Terug
Gepubliceerd op 07/01/2025

2025_CBS_00015 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een ééngezinswoning te St.-Corneliusstraat 37 (202400390 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 06/01/2025 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Tom Corstjens; Bart Julliams; Luc Van Laer; Kris Vangeel; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Anne-Laure Maes

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Marlon Pareijn
2025_CBS_00015 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een ééngezinswoning te St.-Corneliusstraat 37 (202400390 swa) - Vergunning 2025_CBS_00015 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een ééngezinswoning te St.-Corneliusstraat 37 (202400390 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 08/01/2025

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024102212

Dossiernummer gemeente: 202400390

 

De gemeente Geel heeft op 13 augustus 2024 een aanvraag ontvangen voor verbouwen van een eengezinswoning. De aanvraag werd op 25 september 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Linde Sterckx wonende Sint Corneliusstraat 37 te 2440 Geel en de heer Marnick Gorremans wonende Sint Corneliusstraat 37 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: St.-Corneliusstraat 37

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie D nr. 589S2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan, alsook aan de voorschriften van de verkaveling.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met het gewestplan, maar wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de verkaveling voor wat betreft de aanwezigheid van de dakvensters en de hoogte van het bijgebouw.

 

Verordeningen

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 5 juli 2013.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Stedenbouwkundige vergunning (04313) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 18/03/1968.
  • Stedenbouwkundige vergunning (10997) voor aanleg riolering - goedgekeurd op 10/01/1994.
  • Verkavelingsvergunning (0313) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 09/09/1966.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen te St.-Corneliusstraat 37 te midden van een woonlint. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van residentiële woningen in verschillende bouwstijlen. Het perceel is bebouwd met een halfopen eengezinswoning en enkele bijgebouwen. Zowel het perceel links als rechts van de projectsite is bebouwd.

Huidige aanvraag beoogt het slopen van de aanwezige bijgebouwen; het verbouwen van de bestaande woning; het opbreken van verhardingen; het plaatsen van zwembad; het bouwen van een bijgebouw in de tuinzone; het bouwen van een carport in de zijtuinstrook; het aanleggen van verhardingen; het aanleggen van een wadi.

De bestaande bijgebouwen (3 stuks) worden afgebroken. De bestaande verharding wordt opgebroken.

De halfopen woning wordt verbouwd. Na de werken zal de woning een bouwdiepte hebben van 17 meter, waarvan het hoofdvolume 2 bouwlagen telt en voorzien is van een zadeldak met een hellingsgraad van 39°. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 9,5 meter. De overige 7,5 meter telt 1 bouwlaag en wordt voorzien van een plat dak. De kroonlijsthoogte van het hoofdvolume bedraagt 5,59 meter. De nokhoogte bedraagt 9,45 meter. De hoogte van de achterbouw bedraagt 3,5 meter. De woning heeft een maximale bouwbreedte van 10,08 meter. De breedte van het hoofdvolume blijft beperkt tot 9,39 meter.

De voorbouwlijn van de woning blijft ongewijzigd. De afstand tot de linkse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter. In de linkse zijtuinstrook wordt een carport voorzien. Deze heeft een oppervlakte van 20,3m². De bouwdiepte bedraagt 6 meter. De carport wordt 5 meter achter de voorgevelbouwlijn ingeplant. De carport wordt voorzien tussen de linkerzijgevel en de linkse perceelsgrens, tegen de bestaande bebouwing op het naastliggende perceel. De carport wordt voorzien van een plat dak waarvan de hoogte 3 meter bedraagt.

Het hoofdvolume van de woning is gedeeltelijk onderkelderd. Op het gelijkvloers zal de woning voorzien zijn van een inkomhal met toilet, een speelhoek/bureau, een zithoek, een badkamer, een technische ruimte, een wasplaats, een berging, een tweede toilet, een tweede berging/sas en een keuken/eethoek. Op de eerste verdieping zal de woning beschikken over 3 slaapkamers, een nachthal, een dressing en een sanitaire ruimte. Onder het dak worden nog 2 slaapkamers voorzien.

Achter de woning, tegen de linkse perceelsgrens wordt een bijgebouw van 60m² voorzien. De constructie heeft een bouwdiepte van 10 meter en een bouwbreedte van 6 meter. Het bijgebouw wordt ingeplant op 12,97 meter van de nieuwe achtergevel. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de hoogte 3,5 meter bedraagt. Binnen het bijgebouw zullen een poolhouse, een douchecel, een technische ruimte en een tuin- en fietsenberging worden ondergebracht. Er wordt een pad naar het bijgebouw voorzien, aangelegd in stapstenen.

Voor de carport wordt een oprit en pad naar de voordeur van 40,9m² aangelegd in klinkerverharding. Achter de woning wordt een terras met pad naar de carport aangelegd van 34,4m². 

Er wordt een zwembad aangelegd van 32m². De breedte van het zwembad bedraagt 4 meter. De lengte bedraagt 8 meter. Het zwembad heeft een diepte van 1,5 meter exclusief fundering. Het zwembad wordt voorzien op 3,51 meter van de achtergevel van de woning. De afstand tot de rechtse perceelsgrens, gemeten vanaf de noordwestelijke hoek van het zwembad, bedraagt 3,05 meter. Dit is tevens de minimale afstand van het zwembad tot de laterale perceelsgrenzen. Rondom het zwembad wordt een boordverharding voorzien van 50 centimeter breedte.

Er wordt in de achtertuin een wadi aangelegd. De wadi heeft een breedte van 2 meter en wordt aangelegd op 1,05 meter van de rechtse perceelsgrens en op 13,43 meter van de achtergevel. De wadi heeft een volume van 7500 liter. Langs de wadi wordt een boom geplant.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 5 oktober 2024 t.e.m. 3 november 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 26 september 2024 heeft Onroerend Erfgoed laten weten dat er geen advies noodzakelijk is.

 

Op 11 oktober 2024 werd het advies ontvangen van AQUAFIN, waarvan de conclusie als volgt leest:

 

Conclusie van het advies 

Het dossier kan aanvaard worden mits aan volgende voorwaarden wordt voldaan: 

  • De totale aangesloten dakoppervlakte bedraagt 248,2m². Het volume van de hemelwaterput moet minimaal 24820 liter bedragen. Het dossier voorziet, zonder motivatie, een hemelwaterput met een volume van 10000 liter. De hemelwaterput is niet correct gedimensioneerd en dient aangepast te worden. 

Er dient eveneens rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden: 

  • De diameter van de regenwateraansluiting mag max. 160 mm bedragen. In verband met de aansluiting van de bouw op het openbaar stelsel verwijzen we naar de stad Geel die de modaliteiten hiervoor zal vastleggen. Indien mogelijk dient de bestaande aansluiting worden behouden. 
  • Afvalwater en hemelwater moeten volledig gescheiden worden. 
  • Er dient te worden aangesloten op de bestaande / nieuw geplaatste huisaansluiting. Hierbij dient men rekening te houden met zowel diepte als ligging. Indien aansluiten niet mogelijk is, moeten maatregelen op eigen terrein genomen worden (bv. pompen). 
  • De straatkant van de projectzone is gelegen in pluviaal overstromingsgevoelig gebied. Bij het bouwen in een zone die gelegen is in overstromingsgevoelig gebied, is het van belang dat er voldoende aandacht wordt besteed aan waterveilig bouwen en aan het bewaren en herstellen van de ruimte voor water (bv overstroombare kelders, bouwen op palen,...). Verder dient er rekening gehouden te worden met de voorwaarden volgend uit de watertoets. Er hoeft geen advies te verkrijgen via de waterloopbeheerder, maar dit wordt wel aangeraden. 
  • Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten bij nieuwbouw. 
  • Indien afvoerpunten van het gebouw lager gelegen zijn dan het straatniveau dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient in het private leidingenstelsel geplaatst te worden en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder. 
  • Een leiding waarop aangesloten wordt is een Aquafin-collector. Voor een aansluiting op de Aquafin-collector moet de gemeentelijke rioolbeheerder nog een aanvraag doen bij aansluitingen@aquafin.be. 
  • De kanten van de wadi mogen niet steil aangelegd worden maar moeten flauw hellend zijn, zodat deze ook mee kunnen infiltreren. Men dient bovendien rekening te houden bij uitvoering van het dossier dat de gronden t.h.v. de toekomstige wadi niet verdicht worden om de optimale werking ervan te bewaren. Zoniet dienen ze opnieuw losgefreesd te worden voor definitieve aanleg. Het gras moet direct hydraulisch ingezaaid worden, bij voorkeur vóór de aansluiting van het water zelf, zodat het gras de kans krijgt om te groeien alvorens de wadi vol staat met water. Een alternatief voor hydraulisch inzaaien zijn vooraf ingezaaide, biologisch afbreekbare kokosmatten (ongewapend met plastiek of ijzerdraad). Merk wel op dat dit laatste een ecologisch minder interessant alternatief is wegens het gebruik van dominante en weinig diverse soorten. 
  • Indien er een bemaling wordt opgezet moet het bemalingswater bij voorkeur ter plaatse infiltreren. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden aangesloten op oppervlaktewater of een RWA leiding. Pas als de bovenstaande opties technisch niet haalbaar zijn mag er geloosd worden op een afvalwaterleiding. Hiervoor moet een vergunning aangevraagd worden op de site van Aquafin bij technische partners indien het debiet >10 m³/u. 
  • Bij de uitvoering van de werken en de aanleg van de infiltratievoorziening(en) dient rekening te worden gehouden met de VLARIO richtlijnen infiltratievoorzieningen. De infiltratievoorzieningen mogen in geen geval drainerend werken. Voorbeelden van infiltratievoorzieningen kunnen gevonden worden op www.blauwgroenvlaanderen.be 

 

Op 3 oktober 2024 werd het advies ontvangen van de stadsdienst Openbaar Domein, als volgt geformuleerd:

 

Advies riolering

Er werd advies gevraagd bij Aquafin voor dit dossier. De voorwaarden opgenomen in dit advies dienen integraal gevolgd te worden. 

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. 

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is. 

In de straat is een gescheiden stelsel aanwezig. Men is verplicht hierop gescheiden aan te sluiten. Ter hoogte van het perceel zit enkel een DWA huisaansluiting zonder inspectieputje. Een RWA aansluiting moet gemaakt worden op de openbare RWA riolering. De stad zal tegen betaling de nodige aansluitingen en huisaansluitputjes plaatsen. https://www.geel.be/rioolaansluiting-aanvragen

Het is niet verplicht een overloop te voorzien vanuit de wadi. Indien er geen overloop geplaatst wordt (momenteel wel voorzien op de plannen), zal er ook geen RWA aansluiting voorzien worden. Men kan dan kosteloos de DWA-riolering aansluiten op de bestaande huisaansluiting. Er dient in dit geval door de aanvrager een huisaansluitputjes DWA geplaatst te worden volgens de richtlijnen van de stad:

  • te plaatsen op privé nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m. 
  • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei. 
  • Kleur en afmeting: 
    1. RWA: grijs met diameter 250mm
    2. DWA: roodbruin met diameter 315mm.  

De private riolering dient afgestemd te worden op zowel diepte als ligging van de huisaansluiting. Indien dit niet mogelijk is, dienen maatregelen op eigen terrein genomen te worden. 

De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op de reeds te plaatsen huisaansluitputjes RWA en DWA. De aansluitdiameter is 160mm. 

Zwembad

Het zwembad moet beschouwd worden als verharding. Het zwembad mag ter plaatse overlopen en infiltreren, wat ook zo voorzien is op het de snede van het zwembad. 

De filter van het zwembad moet worden aangesloten op het afvalwatersysteem van de woning. Hiervan is niets weergegeven op de plannen. 

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Er wordt een septische put voorzien van 2.000L waarop het fecaal water aansluit. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Op het funderingsplan van het bijgebouwd staat vermeld dat de DWA van het bijgebouw wordt aangesloten op het rioleringsstelsel van de woning. Deze aansluiting staat echter niet op het riolerings-/funderingsplan van de woning. De DWA aansluiting van het bijgebouw is verplicht aan te sluiten op het DWA stelsel van de woning. 

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. 

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling (2x), wasmachine en buitenkraan. 

Infiltratievoorziening

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een volume van 7.500 en een oppervlakte van 25m². 

De infiltratievoorziening is hoger gelegen dan het maaiveldniveau thv. de achterzijde woning. Om deze reden wordt er een pomp voorzien achter de regenwaterput en een overloop naar de riolering op de wadi. 

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering . Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Advies toegang

Bestaande situatie

Ter hoogte van het perceel bestaat het openbaar domein uit een rijweg met goot, overrijdbare boordsteen en stoep tot tegen de rooilijn. Zowel op de linker als rechterzijde van het perceel is momenteel een inrit voorzien van elks +-3m. 

Aanvraag

Er wordt op de linker perceelsgrens 1 inrit gevraagd met een breedte van 3,00m.

Conclusie

De aanvraag met 1 inrit van 3m valt binnen de normen van de stad en kan worden toegestaan. Er dienen geen aanpassingen te gebeuren aan het openbaar domein. 

 

Voorwaarden

1. Voorwaarden  riolering

Riolering algemeen

* Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn). 

* De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

* De DWA afvoer van het bijgebouw moet worden aangesloten op de DWA afvoer van de woning.

* De afvoer van de zwembadfilter moet worden aangesloten op de DWA afvoer van de woning.

* De overloop van het zwembad moet aangesloten worden op wadi als men het niet ter plaatse kan laten overlopen.

* De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA.

* Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe aansluiting.

* Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

* Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.

* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).

* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. 

* De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

2. Voorwaarden toegang

Er wordt 1 toegang verleend met een maximale breedte zoals opgenomen op het vergunde plan (3m). 

Het is niet toegestaan zelf werken uit te voeren op openbaar domein:

* Hiervoor moet men een aanvraag doen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein 

* Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de Technische fiche beschreven in het advies.

* De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De projectsite is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen woongebied en agrarisch gebied.

De aanvraag voldoet aan de voorschriften van het gewestplan.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

Het perceel gelegen te Geel, kadastraal gekend als 13374D0589/00S002 stroomt af naar de Larumse loop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie II) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen Kleine Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied.

Er wordt een infiltratievoorziening met een volume van 7500 liter een een oppervlakte van 25m² voorzien.

De dimensionering van de infiltratievoorziening is conform de hemelwaterverordening.

De aanvrager voorziet in de aanvraag een hemelwaterput van 10.000 liter. Echter dient er rekening gehouden te worden met een dakoppervlakte van 248,2m². De hemelwaterput dient bijgevolg een volume van minimaal 24820 liter te hebben.

Het project voldoet niet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. 

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en fluviaal. 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

Het volume van de hemelwaterput dient uitgebreid te worden tot minimaal 24820 liter.

 

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen vogelrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen habitatrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen VEN-gebied.

Het perceel is niet gelegen binnen natuurgebied.

Het perceel is niet gelegen binnen bosgebied.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

 

Erfgoed-/archeologietoets

De projectsite is gelegen binnen een beschermd dorpsgezicht. Er werd advies gevraagd aan Onroerend Erfgoed. Zij stelden dat er geen advies noodzakelijk is. Bijgevolg kan gesteld worden dat er geen erfgoedwaarden geschaad worden.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars werden per aangetekend schrijven op de hoogte gesteld.

 

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft handelingen aan en bij een ééngezinswoning in halfopen bebouwing, in een straat met meerdere ééngezinswoningen. De aanvraag is functioneel inpasbaar. 

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt. De aanvraag voorziet in parkeermogelijkheden op het eigen terrein.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel is gelegen te St.-Corneliusstraat 37 te midden van een woonlint. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van residentiële woningen in verschillende bouwstijlen. Het perceel is bebouwd met een halfopen eengezinswoning en enkele bijgebouwen. Zowel het perceel links als rechts van de projectsite is bebouwd.

Huidige aanvraag beoogt het slopen van de aanwezige bijgebouwen; het verbouwen van de bestaande woning; het opbreken van verhardingen; het plaatsen van zwembad; het bouwen van een bijgebouw in de tuinzone; het bouwen van een carport in de zijtuinstrook; het aanleggen van verhardingen; het aanleggen van een wadi.

De bestaande bijgebouwen (3 stuks) worden afgebroken. De bestaande verharding wordt opgebroken.

De halfopen woning wordt verbouwd. Na de werken zal de woning een bouwdiepte hebben van 17 meter, waarvan het hoofdvolume 2 bouwlagen telt en voorzien is van een zadeldak met een hellingsgraad van 39°. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 9,5 meter. De overige 7,5 meter telt 1 bouwlaag en wordt voorzien van een plat dak. De kroonlijsthoogte van het hoofdvolume bedraagt 5,59 meter. De nokhoogte bedraagt 9,45 meter. De hoogte van de achterbouw bedraagt 3,5 meter. De woning heeft een maximale bouwbreedte van 10,08 meter. De breedte van het hoofdvolume blijft beperkt tot 9,39 meter.

De voorbouwlijn van de woning blijft ongewijzigd. De afstand tot de linkse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter. In de linkse zijtuinstrook wordt een carport voorzien. Deze heeft een oppervlakte van 20,3m². De bouwdiepte bedraagt 6 meter. De carport wordt 5 meter achter de voorgevelbouwlijn ingeplant. De carport wordt voorzien tussen de linkerzijgevel en de linkse perceelsgrens, tegen de bestaande bebouwing op het naastliggende perceel. De carport wordt voorzien van een plat dak waarvan de hoogte 3 meter bedraagt.

Het hoofdvolume van de woning is gedeeltelijk onderkelderd. Op het gelijkvloers zal de woning voorzien zijn van een inkomhal met toilet, een speelhoek/bureau, een zithoek, een badkamer, een technische ruimte, een wasplaats, een berging, een tweede toilet, een tweede berging/sas en een keuken/eethoek. Op de eerste verdieping zal de woning beschikken over 3 slaapkamers, een nachthal, een dressing en een sanitaire ruimte. Onder het dak worden nog 2 slaapkamers voorzien.

Er worden in de achterzijde van het zadeldak 2 dakvensters/dakkapellen van beperkte grootte voorzien. Hiervoor wordt een afwijking op de voorschriften van de verkaveling gevraagd. Gelet op de beperkte omvang van deze dakvensters/dakkapellen, de leeftijd van de goedgekeurde verkaveling (1966) alsook het feit dat dakkapellen tegenwoordig opgenomen zijn in het vrijstellingsbesluit, kan de afwijking worden toegestaan.

Achter de woning, tegen de linkse perceelsgrens wordt een bijgebouw van 60m² voorzien. De constructie heeft een bouwdiepte van 10 meter en een bouwbreedte van 6 meter. Het bijgebouw wordt ingeplant op 12,97 meter van de nieuwe achtergevel. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de hoogte 3,5 meter bedraagt. Binnen het bijgebouw zullen een poolhouse, een douchecel, een technische ruimte en een tuin- en fietsenberging worden ondergebracht. Er wordt een pad naar het bijgebouw voorzien, aangelegd in stapstenen.

Voor de hoogte van het bijgebouw wordt een afwijking op de voorschriften van de verkaveling gevraagd. Gelet op de leeftijd van de verkaveling, de beperkte afwijking (50 centimeter) en het feit dat de aanpalende eigenaars geen bezwaar hebben geuit, kan de afwijking worden toegstaan.

Voor de carport wordt een oprit en pad naar de voordeur van 40,9m² aangelegd in klinkerverharding. Achter de woning wordt een terras met pad naar de carport aangelegd van 34,4m². 

Er wordt een zwembad aangelegd van 32m². De breedte van het zwembad bedraagt 4 meter. De lengte bedraagt 8 meter. Het zwembad heeft een diepte van 1,5 meter exclusief fundering. Het zwembad wordt voorzien op 3,51 meter van de achtergevel van de woning. De afstand tot de rechtse perceelsgrens, gemeten vanaf de noordwestelijke hoek van het zwembad, bedraagt 3,05 meter. Dit is tevens de minimale afstand van het zwembad tot de laterale perceelsgrenzen. Rondom het zwembad wordt een boordverharding voorzien van 50 centimeter breedte.

Er wordt in de achtertuin een wadi aangelegd. De wadi heeft een breedte van 2 meter en wordt aangelegd op 1,05 meter van de rechtse perceelsgrens en op 13,43 meter van de achtergevel. De wadi heeft een volume van 7500 liter. Langs de wadi wordt een boom geplant.

De schaal, het bouwvolume en de bouwdichtheid zijn van een aanvaardbaar niveau. Wel dient te worden opgemerkt dat de maximale verhardingsgraad van het perceel is bereikt.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in duurzame, kwaliteitsvolle materialen:

  • Grijs genuanceerde gevelsteen
  • Antracietkleurige dakpannen
  • Antracietkleurig buitenschrijnwerk in PVC of aluminium
  • Raam- en deurdorpels in blauwe hardsteen
  • Goten en regenwaterafvoeren in zink
  • Aluminiumkleurige dakranden
  • Houten gevelbekleding
  • Carport in antracietkleurige volkernplaten

Het ontwerp is architectonisch verantwoord en past binnen de onmiddellijke omgeving.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

De woning zal na de werken voldoen aan de hedendaagse normen inzake woonkwaliteit en -comfort.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 5 oktober 2024 tot en met 3 november 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De adviezen worden weerhouden.

 

Conclusie

De aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd. Er wordt tevens opgemerkt dat de verhardingsgraad op het perceel na de werken verzadigd is.

 

Voorwaarden:

  • Er dient een hemelwaterput met een minimaal volume van 24820 liter voorzien te worden.

 

Voorwaarden stadsdienst Openbaar Domein

1. Voorwaarden  riolering

Riolering algemeen

* Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn). 

* De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

* De DWA afvoer van het bijgebouw moet worden aangesloten op de DWA afvoer van de woning.

* De afvoer van de zwembadfilter moet worden aangesloten op de DWA afvoer van de woning.

* De overloop van het zwembad moet aangesloten worden op wadi als men het niet ter plaatse kan laten overlopen.

* De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA.

* Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe aansluiting.

* Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

* Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.

* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).

* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. 

* De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

2. Voorwaarden toegang

Er wordt 1 toegang verleend met een maximale breedte zoals opgenomen op het vergunde plan (3m). 

Het is niet toegestaan zelf werken uit te voeren op openbaar domein:

* Hiervoor moet men een aanvraag doen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein 

* Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de Technische fiche beschreven in het advies.

* De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die zich er toe verbindt volgende voorwaarde strikt na te leven:

Voorwaarde

  • Er dient een hemelwaterput met een minimaal volume van 24820 liter voorzien te worden.

Voorwaarden stadsdienst Openbaar Domein

1. Voorwaarden   riolering

Riolering algemeen

* Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn). 

* De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

* De DWA afvoer van het bijgebouw moet worden aangesloten op de DWA afvoer van de woning.

* De afvoer van de zwembadfilter moet worden aangesloten op de DWA afvoer van de woning.

* De overloop van het zwembad moet aangesloten worden op wadi als men het niet ter plaatse kan laten overlopen.

* De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA.

* Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe aansluiting.

* Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

* Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.

* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).

* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen. 

* De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

2. Voorwaarden toegang

Er wordt 1 toegang verleend met een maximale breedte zoals opgenomen op het vergunde plan (3m). 

Het is niet toegestaan zelf werken uit te voeren op openbaar domein:

* Hiervoor moet men een aanvraag doen via: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein 

* Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de Technische fiche beschreven in het advies.

* De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.