Terug
Gepubliceerd op 21/01/2025

2025_CBS_00217 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning (half-open bebouwing) langs Winkelomseheide 208 D (202400506PR) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 20/01/2025 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Luc Van Laer; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne-Laure Maes

Afwezig

Tom Corstjens; Bart Julliams; Kris Vangeel

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Marlon Pareijn
2025_CBS_00217 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning (half-open bebouwing) langs Winkelomseheide 208 D (202400506PR) - Vergunning 2025_CBS_00217 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning (half-open bebouwing) langs Winkelomseheide 208 D (202400506PR) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 25/01/2025

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024147774

Dossiernummer gemeente: 202400506Inrichtingsnummer: 20240527-0019

 

De gemeente Geel heeft op 8 november 2024 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een ééngezinswoning (half-open bebouwing). De aanvraag werd op 26 november 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Michel Vangeel wonende Zijstraat 14 te 2430 Laakdal

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging:

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 749E5

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009gelegen in overdruk zonevreemde woningen II.

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.


Verordeningen

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 5 juli 2013.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202400248/OMV_2024074066 voor bouwen van een eengezinswoning, half-open bebouwing geweigerd op 12/08/2024.
  • Verkavelingsvergunning (2101 B) voor 4 loten voor gekoppelde en 1 lot voor vrijstaande bebouwing - goedgekeurd op 21/09/2015.

  

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het bouwen van een ééngezinswoning met inpandige garage in een half-open bebouwing, te Winkelomseheide 208 D.

Het perceel is gelegen in woongebied krachtens het origineel gewestplan Herentals-Mol dd. 28/07/1978.   Het project is gelegen op de hoofdas van Winkelhomseheide, op de hoek met de Kleinemeerdijk. De ééngezinswoning is aldus vlot bereikbaar en de mobiliteit werd naar functie reeds afgetoetst bij de verkavelingsaanvraag van destijds.  Om het perceel toegankelijk te maken in het kader van het nieuwe bouwproject wordt één nieuwe inrit aan de gemeenteweg Kleinemeerdijk aangevraagd op openbaar domein van 5,00 meter.  Hiervoor dient één meerstammige boom geveld te worden op het openbare domein.

De maximale kroonlijst bedraagt 6,50 meter t.o.v. van het omliggende maaiveld / nulpas, er wordt een kroonlijst aangevraagd van 6,37 meter t.o.v. nulpas, ofwel 6,47 meter t.o.v. het omliggende maaiveld, hoewel dit varieert van min 0,10 meter tot min. 0,01 meter. Deze kroonlijst hoogte gebaseerd op de aanpalende woning links, waarvan de wachtgevel in detail werd opgemeten bij de perceelsverkenning;

De vloerpas van de woning bevindt zich op 30,0 cm boven de as van de weg. Deze hoogte is kleiner dan standaard voorzien in de algemene gemeentelijke basisverordening, immers geldt daar de regel20,0 cm + 2,0 cm x 8,0 meter achter de roolijn = 36,0 cm.

Het omliggende maaiveld wordt aangevraagd om te verhogen tot op het niveau van de trottoir en de aanpalende percelen, dit zowel in de voortuin, achtertuin als zijtuinzone.   Bij de achterste en linker perceelsgrens worden de nodige overgangshellingen voorzien, zodanig dat niet hoeft gewerkt te worden met keermuren. Aan de achterste perceelsgrens is hierbij ook de wadi geïntegreerd. De verhoging van het omliggende maaiveld gebeurt tot op min 10 cm onder de nulpas van het bouwproject, uitgezonderd het terras, dat zich nog volledig in de bouwzone bevindt. Dit word taangelegd op min 1 cm onder de nulpas.  Een hellend dak aangevraagd voor het hoofdvolume (tot 9,0 meter diepte). Waarbij de kroonlijsthoogte start op 6,37 meter t.o.v. de nulpas en de nokhoogte is gesitueerd op 10,87meter van het hoofdvolume. De dakhelling van dit volume bedragen allen 45° cfr. de aanpalende woning, nok is evenwijdig met de rooilijn. Er wordt geen afgeknotte delen of wolfseinden voorzien; Een plat dak boven de uitsprong in de rechterzijgevel en uit de achtergevel. De kroonlijsthoogte hiervan bedraagt 3,50 meter t.o.v. de nulpas; Concreet kan aldus worden geoordeeld, dat er werd voldaan aan de verkavelingsvoorschriften, aangezien de dakhelling gelijk is aan 45° en de nokhoogtes kleiner is als 11,0 meter t.o.v. het omliggende maaiveld. Verder werden ook alle overige kroonlijsthoogtes gerespecteerd 6,37 meter< 6,50 meter en 3,50 meter = 3,50 meter.

Ingedeelde inrichtingen en activiteiten

De aanvraag omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse en dit voor de volgende rubriek:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Tijdelijke bemaling voor het plaatsen van een kelder bij een ééngezinswoning

5183 m³

222 m³/dag

3

 

Kenmerken van de bemaling:

  • Werfput: 11m x 15m x 0,55m
  • Max. debiet: 222 m3/dag, 5183 m³
  • Max. bemalingsdiepte: 10m
  • Max. verlaging grondwaterpeil: tot 1,1 m (verlagen met 0,6m)
  • Termijn: 60 dagen

 

Het betreft een kringbemaling met  filterelementen voor het bouwen van een nieuwe woning met onderkeldering. De werfput meet 11 m op 15 m met een diepte van 0,55 m (bemaling tot op 0,5m onder de aanzet van de kelder). Het maximaal opgepompt debiet bedraagt 5183 m³ gedurende een periode van 60 dagen.

Het bemalingswater zal op het eigen terrein geïnfiltreerd worden via twee tijdelijke infiltratiegrachten met een totale lengte van 25m, 3m breed en 0,5m diep. De grachten lopen over naar de wadi en deze heeft een overloop naar de gracht langs Kleinmeerdijk.

 

Het betreft omgevingsaanvraag voor een bemaling klasse 3 voor de realisatie van een kelder bij een nieuw te bouwen Ééngezinswoning, de aanvraag wordt synchroon ingediend met de omgevingsaanvraag van de ééngezinswoning.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 23 december 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer

Zie bijlage

 

Advies:   voorwaardelijk gunstig

 

Op 24 december 2024 werd het advies ontvangen van Agentschap voor Natuur en Bos.

We leveren geen advies in deze aangezien onze bevoegdheden hier eerder beperkt zijn. Het gaat om een project met hoofdzakelijk stedenbouwkundige handelingen. Op basis van de ingediende documenten stellen we vast dat de aanwezige bomenrij op of tegen de grens met Kleinemeerdijk behouden, gevrijwaard blijft.

Advies:   geen advies

 

Op 29 november 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius.

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

Advies:   geen advies

 

Op 13 december 2024 werd het advies ontvangen van AQUAFIN

zie bijlage

Advies:   voorwaardelijk gunstig

 

Op 13 december 2024 werd het advies ontvangen van stad Geel Team Groen

Advies kapvergunning bomen, Winkelomseheide 208D, Geel (perceel K 749 E5) = Voorwaardelijk gunstig

 

De bomen vermeld in de vergunningsaanvraag mogen gekapt worden mits voorwaarden omschreven in bijlage. Bomen onder deze aanvraag zijn twee (2) Pseudoacacia robinia.

De gevelde bomen moeten worden gecompenseerd door twee bomen van dezelfde grootteorde of gelijkwaardig alternatie (zie tabel in bijlage).

De bestaande houtkant dient te worden behouden, onderhouden en beschermd tijdens de werkzaamheden. Voor een overzicht van de aandachtspunten voor het beschermen van bomen bij bouwwerken kunt u de “10 geboden voor het werken bij bomen” doornemen in bijlage.

Advies:   voorwaardelijk gunstig

 

Op 16 januari 2025 werd het advies ontvangen van stad Geel Team Grijs.

  1. Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

Riolering algemeen en huisaansluitingen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

De afvoerbuizen voor het afvalwater hebben een diameter van 110 mm. De afvoerbuis van het hemelwater heeft een diameter van 110 mm.

De afvoerbuizen DWA worden volgens plan aangesloten op het nog te plaatsen huisaansluitputje DWA. Bij het perceel is er nog geen rioolaansluiting DWA met huisaansluitputje aanwezig. Na het verlenen van de vergunning én na het ingeven van de start der werken in het omgevingsloket, zal er een aansluiting met plaatsing van de huisaansluitputjes DWA worden gerealiseerd door stad Geel.

De wadi wordt voorzien achterin de tuin. Er is geen overloop voorzien . Bij  weg-en rioleringswerken in de Winkelomseheide werd op dit perceel RWA -huisaansluitputje geplaatst met een aansluiting op het nieuwe openbare stelsel. Het bestaande huisaansluitputje RWA langs Winkelomseheide moet gebruikt worden indien m’n toch een overloop wenst te voorzien (niet verplicht) Het putje bevindt zich op de linkerzijde van het perceel, kort bij de grens met nr. 208C.

Er worden zowel op DWA als RWA terugslagkleppen voorzien. Om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen is dit een gunstig principe.

Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. Er werd door hen een hydraulisch en technisch advies opgesteld.

Het project wordt gunstig geadviseerd rekening houdend met verschillende voorwaarden.

Gezien het perceel gelegen is langs een gewestweg, moeten putten en infitlratievoorzieningen geplaatst worden achter de voorste bouwlijn. Het perceel is gelegen op de hoek met Kleinemeerdijk; voor de stad gelden de volgende regels voor het plaatsen van putten en infiltratievoorzieningen in bouwvrije voor-/zijtuinstrook: de bouwvrije zijtuinstrook (tov. Kleinemeerdijk), worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet geen gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning. Dit is niet verplicht maar we aan te raden om geurhinder te vermijden.  

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. Er werd door hen een hydraulisch en technisch advies opgesteld.

Het project wordt gunstig geadviseerd rekening houdend met verschillende voorwaarden.

Keuring afkoppeling

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

  1. Advies toegang tot het perceel op openbaar domein

 

Het perceel is gelegen op de hoek van Winkelomseheide (gewestweg) met Kleinemeerdijk (gemeenteweg) In de bestaande toestand is er op openbaar domein stoep langs Winkelomseheide en groenberm met bomenrij langs Kleinemeerdijk.

Volgens het inplantingsplan wenst men één verharde toegang op openbaar domein met een breedte van 5 meter langs Kleine Meerdijk.  Dit is volgens de bouwcode niet toegestaan, de breedte mag maximaal 4.50m bedragen.

Bijkomend wordt een toegang met breedte 1.20m naar de voordeur gevraagd langs zijde Winkelomseheide. De stad volgt hierin het advies van AWV en laat deze toegangspad toe met een maximale breedte zoals aangegeven op vergund plan.

 

Advies:   voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

 

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

   

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langs een gewestweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Winkelomseheide 208 D te 2440 Geel, Afdeling 3, Sectie K, nr. 749/00E005 (is gelegen langs en) stroomt af naar de Kwalijkloop, een (on)bevaarbare waterloop (van 2de categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – Grote Nete. De locatie is volgens de watertoetskaarten (deels) niet overstromingsgevoelig.

 Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

 

Natuurtoets

De bronbemaling is volgens de biologische waarderingskaart gelegen in een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen waaronder een bomenrij met dominantie van zomereik.

Het betreffende perceel is gelegen op:

  • Circa 1 km tot het VEN of IVON (GEN)  ‘De        Gebroekten Grote Nete’
  • Circa 1 km tot een Habitatrichtlijngebied ‘Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor;
  • Circa 870 m tot historisch permanente graslanden (HPG);


 Artikel 16.§1. van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu stelt dat, in het geval van een vergunningsplichtige activiteit, de bevoegde overheid er zorg voor draagt, dat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan door de vergunning of toestemming te weigeren of door redelijkerwijze voorwaarden op te leggen om de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen.


Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn geen vegetaties gelegen die volgens de ecotoopkwetsbaarheidskaart kwetsbaar of zeer kwetsbaar zijn voor verdroging. Er zijn geen speciale beschermingszones of VEN/IVONgebieden gelegen binnen de invloedstraal van de bemaling.

Het bemalingswater zal geïnfiltreerd worden op eigen terrein.

 

Uit de aanvraag blijkt dat de maximaal te verwachten invloedstraal van de bemaling noch directe noch indirecte effecten zal hebben op de nabije omgeving, waardoor het risico op verdroging en verzuring verwaarloosbaar is. Evenmin zal de bemaling onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in de speciale beschermingszones veroorzaken.

Er wordt geen betekenisvolle impact verwacht op de instandhoudingsdoelstellingen van deze speciale beschermingszones.

 

Stikstof

Aan de aanvraag werd een stikstoftoets toegevoegd. Hierbij werden de stikstofemissies tijdens de aanleg- en de exploitatiefase begroot. De conclusie van deze begroting is dat de impactscore is zowel in aanleg- als exploitatiefase lager is dan 1%. Een verdere passende

beoordeling voor wat betreft de effecten van stikstofdepositie via lucht zijn niet nodig.

 

Gelet op de aard en de ligging van de exploitatie en op basis van de beschikbare gegevens in de omgevingsvergunningsaanvraag lijkt het aanneembaar te stellen dat de exploitatie geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebied zal veroorzaken, noch dat de exploitatie een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van Habitatrichtlijngebieden zal veroorzaken, op voorwaarde dat de exploitant zich houdt aan de voorwaarden opgelegd in de relevante wetgeving en voor zover de exploitant zich gedraagt naar de code van goede natuurpraktijk.

 

Milieuaspecten

 

Water

  • Overstromingsregime

De bronbemaling is volgens de Watertoetskaarten niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied pluviaal, fluviaal of vanuit de zee.

 

  • Riolering

Het besluit van de Vlaamse Regering 10/03/2006 houdende de vaststelling van de regels met betrekking tot de scheiding tussen de gemeentelijke en de bovengemeentelijke saneringsverplichting en het vaststellen van de zoneringsplannen is van toepassing.

  • De bronbemaling ligt in het centrale gebied

 

  • Drinkwater

De bronbemaling is niet gelegen in een beschermingszone type I, II of III voor de winning van drinkwater.

 

  • Grondwater

Het grondwater dat onttrokken wordt bij bronbemalingen bedoeld onder rubriek 53.2. van de VLAREM-indelingslijst moet, in zoverre dit met toepassing van beste beschikbare technieken mogelijk is, zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Als dit technisch onmogelijk is en er is binnen een straal van 50 meter een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor regenwater aanwezig, dan dient het grondwater hierin “vertraagd” geloosd te worden. Enkel als laatste optie kan het afgevoerd worden via de regenwaterafvoer van het rioleringsstelsel (RWA).

Volumes hoger dan 10 m³/u mogen niet geloosd worden in openbare rioleringen aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie, behoudens de uitdrukkelijke schriftelijke toelating van de exploitant van deze installatie (Aquafin nv).

Indien het bemalingswater een (te) hoog gehalte aan bezinkbare stoffen bevat, dienen de nodige filters voorzien te worden, zodat zich geen risico op dichtslibbing van de waterloop of riolering voordoet.

Het bemalingswater wordt geïnfiltreerd op het eigen terrein via 2 tijdelijke infiltratiegrachten. De infiltratiegrachten zijn elks 12,5 m lang, 3m breed en 0,5 m diep. De grachten lopen over naar de wadi, die een overloop heeft naar de gracht langs Kleinemeerdijk. Hierop wordt een tijdelijk overstort geplaatst om een te snelle afvoer van het water te vermijden. Bij nazicht door de diensten, blijkt er geen gracht te zijn langs de Kleinemeerdijk. Langs Winkelomseheide is een regenwaterafvoer aanwezig die verderop in de Kwalijkloop komt. Het is wenselijk de overloop van de wadi, tijdens de bemaling, naar de regenwaterafvoer te leggen. Deze loopt op beperkte afstand in Kwalijkloop. De voorwaarden van de provincie zullen dan ook worden opgelegd.

 

Bodem

Er worden geen zettingsberekeningen aan de aanvraag gevoegd. De exploitant dient de risico’s op zettingen bij naburige gebouwen na te gaan en op te volgen. Indien er een risico is op schade door zettingen dient de exploitant de nodige maatregelen te nemen om schade aan gebouwen te voorkomen.

De bemaling mag geen schade, hinder of nadeel veroorzaken voor de omgeving en/of derden. Door een wijziging van de grondwaterstand en/of -stroming kan eventueel aanwezige bodemverontreiniging (verontreiniging in het vaste deel van de aarde of het grondwater) in horizontale en verticale richting verder verspreiden. Hierdoor kunnen nadelige effecten voor mens en milieu en/of economische schade optreden.

De berekende invloedstraal uit het rekeninstrument van de VMM toont aan dat de invloed van de bemaling reikt tot aan een perceel, waarop een schadegeval heeft plaatsgevonden. Hierbij werden geen restverontreinigingen meer aangetroffen in het grondwater.

Er dient een peilgestuurde bemaling gebruikt te worden om het debiet zoveel mogelijk te beperken.

 

Geluid en trillingen

Er dient gebruik gemaakt te worden van een geïsoleerde pomp om de geluidsoverlast voor de buurt tot een minimum te herleiden.

 

Natuur en biodiversiteit

De bronbemaling situeert zich niet in de nabijheid van speciale beschermingszones.

De bronbemaling is volgens de biologische waarderingskaart gelegen in een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen waaronder een bomenrij met dominantie van zomereik.

 

Het betreffende perceel is gelegen op:

  • Circa 1 km tot het VEN of IVON (GEN)  ‘De Gebroekten Grote Nete’
  • Circa 1 km tot een Habitatrichtlijngebied ‘Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor;
  • Circa 870 m tot historisch permanente graslanden (HPG);

 

Artikel 16.§1. van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu stelt dat, in het geval van een vergunningsplichtige activiteit, de bevoegde overheid er zorg voor draagt, dat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan door de vergunning of toestemming te weigeren of door redelijkerwijze voorwaarden op te leggen om de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen.

 

Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn geen vegetaties gelegen die volgens de ecotoopkwetsbaarheidskaart kwetsbaar of zeer kwetsbaar zijn voor verdroging. Er zijn geen speciale beschermingszones of VEN/IVONgebieden gelegen binnen de invloedstraal van de bemaling.

Het bemalingswater zal geïnfiltreerd worden op eigen terrein.

 

Uit de aanvraag blijkt dat de maximaal te verwachten invloedstraal van de bemaling noch directe noch indirecte effecten zal hebben op de nabije omgeving, waardoor het risico op verdroging en verzuring verwaarloosbaar is. Evenmin zal de bemaling onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in de speciale beschermingszones veroorzaken.

Er wordt geen betekenisvolle impact verwacht op de instandhoudingsdoelstellingen van deze speciale beschermingszones.

 

Algemene en sectorale voorwaarden

Er wordt door de exploitant geen afwijking aangevraagd van de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden. De exploitant dient de algemene en sectorale voorwaarden, zoals bepaald in Titel II van het VLAREM, strikt na te leven.

 

Duur van de vergunning

De bronbemaling wordt gemeld voor max. 60 dagen.

 

CONCLUSIE MILIEU

De omgevingsambtenaar geeft een gunstig advies voor onderstaande aangevraagde rubriek:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°a)

Tijdelijke bemaling voor het plaatsen van een kelder bij een ééngezinswoning

5183 m³

222 m³/dag

3

 

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, mits het opleggen van algemene, sectorale én bijzondere milieuvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau beperkt kunnen worden.

 

De omgevingsambtenaar adviseert het opleggen van onderstaande bijzondere voorwaarden:

 

  • Er dient een peilgestuurde bemaling gebruikt te worden.
  • Voor een bemaling is een voorafmelding verplicht. De voorafmelding van boorwerkzaamheden is een rapporteringsverplichting voor alle boorbedrijven volgens Vlarel artikel 53.6.7. De voorafmelding kan op het meldpunt boringen gebeuren via de portaalpagina van DOV: https://www.dov.vlaanderen.be/. Deze voorafmelding zien we als de start van de looptijd van de bronbemaling. 
  • De aktename is geldig voor een periode van maximaal 60 dagen te rekenen vanaf de start van de bemaling. De start en het einde van de bronbemaling dient gemeld te worden via milieu@geel.be en aan de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen via diw@provincieantwerpen.be
  • Er dient geëvalueerd te worden of de kwaliteit van het opgepompte water voldoet aan de Vlarem normen. Bovendien mogen bodemverontreinigingen in geen geval vrijkomen als gevolg van de bemaling.
  • Het effluent van de bemaling wordt geïnfiltreerd op eigen terrein via infiltratiegrachten en een wadi. De overloop van de wadi dient, tijdens de bemaling, voorzien te worden naar de RWA langs de Winkelomseheide, die uitloopt in de Kwalijkloop. De installatie dient voorzien te worden van een zandvangfilter en ijzerfilter waarvan de werking gegarandeerd is door de exploitant.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.
  • Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • Bij het aanleggen van de infrastructuur en het lozen van het bemalingswater mag geen schade veroorzaakt worden aan derden, de eigendom van derden of het openbaar domein.
  • Indien er voor de lozing en/of de bemaling infrastructuur dient aangelegd te worden op openbaar domein dient dit aangevraagd te worden via de website van de stad Geel (inname openbaar domein).
  • Indien er door de uitvoerder van de bronbemaling wordt vastgesteld dat het vergunde debiet overschreden zal worden, dan dient de bronbemaling stopgezet te worden en een nieuwe aanvraag met het nieuwe debiet aangevraagd worden.
  • De exploitant dient na te gaan of er een risico is op zettingen ten gevolge van de bemaling. Indien nodig dient de exploitant de nodige maatregelen te nemen om het risico op zettingen te voorkomen of afdoende te beperken zodat er geen schade kan optreden aan de nabijgelegen gebouwen.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het bouwen van een ééngezinswoning in half-open bebouwing.   Het perceel, Lot 5, is gelegen in een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling 2101B/JH dd. 21/09/2015.

 

Mobiliteitsimpact

Omwille van de mobiliteitsimpact staat in de verkavelingsvergunning dat het perceel, lot 5, langs de gemeenteweg Kleinemeerdijk moet ontsloten worden.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft een beperkt bouwvolume.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in hedendaagse materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en is verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 23 december 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos, afgeleverd op 24 december 2024 is geen advies.
  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 29 november 2024 is geen advies.
  • Het advies van AQUAFIN, afgeleverd op 13 december 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van stad Geel, dienst Openbaar Domein, team groen, afgeleverd op 13 december 2024 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van stad Geel, dienst Openbaar Domein, team grij,s afgeleverd op 16 januari 2025 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

Stedenbouw

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Milieu

Algemene voorwaarden VLAREM II

Hoofdstuk

Omschrijving

4.1.

Algemene voorschriften

4.2.

Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging

4.3.

Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging

4.4.

Beheersing van luchtverontreiniging

4.5.

Beheersing van geluidshinder

4.6.

Beheersing van hinder door licht

4.7.

Beheersing van asbest

 

Sectorale voorwaarden VLAREM II

Hoofdstuk

Omschrijving

5.53.

Winning van grondwater

 

Bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Er dient een peilgestuurde bemaling gebruikt te worden.
  • Voor een bemaling is een voorafmelding verplicht. De voorafmelding van boorwerkzaamheden is een rapporteringsverplichting voor alle boorbedrijven volgens Vlarel artikel 53.6.7. De voorafmelding kan op het meldpunt boringen gebeuren via de portaalpagina van DOV: https://www.dov.vlaanderen.be/. Deze voorafmelding zien we als de start van de looptijd van de bronbemaling. 
  • De aktename is geldig voor een periode van maximaal 60 dagen te rekenen vanaf de start van de bemaling. De start en het einde van de bronbemaling dient gemeld te worden via milieu@geel.be en aan de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen via diw@provincieantwerpen.be
  • Er dient geëvalueerd te worden of de kwaliteit van het opgepompte water voldoet aan de Vlarem normen. Bovendien mogen bodemverontreinigingen in geen geval vrijkomen als gevolg van de bemaling.
  • Het effluent van de bemaling wordt geïnfiltreerd op eigen terrein via infiltratiegrachten en een wadi. De overloop van de wadi dient, tijdens de bemaling, voorzien te worden naar de RWA langs de Winkelomseheide, die uitloopt in de Kwalijkloop. De installatie dient voorzien te worden van een zandvangfilter en ijzerfilter waarvan de werking gegarandeerd is door de exploitant.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.
  • Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • Bij het aanleggen van de infrastructuur en het lozen van het bemalingswater mag geen schade veroorzaakt worden aan derden, de eigendom van derden of het openbaar domein.
  • Indien er voor de lozing en/of de bemaling infrastructuur dient aangelegd te worden op openbaar domein dient dit aangevraagd te worden via de website van de stad Geel (inname openbaar domein).
  • Indien er door de uitvoerder van de bronbemaling wordt vastgesteld dat het vergunde debiet overschreden zal worden, dan dient de bronbemaling stopgezet te worden en een nieuwe aanvraag met het nieuwe debiet aangevraagd worden.

De exploitant dient na te gaan of er een risico is op zettingen ten gevolge van de bemaling. Indien nodig dient de exploitant de nodige maatregelen te nemen om het risico op zettingen te voorkomen of afdoende te beperken zodat er geen schade kan optreden aan de nabijgelegen gebouwen.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Bomen

  1. Deze werken worden best uitgevoerd door een erkend boomverzorger. Een lijst van ETW (European Treeworkers) kan je vinden op

https://www.bomenbeterbeheren.org/gecertificeerd-boomverzorger/

  1. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Uit de bodemkaart blijkt dat de bodem vochtige zandgrond is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant. 
  2. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. De ordegrootte van de bomen die u velt zijn van 1A. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 14 tot 16cm bij aanplant (plantmaat 14/16).

 

 

Compensatietabel
 bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
 (> 20m)

1° grootte B
 (12-20m)

2° grootte
 (6-12m)

3° grootte
 (< 6m)

Vellen 

1° grootte A (> 20m)

x1

x1

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. 
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  3. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. 
  4. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  5. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.

 

Het advies van Agentschap Wegen & Verkeer met kenmerk AV/114/2024/00933 dd. 23/12/2024 moet nageleefd worden:

De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:

  • De ontsluiting gebeurt via de gemeenteweg Kleinemeerdijk.
  • Aan de kant van de gewestweg wordt één pad van maximaal 1,5 meter voorzien. De rest van het perceel wordt afgesloten van het openbaar domein door een structurele niet-overrijdbare scheiding.
  • Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, moet deze worden geplant op 0,50 meter achter de grens van het openbaar domein.  De haag moet jaarlijks vóór 15 april gesnoeid en tot 0,75 meter hoogte teruggebracht worden.  De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75 meter hoogte.
  • Voor het verharden van de berm dient een domeinvergunning aangevraagd te worden. De aanvraag moet ingediend worden via het webportaal van AWV.   De link naar het webportaal en meer informatie vindt u hier: https://wegenenverkeer.be/adviezen-vergunningen.

  

  1. Voorwaarden  riolering

Riolering algemeen

  • De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Aquafin en AWV zijn te volgen
  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA (tegen Winkelomseheide) als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening.  De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de huisaansluiting.
  • Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening, wadi, …) dienen bij plaatsing in:
    •  de bouwvrije zijtuinstrook (tov. Kleinemeerdijk), worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
    • de bouwvrije voortuinstrook (tov. Winkelomsheide), worden voorzien achter de bouwlijn

 

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

  

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De overloop van de infiltratievoorzieningen moet, indien gewenst, aangesloten worden op de bestaande RWA huisaansluiting langs Winkelomseheide. Aansluiten langs Kleinemeerdijk mag niet gezien hier noch gracht noch (RWA)riolering aanwezig is.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

  1. Voorwaarden toegang tot het perceel op openbaar domein

De voorwaarden van het advies AWV zijn na te leven.

Er wordt langs zijde Kleinemeerdijk  1 toegang toegestaan met een maximale breedte van 4.50m.

Er wordt langs zijde Winkelomseheide 1 toegang toegestaan met een maximale breedte van 1.20m.

Een overwelving moet voorzien worden voor inritten over een gracht. Deze overwelving moet mee opgenomen worden in de vergunning (vergunningsplichtig)

Aanpassingen van het openbaar domein mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen bij stad Geel via https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein . De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Lasten

Niet van toepassing



Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


Stedenbouw

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Milieu

Algemene voorwaarden VLAREM II

Hoofdstuk

Omschrijving

4.1.

Algemene voorschriften

4.2.

Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging

4.3.

Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging

4.4.

Beheersing van luchtverontreiniging

4.5.

Beheersing van geluidshinder

4.6.

Beheersing van hinder door licht

4.7.

Beheersing van asbest

 

Sectorale voorwaarden VLAREM II

Hoofdstuk

Omschrijving

5.53.

Winning van grondwater

 

Bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Er dient een peilgestuurde bemaling gebruikt te worden.
  • Voor een bemaling is een voorafmelding verplicht. De voorafmelding van boorwerkzaamheden is een rapporteringsverplichting voor alle boorbedrijven volgens Vlarel artikel 53.6.7. De voorafmelding kan op het meldpunt boringen gebeuren via de portaalpagina van DOV: https://www.dov.vlaanderen.be/. Deze voorafmelding zien we als de start van de looptijd van de bronbemaling. 
  • De aktename is geldig voor een periode van maximaal 60 dagen te rekenen vanaf de start van de bemaling. De start en het einde van de bronbemaling dient gemeld te worden via milieu@geel.be en aan de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen via diw@provincieantwerpen.be
  • Er dient geëvalueerd te worden of de kwaliteit van het opgepompte water voldoet aan de Vlarem normen. Bovendien mogen bodemverontreinigingen in geen geval vrijkomen als gevolg van de bemaling. 
  • Het effluent van de bemaling wordt geïnfiltreerd op eigen terrein via infiltratiegrachten en een wadi. De overloop van de wadi dient, tijdens de bemaling, voorzien te worden naar de RWA langs de Winkelomseheide, die uitloopt in de Kwalijkloop. De installatie dient voorzien te worden van een zandvangfilter en ijzerfilter waarvan de werking gegarandeerd is door de exploitant.
  • De bronbemaling mag niet langer in stand gehouden worden dan strikt noodzakelijk.
  • Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • Bij het aanleggen van de infrastructuur en het lozen van het bemalingswater mag geen schade veroorzaakt worden aan derden, de eigendom van derden of het openbaar domein.
  • Indien er voor de lozing en/of de bemaling infrastructuur dient aangelegd te worden op openbaar domein dient dit aangevraagd te worden via de website van de stad Geel (inname openbaar domein).
  • Indien er door de uitvoerder van de bronbemaling wordt vastgesteld dat het vergunde debiet overschreden zal worden, dan dient de bronbemaling stopgezet te worden en een nieuwe aanvraag met het nieuwe debiet aangevraagd worden.

De exploitant dient na te gaan of er een risico is op zettingen ten gevolge van de bemaling. Indien nodig dient de exploitant de nodige maatregelen te nemen om het risico op zettingen te voorkomen of afdoende te beperken zodat er geen schade kan optreden aan de nabijgelegen gebouwen.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Bomen

  1. Deze werken worden best uitgevoerd door een erkend boomverzorger. Een lijst van ETW (European Treeworkers) kan je vinden op

https://www.bomenbeterbeheren.org/gecertificeerd-boomverzorger/

  1. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Uit de bodemkaart blijkt dat de bodem vochtige zandgrond is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant. 
  2. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. De ordegrootte van de bomen die u velt zijn van 1A. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 14 tot 16cm bij aanplant (plantmaat 14/16).

 

 

Compensatietabel
 bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
 (> 20m)

1° grootte B
 (12-20m)

2° grootte
 (6-12m)

3° grootte
 (< 6m)

Vellen 

1° grootte A (> 20m)

x1

x1

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
 

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. 
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  3. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. 
  4. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  5. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.

 

Het advies van Agentschap Wegen & Verkeer met kenmerk AV/114/2024/00933 dd. 23/12/2024 moet nageleefd worden:

De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:

  • De ontsluiting gebeurt via de gemeenteweg Kleinemeerdijk.
  • Aan de kant van de gewestweg wordt één pad van maximaal 1,5 meter voorzien. De rest van het perceel wordt afgesloten van het openbaar domein door een structurele niet-overrijdbare scheiding.
  • Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, moet deze worden geplant op 0,50 meter achter de grens van het openbaar domein.  De haag moet jaarlijks vóór 15 april gesnoeid en tot 0,75 meter hoogte teruggebracht worden.  De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75 meter hoogte.
  • Voor het verharden van de berm dient een domeinvergunning aangevraagd te worden. De aanvraag moet ingediend worden via het webportaal van AWV.   De link naar het webportaal en meer informatie vindt u hier: https://wegenenverkeer.be/adviezen-vergunningen.

 

 

  1. Voorwaarden  riolering

Riolering algemeen

  • De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Aquafin en AWV zijn te volgen
  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA (tegen Winkelomseheide) als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening.  De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de huisaansluiting.
  • Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening, wadi, …) dienen bij plaatsing in:
    •  de bouwvrije zijtuinstrook (tov. Kleinemeerdijk), worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
    • de bouwvrije voortuinstrook (tov. Winkelomsheide), worden voorzien achter de bouwlijn

 

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

 

 

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De overloop van de infiltratievoorzieningen moet, indien gewenst, aangesloten worden op de bestaande RWA huisaansluiting langs Winkelomseheide. Aansluiten langs Kleinemeerdijk mag niet gezien hier noch gracht noch (RWA)riolering aanwezig is.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

  1. Voorwaarden toegang tot het perceel op openbaar domein

De voorwaarden van het advies AWV zijn na te leven.

Er wordt langs zijde Kleinemeerdijk  1 toegang toegestaan met een maximale breedte van 4.50m.

Er wordt langs zijde Winkelomseheide 1 toegang toegestaan met een maximale breedte van 1.20m.

Een overwelving moet voorzien worden voor inritten over een gracht. Deze overwelving moet mee opgenomen worden in de vergunning (vergunningsplichtig)

Aanpassingen van het openbaar domein mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen bij stad Geel via https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein . De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.