte van de constructie met zitplaats voor het personeel, opslagruimte voor houten palletten en lege verpakkingen en opslagruimte voor gevaarlijke producten, bedraagt 38,75 m² en het bijhorende volume 94,94 m³. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,20 meter. Het hoogste punt bevindt zich op 2,7 meter.
• De bebouwde oppervlakte van de constructie met sanitaire voorzieningen voor het personeel bedraagt 5,76 m² en het bijhorende volume 14,11 m³. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,2 meter. Het hoogste punt bevindt zich op 2,7 meter.
Ingedeelde inrichtingen en activiteiten
De exploitant vraagt aan om de carwash verder te mogen exploiteren.
Er worden geen wijzigingen doorgevoerd aan de reeds vergunde ingedeelde inrichtingen:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.1°a) | Het lozen van bedrijfsafvalwater in de openbare riolering via slibvangers en een olieafscheiders met een debiet van 0,38 m³/uur, 3,75 m³/dag en 1.125 m³/jaar (Ongewijzigd) | 0,38 m³/uur | 3 |
15.4.2°b) | Het wassen van 50 voertuigen per dag (Ongewijzigd) | 50 voertuigen | 2 |
17.4. | De opslag van 456,25 liter gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen: motorolie, biologisch afbreekbare detergenten en zepen. (Ongewijzigd) | 456,25 liter | 3 |
Er werd in 2021 reeds een vergunning afgeleverd voor de voormelde rubrieken voor onbepaalde duur. Aangezien er geen veranderingen worden aangevraagd worden deze rubrieken niet verder besproken. Enkel de gevraagde bijstelling zal worden bekeken.
De exploitant vraagt de volgende bijstelling aan van een bijzondere voorwaarde uit de vergunning:
Bijstelling van de milieuvoorwaarden in afwijking van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM.
Bij te stellen voorwaarde:
Artikel 5.15.0.6 §1 van Vlarem II: “Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 4.5. zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur alsmede op zon- en feestdagen, tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit.”
Voorgesteld alternatief voor de gevraagde afwijking
De exploitant wenst de carwash ook te exploiteren op zon- en feestdagen, gezien hij een cliënteel heeft dat specifiek op deze dagen de wagen wenst te laten wassen. Op zondagvoormiddag hebben klanten hiervoor de tijd. De afwijking wordt gevraagd voor zon- en feestdagen, van 9 tot 14 uur. Het gaat over maximaal 25 wagens per halve dag.
Motivering voor de afwijking
De exploitant argumenteert dat deze openingsuren noodzakelijk zijn om de carwash economisch rendabel te houden en concurrentieel te kunnen uitbaten. De carwash is momenteel geopend van maandag t.e.m. zaterdag, telkens van 9 tot 19 uur.
Het betreft een handmatige carwash en dus geen automatische carwash. Er is weinig tot geen geluidshinder afkomstig van de wasactiviteit zelf. Het geluid van het wassen van de voertuigen blijft voornamelijk beperkt tot het gebruik van de hogedrukreinigers. Het betreft een intermitterend geluid, wat wil zeggen dat het niet permanent is. De hogedrukreiniger wordt telkens kortstondig gebruikt om de voertuigen nat te spuiten en af te spoelen. Men kan hier dus ook niet echt spreken van rustverstorende werkzaamheden.
Om de hinder van aan- en afrijdend verkeer voor de omwonenden zo minimaal mogelijk te houden, wordt aan wachtende bestuurders en leveranciers gevraagd (door middel van signalisatie) om de motor stil te leggen. De exploitatie is dan wel gelegen in woongebied, ze is eveneens gelegen langsheen de drukke gewestweg N19, die Turnhout verbindt met Leuven, via Kasterlee, Geel, Westerlo, Herselt, Aarschot, en Wezemaal. De N19 is een drukke weg met veel verkeer en dus wel wat geluid. Het omgevingsgeluid wordt hierdoor bepaald.
In de onmiddellijke omgeving (± 140 meter) bevindt zich bovendien het bedrijventerrein Poiel. Heel wat handelszaken in de buurt zijn ook op zondag open.
Deze omgevingsvergunningsaanvraag kadert in het verder exploiteren van een handcarwash, gelegen langsheen de Antwerpseweg te Geel. Tegelijkertijd met deze aanvraag wenst de exploitant een afwijking op de sectorale voorwaarde 5.15.0.6§1 van VLAREM II aan te vragen en enkele niet vergunde constructies te regulariseren.
Zie ook document in bijlage.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 26 oktober 2024 t.e.m. 24 november 2024. Er werd een bezwaarschrift ingediend.
Inhoud bezwaarschrift
HAND-CARWASH
1. Overlast van geluid door het gebruik van hogedrukreinigers en stofzuigers buiten de hiervoor voorziene plaatsen ter vermijding van geluidsoverlast
2. Overlast van chemische stoffen, ook via de wind en dumping in de grachten
3. Overlast van rommel en afval
4. Het weghalen van de aangeplante barrrière met bomen dat verplicht was in een vorige omgevingsvergunning
5. Het zich niet houden aan sluitsdagen en sluitingsuren; de casrwash is 7/7 open van ’s morgens 08.00 u tot in de late avonduren, ook op alle zon- en feestdagen
6. Tewerkstelling van illegalen zonder verblijfsverguning en/of werkvergunning (cfr. de vaststellingen en pv’s van FOD werkgelegenheid en sociale zaken)
7. Lawaaioverlast van draaiende motoren en luidruchtige autoradio’s
8. Lawaaioverlast van het geregeld geroep op straat
OPENBARE EETGELEGENHEID
1. Het wild urineren (gewoon tegen de brievenbussen van de buren, waaronder ikzelf) van mannen na het gebruik van de foodautomaat met de openbare eetgelegenheid
2. Het nachtelijk gebruik van de automaten en de draaiende motoren van de auto’s van de nachtelijke bezoekers
3. Het aanschruiven tot op de straatkant ter gevaar van het doorgaand verkeer en de opstropping ervan
4. Dumping van het afval van food & drinks in de gracht en op de straat (welke wederom met de wind worden meegevoerd)
Op 13 december 2024 werd het advies ontvangen van Aquafin
Advies: ongunstig
Op 29 november 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 4 december 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Advies: ongunstig
Op 18 oktober 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius
Op deze locatie is er voor de bestaande gebouwen een elektriciteitsaansluiting en gasaansluiting aanwezig. Als er noodzaak is aan bijkomend vermogen kan de klant hiervoor met ons contact opnemen via tboturnhout@fluvius.be.
Hierbij wordt een gunstig advies met voorwaarden verleend. Dit advies blijft 1 jaar geldig.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 2 december 2024 werd het advies ontvangen van Team Grijs van stad Geel
Riolering
Op de meest recente plannen ontbreken de afmetingen van de centrale loods (de wasplaatsen) ende afwatering en aansluiting aan de afvalwaterriolering van de WC.
Het volume van een reglementaire regenwateropvang kan daarom enkel geschat worden op ongeveer 16 m³. De plannen vermelden echter enkel een hemelwateropvang m.b.v. een tank van 1.000 L en 2 IPC-containers. Het gezamenlijke volume van deze recipiënten bedraagt dus ca. 3 m³: ruim te weinig om te voldoen aan de hemelwaterverordening.
Het hemelwater van een groot deel van de daken is volgens de plannen bovendien niet aangesloten op een hemelwaterput en watert rechtstreeks af naar de riolering. Er is ook geen infiltratievoorziening op eigen terrein. De wijze waarop er hemelwater gebruikt / afgevoerd wordt, is onaanvaardbaar.
Toegangen
De toegang naar het perceel is met ca. 8 m duidelijk breder dan de 6 m die de stedenbouwkundige verordening maximaal toestond op het moment dat de aanvraag werd ingediend.
Advies: ongunstig
Wegenis
Het perceel is gelegen langs een gewestweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:
- wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben. Dit kan leiden tot onvoldoende aanvulling van het grondwater, met (meer) verdroging tot gevolg; De dakoppervlaktes dienen aangesloten te worden op een open infiltratievoorziening. Deze dient conform de GSV Hemelwater te worden gedimensioneerd.
Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthoudenbergen-afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de stroomgebiedbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
Ondoorlatende verhardingen wateren af naar naastliggende groenzones voor infiltratie op eigen terrein. Om infiltratie op eigen terrein te behouden, dient de groenzone minimaal 25% van de verharde oppervlakte te bedragen. De aangrenzende groenzone dient te worden uitgewerkt met een licht komvormige maaiveldverlaging van minimum 5 cm diep. Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. Waterdoorlatende verharding dient te worden aangelegd onder een helling van minder dan 0,5% op een waterdoorlatende funderingslaag. Alle lagen dienen een minimale doorlatendheid van 5.4*10-5 m/s te hebben. Bovendien mogen er geen afvoerkolken worden voorzien. Steenslagfundering moet conform Standaardbestek 250 voor waterdoorlatende verhardingen aangelegd worden. Indien dit niet het geval is, dienen deze verharde oppervlaktes meegenomen te worden in de berekening van de infiltratievoorziening en naar de infiltratievoorziening af te wateren. Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. De waterdoorlatende verharding wordt aangelegd onder een helling tussen de 0.5% en 2%. Het water dient af te stromen naar een groenzone die minimaal 15% van de afstromende oppervlakte heeft. Alle lagen dienen een minimale doorlatendheid van 5.4*10-5 m/s te hebben. Bovendien mogen er geen afvoerkolken worden voorzien. Steenslagfundering moet conform Standaardbestek 250 voor waterdoorlatende verhardingen aangelegd worden. Indien dit niet het geval is, dienen deze verharde oppervlaktes meegenomen te worden in de berekening van de infiltratievoorziening en naar de infiltratievoorziening af te wateren.
De aanvraag voorziet om de dakoppervlakte (38,75 m²) aan te sluiten op enkele ICB tonnen 4.000 liter, er wordt niet gemeld naar waar deze overlopen. Het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor het wassen van voertuigen. De hemelwateropvang dient voorzien te zijn van een overloop naar een oppervlakkige infiltratievoorziening die correct werd gedimensioneerd. Het is aangewezen om de toevoerleiding vanuit de hemelwaterput naar de infiltratievoorziening te voorzien van een terugslagklep om eventuele contaminatie van het verzamelde hemelwater te voorkomen.
Volgens de aangeleverde informatie wordt geen infiltratievoorziening aangelegd. Hierdoor kan de regularisatie niet gunstig geadviseerd worden.
Om effectief te zijn en drainage van het grondwater te vermijden, dient de infiltratievoorziening zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand te bevinden. Enkel het volume en de oppervlakte van de infiltratievoorziening boven dit peil kunnen in rekening genomen worden. Op basis van de drainageklasse van de bodemkaart, zoals raadpleegbaar op Geopunt, is de maximaal toegestane diepte van een infiltratievoorziening op dit perceel 30 cm.
Er dient een open infiltratiesysteem (infiltratiekom/gracht/wadi/…) te worden aangelegd. Open voorzieningen zijn efficiënter, onderhoudsvriendelijker en goedkoper in aanleg.
Tijdens de uitvoering van de werken moet de locatie van de infiltratiezone gevrijwaard worden van zware belasting om bodemverdichting te vermijden. Zo kan de infiltratiecapaciteit maximaal behouden blijven. Bij de dimensionering van de infiltratievoorziening mag enkel rekening worden gehouden met de nuttige volumes en oppervlaktes. Enkel het infiltratievolume en –oppervlakte onder de noodoverloop kunnen meegerekend worden in de dimensionering. Bij bepaling van de infiltratieoppervlakte mag, zonder bijkomende motivatie, voor bovengrondse voorzieningen dieper dan 50 cm enkel de vrij liggende wandoppervlakte in rekening worden gebracht. De voorzieningen moeten op een minimale afstand van 1x hun diepte van ondergrondse constructies (zoals putten, funderingen of kelders) gelegen zijn.
Er dient steeds een snede doorheen de infiltratievoorzieningen te worden aangeleverd, conform de checklist aan te leveren documenten bij het provinciaal beleidskader. Deze dient minstens de volgende gegevens te bevatten: de gemiddelde hoogste grondwaterstand, diepte van de voorziening, indien voorzien de inplanting van de overloop en de nuttige oppervlaktes en volumes.
Vóór de infiltratie- en/of buffervoorziening en de lozing dient het hemelwater voorgezuiverd. Dit kan onder de vorm van bv. een smart-drain, een slibvang met olieafscheider en/of coalescentiefilter (hoge debieten mogen via een bypass rechtstreeks naar de infiltratie- en/of buffervoorziening), e.a. (Bv. op te leggen bij druk bereden wegen (meer dan 500 auto’s per uur), parkeerplaatsen (grote of voor vrachtwagens), busstation, markten, … .) Indien tevens effluentwater wordt aangesloten op de waterloop mag het totale debiet (hemelwater + effluentwater) bovengenoemd maximaal toegelaten lozingsdebiet niet overschrijden. De nodige bijkomende buffering dient hiertoe aangelegd.
Ongunstig, aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en art. 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid. Onderhavig advies kan worden herzien indien gewijzigde plannen worden opgeladen waarbij rekening wordt gehouden met alle onder punt 3 besproken voorwaarden, maatregels en aandachtspunten.
De hemelwateropvang en de overige dakoppervlaktes dienen te worden aangesloten op een open inifltratievoorziening.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Milieuaspecten
Er worden geen wijzigingen aangevraagd aan de vergunde rubrieken. Er wordt enkel een bijstelling aangevraagd van een sectorale voorwaarde:
De afwijking op artikel 5.15.0.6 §1 van Vlarem II werd aangevraagd: “Onverminderd de bepalingen
van hoofdstuk 4.5. zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen tussen 19 uur en 7
uur alsmede op zon- en feestdagen, tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de
exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit.”
Voorgesteld alternatief voor de gevraagde afwijking
De exploitant wenst de carwash ook te exploiteren op zon- en feestdagen, gezien hij een cliënteel heeft dat specifiek op deze dagen de wagen wenst te laten wassen. Op zondagvoormiddag hebben klanten hiervoor de tijd. De afwijking wordt gevraagd voor zon- en feestdagen, van 9 tot 14 uur. Het gaat over maximaal 25 wagens per halve dag.
Motivering voor de afwijking
De exploitant argumenteert dat deze openingsuren noodzakelijk zijn om de carwash economisch rendabel te houden en concurrentieel te kunnen uitbaten. De carwash is momenteel geopend van maandag t.e.m. zaterdag, telkens van 9 tot 19 uur.
Het betreft een handmatige carwash en dus geen automatische carwash. Er is weinig tot geen geluidshinder afkomstig van de wasactiviteit zelf. Het geluid van het wassen van de voertuigen blijft voornamelijk beperkt tot het gebruik van de hogedrukreinigers. Het betreft een intermitterend geluid, wat wil zeggen dat het niet permanent is. De hogedrukreiniger wordt telkens kortstondig gebruikt om de voertuigen nat te spuiten en af te spoelen. Men kan hier dus ook niet echt spreken van rustverstorende werkzaamheden.
Om de hinder van aan- en afrijdend verkeer voor de omwonenden zo minimaal mogelijk te houden, wordt aan wachtende bestuurders en leveranciers gevraagd (door middel van signalisatie) om de motor stil te leggen. De exploitatie is dan wel gelegen in woongebied, ze is eveneens gelegen langsheen de drukke gewestweg N19, die Turnhout verbindt met Leuven, via Kasterlee, Geel, Westerlo, Herselt, Aarschot, en Wezemaal. De N19 is een drukke weg met veel verkeer en dus wel wat geluid. Het omgevingsgeluid wordt hierdoor bepaald.
In de onmiddellijke omgeving (± 140 meter) bevindt zich bovendien het bedrijventerrein Poiel. Heel wat handelszaken in de buurt zijn ook op zondag open.
Beoordeling gevraagde afwijking
Deze afwijking werd reeds aangevraagd bij het afleveren van de omgevingsvergunning door het College van Burgemeester en Schepenen op 30 augustus 2021 (OMV_2021094291; dossiernummer 202100350). Er werd toen besloten de gevraagde afwijking niet toe te staan met de volgende motivering:
“Er wordt voorgesteld deze afwijking niet toe te laten omdat de inrichting gelegen is in woongebied
en er ook hinder van de besproken effecten ten gevolge van de exploitatie zou zijn voor de
omwonenden op zon- en feestdagen. Gezien de beperkte afstand tot de woningen wordt voorgesteld om de afwijking niet toe te laten.”
De afwijking werd verworpen omwille van de beperkte afstand tot woningen en de ligging in een een woongebied. Deze aspecten zijn niet gewijzigde ten opzichte van de omgevingsvergunning uit 2021.
Uit het ingediende bezwaar blijkt ook dat de exploitant zich mogelijks niet houdt aan de voorwaarden van VLAREM en de bijzondere voorwaarden uit de vergunning:
“HAND-CARWASH
1. Overlast van geluid door het gebruik van hogedrukreinigers en stofzuigers buiten de hiervoor voorziene plaatsen ter vermijding van geluidsoverlast
2. Overlast van chemische stoffen, ook via de wind en dumping in de grachten
3. Overlast van rommel en afval
4. Het weghalen van de aangeplante barrrière met bomen dat verplicht was in een vorige omgevingsvergunning
5. Het zich niet houden aan sluitsdagen en sluitingsuren; de casrwash is 7/7 open van ’s morgens 08.00 u tot in de late avonduren, ook op alle zon- en feestdagen
6. Tewerkstelling van illegalen zonder verblijfsverguning en/of werkvergunning (cfr. de vaststellingen en pv’s van FOD werkgelegenheid en sociale zaken)
7. Lawaaioverlast van draaiende motoren en luidruchtige autoradio’s
8. Lawaaioverlast van het geregeld geroep op straat
OPENBARE EETGELEGENHEID
1. Het wild urineren (gewoon tegen de brievenbussen van de buren, waaronder ikzelf) van mannen na het gebruik van de foodautomaat met de openbare eetgelegenheid
2. Het nachtelijk gebruik van de automaten en de draaiende motoren van de auto’s van de nachtelijke bezoekers
3. Het aanschruiven tot op de straatkant ter gevaar van het doorgaand verkeer en de opstropping ervan
4. Dumping van het afval van food & drinks in de gracht en op de straat (welke wederom met de wind worden meegevoerd)”
Het toezicht op het naleven van de voorwaarden uit de eerder afgeleverde vergunning maakt geen onderdeel uit van deze vergunningsprocedure maar geeft wel aan dat de activiteiten overlast veroorzaken voor de omwonenden. Het uitbreiden van de openingsuren van deze activiteit is dan ook niet wenselijk. De exploitant dient er eveneens op gewezen te worden dat rustverstorende activiteiten eveneens niet zijn toegelaten van 19u tot 7uen dat hij/zij de algemene en sectorale voorwaarden van VLAREM alsook de opgelegde bijzondere voorwaarden strikt dient na te leven.
Op basis van de ligging in woongebied, de overlast die de buren ondervinden van de exploitatie, het mogelijks niet naleven van de voorwaarden uit de lopende vergunning en het niet gewijzigd zijn van de situatie ten opzichte van de eerdere weigering van de gevraagde afwijking is het niet aangewezen de gevraagde bijstelling te verlenen.
Lopende bijzondere voorwaarden:
Conclusie
De gemeentelijke omgevingsambtenaar milieu geeft een ongunstig advies voor de gevraagde afwijking. De bijzondere voorwaarden uit de lopende vergunning blijven van kracht en er wordt geadviseerd de gevraagde bijstelling te weigeren. Er wordt geadviseerd de exploitant er op attent te maken dat hij de voorwaarden uit de lopende omgevingsvergunning strikt dient na te leven.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.
Functionele inpasbaarheid
De regularisatie van volgende bijgebouwen:
• Een constructie met een zitplaats voor het personeel, opslagruimte voor houten palletten en lege verpakkingen en opslagruimte voor gevaarlijke producten.
• Een constructie met sanitaire voorzieningen voor het personeel.
• Een vrijstaande container met een bureau en een zitplaats voor de klanten.
Stelt op zich geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.
Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.
De aanvraag heeft een impact op het ruimtegebruik van het perceel.
Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.
Visueel-vormelijke aspecten.
De aanvraag heeft een impact op de visueel-vormelijke uitstraling van de percelen in het straatbeeld. Hoewel de car-wash op zich past in het straatbeeld dat gekenmerkt wordt door handelszaken, tankstations en kmo-bedrijven, brengen de te regulariseren constructies toch een verstoring en verrompeling in het straatbeeld. De constructies staan her en der verspreid op het perceel en 1 constructie staat zelfs over de bouwlijn. Tevens maakt de zeer grote automaat geen deel uit van de vergunning, maar deze verstoort toch ook wel het karakteristieke straatbeeld van de Antwerpseweg.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
Mobiliteit
De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit.
Bodemreliëf
De aanvraag heeft geen impact op het bodemreliëf.
Hinderaspecten – gezondheid
De aanvraag brengt extra hinder met zich mee voor de omgeving, vooral door geluidsoverlast en afval .
Er kan geconcludeerd worden dat het project niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 26 oktober 2024 tot en met 24 november 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er een bezwaarschrift ontvangen.
Inhoud bezwaarschrift
HAND-CARWASH
1. Overlast van geluid door het gebruik van hogedrukreinigers en stofzuigers buiten de hiervoor voorziene plaatsen ter vermijding van geluidsoverlast
2. Overlast van chemische stoffen, ook via de wind en dumping in de grachten
3. Overlast van rommel en afval
4. Het weghalen van de aangeplante barrrière met bomen dat verplicht was in een vorige omgevingsvergunning
5. Het zich niet houden aan sluitsdagen en sluitingsuren; de casrwash is 7/7 open van ’s morgens 08.00 u tot in de late avonduren, ook op alle zon- en feestdagen
6. Tewerkstelling van illegalen zonder verblijfsverguning en/of werkvergunning (cfr. de vaststellingen en pv’s van FOD werkgelegenheid en sociale zaken)
7. Lawaaioverlast van draaiende motoren en luidruchtige autoradio’s
8. Lawaaioverlast van het geregeld geroep op straat
OPENBARE EETGELEGENHEID
1. Het wild urineren (gewoon tegen de brievenbussen van de buren, waaronder ikzelf) van mannen na het gebruik van de foodautomaat met de openbare eetgelegenheid
2. Het nachtelijk gebruik van de automaten en de draaiende motoren van de auto’s van de nachtelijke bezoekers
3. Het aanschruiven tot op de straatkant ter gevaar van het doorgaand verkeer en de opstropping ervan
4. Dumping van het afval van food & drinks in de gracht en op de straat (welke wederom met de wind worden meegevoerd)
Evaluatie bezwaarschrift
HAND-CARWASH
1. Overlast van geluid door het gebruik van hogedrukreinigers en stofzuigers buiten de hiervoor voorziene plaatsen ter vermijding van geluidsoverlast
2. Overlast van chemische stoffen, ook via de wind en dumping in de grachten
3. Overlast van rommel en afval
4. Het weghalen van de aangeplante barrrière met bomen dat verplicht was in een vorige omgevingsvergunning
5. Het zich niet houden aan sluitingsdagen en sluitingsuren; de casrwash is 7/7 open van ’s morgens 08.00 u tot in de late avonduren, ook op alle zon- en feestdagen
6. Tewerkstelling van illegalen zonder verblijfsverguning en/of werkvergunning (cfr. de vaststellingen en pv’s van FOD werkgelegenheid en sociale zaken)
7. Lawaaioverlast van draaiende motoren en luidruchtige autoradio’s
8. Lawaaioverlast van het geregeld geroep op straat
Evaluatie:
Stedenbouw
Punten 3, 4, 5, 6, 7 en 8 behoren niet tot het domein van de stedenbouwkundige wetgeving en worden hier dan ook niet verder behandeld.
Milieu:
Punt 6 en 8 behoren niet tot de omgevingswetgeving en VLAREM en worden niet verder behandeld. De overige punten 1,2,3,4,5,7 tonen aan de dat de exploitatie de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden van de lopende vergunning niet respecteren. Het toezicht op het naleven van de voorwaarden van de lopende vergunning valt onder handhaving en niet onder de vergunningsprocedure. Het geeft echter wel aan dat de omliggende bewoners hinder ondervinden van de exploitatie, dit dient meegenomen te worden in de beoordeling van de gevraagde afwijking om de exploitatie-uren uit te breiden naar zon- en feestdagen.
OPENBARE EETGELEGENHEID
1. Het wild urineren (gewoon tegen de brievenbussen van de buren, waaronder ikzelf) van mannen na het gebruik van de foodautomaat met de openbare eetgelegenheid
2. Het nachtelijk gebruik van de automaten en de draaiende motoren van de auto’s van de nachtelijke bezoekers
3. Het aanschriven tot op de straatkant ter gevaar van het doorgaand verkeer en de opstropping ervan
4. Dumping van het afval van food & drinks in de gracht en op de straat (welke wederom met de wind worden meegevoerd)
Evaluatie:
Stedenbouw
Punten 1 en 4 behoren niet tot het domein van de stedenbouwkundige wetgeving en worden hier dan ook niet verder behandeld.
Milieu
Punt 1, 2, 3 en 4 betreffen overtredingen tegen het politiereglement/verkeersreglement en kunnen hier niet worden behandeld.
Wel geven deze argumenten eveneens aan dat de omliggende bewoners hinder ondervinden van de exploitatie, dit dient meegenomen te worden in de beoordeling van de gevraagde afwijking om de exploitatie-uren uit te breiden naar zon- en feestdagen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een ongunstig advies gegeven betreffende de aanvraag omwille van volgende redenen:
Stedenbouwkundig
1) Het ongunstig advies van Aquafin dd. 13/12/2024 met kenmerk P24006821:
* De hemelwaterput is niet correct gedimensioneerd en dient aangepast te worden.
• Er wordt geen infiltratievoorziening voorzien in het dossier. Dit wordt niet gemotiveerd. Dit is niet aanvaardbaar volgens de GSV.
• Er is geen rioleringsplan aangeleverd.
2) De breedte van de toegang van het perceel vanuit het openbaar domein moet versmald worden naar max. 6 m. Daarbuiten moet de zachte berm terug hersteld worden.
3) De constructies voor de bouwlijn, die niet staat aangegeven op het inplantingsplan, kunnen niet geregulariseerd worden. Er worden geen constructies toegestaan voor de bouwlijn.
4) Het ongunstig advies van de Dienst Integraal Waterbeleid dd. 04/12/2024 met kenmerk WAAD-2024-3121:
Volgens de aangeleverde informatie wordt geen infiltratievoorziening aangelegd. Hierdoor kan de regularisatie niet gunstig geadviseerd worden.
Om effectief te zijn en drainage van het grondwater te vermijden, dient de infiltratievoorziening zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand te bevinden. Enkel het volume en de oppervlakte van de infiltratievoorziening boven dit peil kunnen in rekening genomen worden. Op basis van de drainageklasse van de bodemkaart, zoals raadpleegbaar op Geopunt, is de maximaal toegestane diepte van een infiltratievoorziening op dit perceel 30 cm.
Er dient een open infiltratiesysteem (infiltratiekom/gracht/wadi/…) te worden aangelegd. Open voorzieningen zijn efficiënter, onderhoudsvriendelijker en goedkoper in aanleg.
Tijdens de uitvoering van de werken moet de locatie van de infiltratiezone gevrijwaard worden van zware belasting om bodemverdichting te vermijden. Zo kan de infiltratiecapaciteit maximaal behouden blijven. Bij de dimensionering van de infiltratievoorziening mag enkel rekening worden gehouden met de nuttige volumes en oppervlaktes. Enkel het infiltratievolume en –oppervlakte onder de noodoverloop kunnen meegerekend worden in de dimensionering. Bij bepaling van de infiltratieoppervlakte mag, zonder bijkomende motivatie, voor bovengrondse voorzieningen dieper dan 50 cm enkel de vrij liggende wandoppervlakte in rekening worden gebracht. De voorzieningen moeten op een minimale afstand van 1x hun diepte van ondergrondse constructies (zoals putten, funderingen of kelders) gelegen zijn.
Er dient steeds een snede doorheen de infiltratievoorzieningen te worden aangeleverd, conform de checklist aan te leveren documenten bij het provinciaal beleidskader. Deze dient minstens de volgende gegevens te bevatten: de gemiddelde hoogste grondwaterstand, diepte van de voorziening, indien voorzien de inplanting van de overloop en de nuttige oppervlaktes en volumes.
Vóór de infiltratie- en/of buffervoorziening en de lozing dient het hemelwater voorgezuiverd. Dit kan onder de vorm van bv. een smart-drain, een slibvang met olieafscheider en/of coalescentiefilter (hoge debieten mogen via een bypass rechtstreeks naar de infiltratie- en/of buffervoorziening), e.a. (Bv. op te leggen bij druk bereden wegen (meer dan 500 auto’s per uur), parkeerplaatsen (grote of voor vrachtwagens), busstation, markten, … .) Indien tevens effluentwater wordt aangesloten op de waterloop mag het totale debiet (hemelwater + effluentwater) bovengenoemd maximaal toegelaten lozingsdebiet niet overschrijden. De nodige bijkomende buffering dient hiertoe aangelegd.
Ongunstig, aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en art. 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid. Onderhavig advies kan worden herzien indien gewijzigde plannen worden opgeladen waarbij rekening wordt gehouden met alle onder punt 3 besproken voorwaarden, maatregels en aandachtspunten.
De hemelwateropvang en de overige dakoppervlaktes dienen te worden aangesloten op een open inifltratievoorziening.
Milieu
Ingedeelde inrichtingen en activiteiten:
Op basis van de ligging in woongebied, de overlast die de buren ondervinden van de exploitatie, het niet naleven van de voorwaarden uit de lopende vergunning en het niet gewijzigd zijn van de situatie ten opzichte van de eerdere weigering van de gevraagde afwijking is het niet aangewezen de gevraagde bijstelling te verlenen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar milieu geeft een ongunstig advies voor de gevraagde afwijking. De bijzondere voorwaarden uit de lopende vergunning blijven van kracht en er wordt geadviseerd de gevraagde bijstelling te weigeren. Er wordt geadviseerd de exploitant er op attent te maken dat hij de voorwaarden uit de lopende omgevingsvergunning strikt dient na te leven.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning niet goed te keuren en de weigering af te leveren aan de aanvrager, omwille van volgende redenen:
Stedenbouwkundig
1) Het ongunstig advies van Aquafin dd. 13/12/2024 met kenmerk P24006821:
* De hemelwaterput is niet correct gedimensioneerd en dient aangepast te worden.
• Er wordt geen infiltratievoorziening voorzien in het dossier. Dit wordt niet gemotiveerd. Dit is
niet aanvaardbaar volgens de GSV.
• Er is geen rioleringsplan aangeleverd.
2) De breedte van de toegang van het perceel vanuit het openbaar domein moet versmald worden naar max. 6 m. Daarbuiten moet de zachte berm terug hersteld worden.
3) De constructies voor de bouwlijn, die niet staat aangegeven op het inplantingsplan, kunnen niet geregulariseerd worden. Er worden geen constructies toegestaan voor de bouwlijn.
4) Het ondunstig advies van de Dienst Integraal Waterbeleid dd. 04/12/2024 met kenmerk WAAD-2024-3121:
Volgens de aangeleverde informatie wordt geen infiltratievoorziening aangelegd. Hierdoor kan de regularisatie niet gunstig geadviseerd worden.
Om effectief te zijn en drainage van het grondwater te vermijden, dient de infiltratievoorziening zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand te bevinden. Enkel het volume en de oppervlakte van de infiltratievoorziening boven dit peil kunnen in rekening genomen worden. Op basis van de drainageklasse van de bodemkaart, zoals raadpleegbaar op Geopunt, is de maximaal toegestane diepte van een infiltratievoorziening op dit perceel 30 cm.
Er dient een open infiltratiesysteem (infiltratiekom/gracht/wadi/…) te worden aangelegd. Open voorzieningen zijn efficiënter, onderhoudsvriendelijker en goedkoper in aanleg.
Tijdens de uitvoering van de werken moet de locatie van de infiltratiezone gevrijwaard worden van zware belasting om bodemverdichting te vermijden. Zo kan de infiltratiecapaciteit maximaal behouden blijven. Bij de dimensionering van de infiltratievoorziening mag enkel rekening worden gehouden met de nuttige volumes en oppervlaktes. Enkel het infiltratievolume en –oppervlakte onder de noodoverloop kunnen meegerekend worden in de dimensionering. Bij bepaling van de infiltratieoppervlakte mag, zonder bijkomende motivatie, voor bovengrondse voorzieningen dieper dan 50 cm enkel de vrij liggende wandoppervlakte in rekening worden gebracht. De voorzieningen moeten op een minimale afstand van 1x hun diepte van ondergrondse constructies (zoals putten, funderingen of kelders) gelegen zijn.
Er dient steeds een snede doorheen de infiltratievoorzieningen te worden aangeleverd, conform de checklist aan te leveren documenten bij het provinciaal beleidskader. Deze dient minstens de volgende gegevens te bevatten: de gemiddelde hoogste grondwaterstand, diepte van de voorziening, indien voorzien de inplanting van de overloop en de nuttige oppervlaktes en volumes.
Vóór de infiltratie- en/of buffervoorziening en de lozing dient het hemelwater voorgezuiverd. Dit kan onder de vorm van bv. een smart-drain, een slibvang met olieafscheider en/of coalescentiefilter (hoge debieten mogen via een bypass rechtstreeks naar de infiltratie- en/of buffervoorziening), e.a. (Bv. op te leggen bij druk bereden wegen (meer dan 500 auto’s per uur), parkeerplaatsen (grote of voor vrachtwagens), busstation, markten, … .) Indien tevens effluentwater wordt aangesloten op de waterloop mag het totale debiet (hemelwater + effluentwater) bovengenoemd maximaal toegelaten lozingsdebiet niet overschrijden. De nodige bijkomende buffering dient hiertoe aangelegd.
Ongunstig, aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en art. 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid. Onderhavig advies kan worden herzien indien gewijzigde plannen worden opgeladen waarbij rekening wordt gehouden met alle onder punt 3 besproken voorwaarden, maatregels en aandachtspunten.
De hemelwateropvang en de overige dakoppervlaktes dienen te worden aangesloten op een open inifltratievoorziening.
Milieu
Ingedeelde inrichtingen en activiteiten:
Op basis van de ligging in woongebied, de overlast die de buren ondervinden van de exploitatie, het niet naleven van de voorwaarden uit de lopende vergunning en het niet gewijzigd zijn van de situatie ten opzichte van de eerdere weigering van de gevraagde afwijking is het niet aangewezen de gevraagde bijstelling te verlenen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar milieu geeft een ongunstig advies voor de gevraagde afwijking. De bijzondere voorwaarden uit de lopende vergunning blijven van kracht en er wordt geadviseerd de gevraagde bijstelling te weigeren. Er wordt geadviseerd de exploitant er op attent te maken dat hij de voorwaarden uit de lopende omgevingsvergunning strikt dient na te leven.