Terug
Gepubliceerd op 07/01/2025

2025_CBS_00006 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning langs Eikevelden 18 (202400404JH) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 06/01/2025 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Nadine Laeremans; Tom Corstjens; Bart Julliams; Luc Van Laer; Kris Vangeel; Vera Celis; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Anne-Laure Maes

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Marlon Pareijn
2025_CBS_00006 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning langs Eikevelden 18 (202400404JH) - Vergunning 2025_CBS_00006 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning langs Eikevelden 18 (202400404JH) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 11/02/2025

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2024075927

Dossiernummer gemeente: 202400404

 

De gemeente Geel heeft op 23 augustus 2024 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning. De aanvraag werd op 30 augustus 2024 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Geert Vancraybex wonende Diestseweg 2 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Eikevelden 18

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 1431K

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is gelegen in het bijzonder plan van aanleg Wydbosch, goedgekeurd op 26 september 2001.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

In afwijking van het bouwprofiel van de linkerbuur wordt er hier een gelijkvloerse ééngezinswoning opgericht met een bouwhoogte van 3m50. Het profiel van de nieuw op te richten woning valt binnen de contouren van de geldende bouwvoorschriften uit het BPA (art. 3, strook C1S, profiel voor gekoppelde bebouwing). De afwijking handelt bijgevolg over het afwijkende bouwprofiel tussen beide gekoppelde bebouwingen. Deze afwijking kan als toelaatbaar worden geacht volgens Titel IV, Hoofdstuk IV, Afdeling 1/1, Onderafdeling 1 Beperkte afwijkingen, Artikel 4.4.1 van de VCRO. Dit betreft het feit dat er een beperkte afwijking toegestaan kan worden op onder andere de afmeting van de constructies alsook de dakvorm ervan. De constructie van het gebouw zal voorzien worden om mogelijks in latere fase alsnog een volwaardige aansluiting te voorzien op het profiel van de linkerbuur door een bijkomende bouwlaag en mogelijks hellend dak. In de woning zijn er ook lichte scheidingswanden voorzien die deze aanpassing en omschakeling zeer eenvoudig mogelijk maken. De mogelijke zone voor een binnentrap wordt hierbij ook voorzien in de constructie.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning met 1 bouwlaag.

De voorgevelbreedte bedraagt 7m voor het woongedeelte.

De op te richten woning heeft een bouwdiepte van 17m ten opzichte van de voorgevelbouwlijn. De

kroonlijsthoogte bedraagt 3m50 .

Gezien de beperkte bouwhoogte van de woning ten opzichte van de linkerbuur, zal de

vrijblijvende zijgevel van de bestaande linkerbouw bekleed en afgewerkt worden. Hierbij wordt de

bestaande minderwaardige isolatie en gevelbekleding van de linkerbuur verwijderd en vervangen door een duurzame en verbeterde versie door middel van een gevelbekleding in geïsoleerde sandwichpanelen. De structuur van de gelijkvloerse woning is eveneens voorzien voor de mogelijkheid om in een latere fase alsnog een bovenliggende verdieping met hellend dak te verwezenlijken.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 9 september 2024 t.e.m. 8 oktober 2024. Er werd een bezwaarschrift ingediend.

Inhoud bezwaarschrift

Op basis van de verordeningen -principes van goede ruimtelijke ordening- uitgeschreven  in de stedenbouwkundige voorschriften Ref 2 t.e.m. Ref 5, tekent de bezwaarindiener bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning-afwijking voor het gabarit- in Ref 1:

Het principe dat bij gekoppelde woningen de architectuur (algemeen uitzicht, bouwhoogte,dakvorm) van de eerst gebouwde woning bepalend zal zijn voor de overige wordt niet gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 12 september 2024 werd het advies ontvangen van Fluvius

Advies: geen advies

 

Op 6 december 2024 werd het advies ontvangen van Aquafin

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 4 december 2024 werd het advies ontvangen van Team Grijs van stad Geel

1           Advies riolering

Er werd advies gevraagd bij Aquafin voor dit dossier. De voorwaarden opgenomen in dit advies dienen integraal gevolgd te worden.

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

Bij het perceel is er nog geen rioolaansluiting met huisaansluitputjes aanwezig. Na het verlenen van de vergunning én na het ingeven van de start der werken in het omgevingsloket, zal er een aansluiting met plaatsing van de huisaansluitputjes RWA en DWA worden gerealiseerd door stad Geel.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm). De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op de nieuwe huisaansluitputjes RWA en DWA.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden. (de sifonput mag wel niet gebruikt worden als huisaansluitput)

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

 

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L. Op de put worden (alle) dakafvoeren aangesloten (m.u.v. het groendak). Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine, buitenkraan en dienstkraan.

 

Infiltratievoorziening

 

Men voorziet een bovengrondse infiltratievoorziening met een volume van 5.104,63L en een oppervlakte van 18,77m².

Waterdofffforlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare stelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

 

2           Advies toegang

Bestaande toestand

Het profiel van Eikenvelden bestaat uit een rijweg in asfalt met daarnaast een fietspad tot tegen de rooilijn. Beide worden gescheiden door een opstaande boordsteen. Op het perceel stond reeds een garage, hiervoor werd ongeveer midden het perceel een boordsteenverlaging uitgevoerd.

 

Aanvraag

Er wordt 1 inrit met breedte van 3m gevraagd rechts van het perceel (kijkend naar het perceel).

Advies

De aanvraag past binnen de regels van de stad betreffende inritten en kan dus worden toegestaan zoals goedgekeurd op het vergunde plan. De inrit moet wel worden aangepast tov. de bestaande toestand.

Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

De stad behoudt zich het recht ten alle tijden en in functie van wijzigende regelgeving of gebruik -zowel privaat als openbaar- de openbare verharding te wijzigen.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. Hemelwater en afvalwater worden gescheiden afgevoerd.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

 

Functionele inpasbaarheid

Het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning met 1 bouwlaag  stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een impact op het ruimtegebruik van het perceel.  Door oprichten van een woning zal er meer verharding worden voorzien, die echter minimaal wordt gehouden.

Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project. 

Visueel-vormelijke aspecten.

De aanvraag heeft een impact op de visueel-vormelijke uitstraling van de percelen in het straatbeeld. Er komt immers een gekoppelde woning bij in het straatbeeld. De toekomstige bebouwing zal echter wel de visuele ordening van de straat volgen en is zo ontworpen dat er later op een architecturaal verantwoorde manier kan gekoppeld worden met de aanpalende woning.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

Mobiliteit

De aanvraag heeft een zeer beperkte invloed op de mobiliteit. Een eengezinswoning brengt slecht een zeer kleine verhoging van de verkeersdrukte met zich mee en het parkeren van de privé-auto(‘s) wordt op het eigen terrein voorzien.

Bodemreliëf

De aanvraag heeft een impact op het bodemreliëf. Deze impact is echter beperkt door het oprichten van een woning die volledig in overeenstemming is met de gewestelijke hemelwaterverordening 2023.

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving en heeft geen impact op de  gezondheidsaspecten in de omgeving.

Stikstofdecreet

De berekening van de impactscore mobiliteit werd niet toegevoegd aan de aanvraag. Het dossier werd ambtshalve afgetoetst aan het decreet over de programmatische aanpak stikstof door middel van de VITO-studie “voertuigemissies en de minimis-normen: een analytische benadering voor wegverkeer” (VITO-rapport 2024/EI/R/3195). Voor een eengezinswoning wordt gerekend met 2 verkeersbewegingen per dag per persoon en dit voor 4 personen. Dit geeft een totaal van 2.920 jaarlijkse bewegingen.

De aanvraag wordt afgetoetst aan het worst-case scenario van VITO Tabel 3 ’lichte voertuigen’ met een KDW gelijk aan 6 en een afstand van 0 meter ten opzichte van een Habitatrichtlijngebied. Het maximaal aantal lichte voertuigen per jaar waarbij geen overschrijdingen optreden van de 1%-drempelwaarde bedraagt 70.000. De 1% drempelwaarde wordt dus niet overschreden.

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 9 september 2024 tot en met 8 oktober 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er een bezwaarschrift ontvangen.

Inhoud bezwaarschrift

Op basis van de verordeningen -principes van goede ruimtelijke ordening- uitgeschreven  in de stedenbouwkundige voorschriften Ref 2 t.e.m. Ref 5, tekent de bezwaarindiener bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning-afwijking voor het gabarit- in Ref 1:

Het principe dat bij gekoppelde woningen de architectuur (algemeen uitzicht, bouwhoogte,dakvorm) van de eerst gebouwde woning bepalend zal zijn voor de overige wordt niet gevolgd.

 

Evaluatie bezwaarschrift

In afwijking van het bouwprofiel van de linkerbuur wordt er hier een gelijkvloerse ééngezinswoning opgericht met een bouwhoogte van 3m50. Het profiel van de nieuw op te richten woning valt binnen de contouren van de geldende bouwvoorschriften uit het BPA (art. 3, strook C1S, profiel voor gekoppelde bebouwing). De afwijking handelt bijgevolg over het afwijkende bouwprofiel tussen beide gekoppelde bebouwingen. Deze afwijking kan als toelaatbaar worden geacht volgens Titel IV, Hoofdstuk IV, Afdeling 1/1, Onderafdeling 1 Beperkte afwijkingen, Artikel 4.4.1 van de VCRO. Dit betreft het feit dat er een beperkte afwijking toegestaan kan worden op onder andere de afmeting van de constructies alsook de dakvorm ervan.

Om in de toekomst toch harmonieus aan te kunnen sluiten op de naastliggende bebouwing zal de constructie van het gebouw voorzien worden om mogelijks in latere fase alsnog een volwaardige aansluiting te voorzien op het profiel van de linkerbuur door bijkomende bouwlaag en mogelijks hellend dak. In de woning zijn er ook lichte scheidingswanden voorzien die deze aanpassing en omschakeling zeer eenvoudig mogelijk maken. De mogelijke zone voor een binnentrap wordt hierbij ook voorzien in de constructie.

Er werd tevens een akkoordverklaring van de buur waartegen gekoppeld wordt bij de aanvraag gevoegd.

Omwille van al deze redenen kan de afwijking van het gabarit  gunstig beoordeeld worden.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 12 september 2024, is geen advies.
  • Het advies van Aquafin, afgeleverd op 6 december 2024, is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Team Grijs van stad Geel, afgeleverd op 4 december 2024, is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

De constructie van het gebouw moet voorzien worden om mogelijks in latere fase alsnog een volwaardige aansluiting te voorzien op het profiel van de linkerbuur door bijkomende bouwlaag en mogelijks hellend dak.

Voorwaarden riolering

De voorwaarden opgenomen in het advies van Aquafin zijn te volgen.

 

Riolering algemeen

  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe huisaansluiting.
  • Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

 

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het eventuele bijgebouw hier op aan te sluiten. (uitgez. groendaken)
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

 

Voorwaarden toegang

Er wordt 1 toegang toegestaan met en breedte zoals opgenomen op het vergunde plan (3m).

 

De stad behoudt zich het recht ten alle tijden en in functie van wijzigende regelgeving of gebruik -zowel privaat als openbaar- de openbare verharding te wijzigen.

 

Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenisvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 34 cm boven de as van de weg.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

De constructie van het gebouw moet voorzien worden om mogelijks in latere fase alsnog een volwaardige aansluiting te voorzien op het profiel van de linkerbuur door bijkomende bouwlaag en mogelijks hellend dak.

Voorwaarden riolering

De voorwaarden opgenomen in het advies van Aquafin zijn te volgen.

 

Riolering algemeen

  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte en ligging van de nieuwe huisaansluiting.
  • Putten  of andere voorzieningen (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

 

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het eventuele bijgebouw hier op aan te sluiten. (uitgez. groendaken)
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten aanvoerleidingen voorzien worden naar alle toiletten, een wasmachine en één of meerdere dienstkranen (binnenkraan, buitenkraan).
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men moet een bovengrondse infiltratievoorziening plaatsen.
  • De infiltratievoorziening dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

 

Voorwaarden toegang

Er wordt 1 toegang toegestaan met en breedte zoals opgenomen op het vergunde plan (3m).

 

De stad behoudt zich het recht ten alle tijden en in functie van wijzigende regelgeving of gebruik -zowel privaat als openbaar- de openbare verharding te wijzigen.

 

Zelf aanpassingen uitvoeren aan het openbaar domein is niet toegestaan. Men dient een aanvraag te doen via: https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenisvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 34 cm boven de as van de weg.