UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 10/02/2025
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024151734
Dossiernummer gemeente: 202400512
De gemeente Geel heeft op 16 november 2024 een aanvraag ontvangen voor het vellen van 2 dode bomen. De aanvraag werd op 12 december 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Jan Bens wonende Dullaard 48 te 2520 Ranst
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Hulsterveld z/n
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie M nr. 523D
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Bouwcode goedgekeurd op 30 september 2024.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband goedgekeurd op 9 juni 2017.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven goedgekeurd op 5 juli 2013.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater goedgekeurd op 10 februari 2023.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen goedgekeurd op 12 mei 2023.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het vellen van 2 dode bomen.
Deze bomen bevinden zich in een weide die in gebruik is door dieren.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 16 december 2024 werd het advies ontvangen van Dienst Integraal Waterbeleid
Deze aanvraag heeft geen invloed op de waterhuishouding en is verenigbaar met de doelstellingen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (art. 1.2.2).
Als er toelating tot kappen wordt gegeven, moet er rekening worden gehouden met de volgende elementen:
1. Alle beschadigingen aan de waterloop ten gevolge van het kappen van de bomen dienen door de vergunninghouder te worden hersteld.
2. Er wordt geadviseerd om eventuele wortelstronken onmiddellijk op de kruin van de waterloop te laten zitten.
3. Indien een heraanplanting noodzakelijk is, gebeurt dit bij voorkeur met gebiedseigen bomen. Er moet dan rekening worden gehouden met volgende afstandsregels:
1. ofwel op een plantafstand van minimaal 5 m van de bovenste rand van de waterloop;
2. ofwel een eerste rij bomen op 0,75 m van de bovenste rand van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimaal 12 m, zodat de waterloop bereikbaar blijft voor machinaal onderhoud, en eventueel een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.
4. Volgens de Wet op het Natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de oevers van de waterlopen (art. 40).
5. De waterloop moet echter steeds bereikbaar zijn voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken.
Afwijken van de afstandsregels kan enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de waterloopbeheerder. Indien er om die reden toch advies gewenst is, kunt u ons contacteren via diw.afdelingbeheer@provincieantwerpen.be
Advies: geen advies
Op 13 december 2024 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein, team Groen
Advies kapvergunning bomen, Hulsterveld, Geel (perceel M 523 D) = Voorwaardelijk gunstig
De bomen vermeld in de vergunningsaanvraag mogen gekapt worden mits voorwaarden omschreven in bijlage. Bomen onder deze aanvraag zijn twee (2) dode wilgen op het weiland.
De gevelde bomen moeten worden gecompenseerd door twee bomen van dezelfde ordegrootte. De nieuwe aanplant dient ook te worden beschermd tegen vraat, uitdroging en andere vormen van schade en wordt vervangen bij niet aanslaan.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het vellen van 2 dode bomen in een weide. De werken zijn inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Het vellen van 2 dode bomen hebben geen impact op de mobiliteit.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de werken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De bomen dienen geveld te worden zoals aangeduid op de plannen.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden opgenomen in het advies van Openbaar Domein, team Groen:
https://www.bomenbeterbeheren.org/gecertificeerd-boomverzorger/
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
Vellen | 1° grootte A (> 20m) | x1 | x1 | x3 | x10 |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Rekening dient gehouden met volgende bemerkingen van dienst Integraal Waterbeleid:
1. Alle beschadigingen aan de waterloop ten gevolge van het kappen van de bomen dienen door de vergunninghouder te worden hersteld.
2. Er wordt geadviseerd om eventuele wortelstronken onmiddellijk op de kruin van de waterloop te laten zitten.
3. Indien een heraanplanting noodzakelijk is, gebeurt dit bij voorkeur met gebiedseigen bomen. Er moet dan rekening worden gehouden met volgende afstandsregels:
a. ofwel op een plantafstand van minimaal 5 m van de bovenste rand van de waterloop;
b. ofwel een eerste rij bomen op 0,75 m van de bovenste rand van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimaal 12 m, zodat de waterloop bereikbaar blijft voor machinaal onderhoud, en eventueel een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.
4. Volgens de Wet op het Natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de oevers van de waterlopen (art. 40).
5. De waterloop moet echter steeds bereikbaar zijn voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken.
Afwijken van de afstandsregels kan enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de waterloopbeheerder. Indien er om die reden toch advies gewenst is, kunt u ons contacteren via diw.afdelingbeheer@provincieantwerpen.be.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De bomen dienen geveld te worden zoals aangeduid op de plannen.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden opgenomen in het advies van Openbaar Domein, team Groen:
https://www.bomenbeterbeheren.org/gecertificeerd-boomverzorger/
Compensatietabel | Aan te planten | ||||
1° grootte A | 1° grootte B | 2° grootte | 3° grootte | ||
Vellen | 1° grootte A (> 20m) | x1 | x1 | x3 | x10 |
1° grootte B (12-20m) | x1 | x1 | x2 | x5 | |
2° grootte (6-12m) | x1 | x1 | x1 | x2 | |
3° grootte (<6m) | x1 | x1 | x1 | x1 |
Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
Rekening dient gehouden met volgende bemerkingen van dienst Integraal Waterbeleid:
1. Alle beschadigingen aan de waterloop ten gevolge van het kappen van de bomen dienen door de vergunninghouder te worden hersteld.
2. Er wordt geadviseerd om eventuele wortelstronken onmiddellijk op de kruin van de waterloop te laten zitten.
3. Indien een heraanplanting noodzakelijk is, gebeurt dit bij voorkeur met gebiedseigen bomen. Er moet dan rekening worden gehouden met volgende afstandsregels:
a. ofwel op een plantafstand van minimaal 5 m van de bovenste rand van de waterloop;
b. ofwel een eerste rij bomen op 0,75 m van de bovenste rand van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimaal 12 m, zodat de waterloop bereikbaar blijft voor machinaal onderhoud, en eventueel een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.
4. Volgens de Wet op het Natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de oevers van de waterlopen (art. 40).
5. De waterloop moet echter steeds bereikbaar zijn voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken.
Afwijken van de afstandsregels kan enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de waterloopbeheerder. Indien er om die reden toch advies gewenst is, kunt u ons contacteren via diw.afdelingbeheer@provincieantwerpen.be.