Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020081683
Dossiernummer gemeente: 202000293
De gemeente Geel heeft op 24/06/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het oprichten van een poolhouse en de aanleg van een zwembad. De aanvraag werd op 29/07/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Dirk Heylen
Kollegestraat 23 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Kollegestraat 23 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: Afdeling 13008, sectie H, perceel 601N4
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Bijzonder plan van aanleg Wydbosch goedgekeurd op 26/09/2001
bestemming: openbare verkeersweg | OVW
bestemming: publieke voetweg | 1802
bestemming: strook voor binnenplaatsen en tuinen I | 102
bestemming: voortuinstrook | 104
bestemming: strook voor hoofdgebouwen (aaneengesloten bebouwing 6/9m) | 101-A2S
bestemming: strook voor binnenplaatsen en tuinen II | 103-II
bestemming: waardevolle gevel | 1702
bestemming: openbare parking met groen | 901-OP
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Aanvulling historiek
///
De aanvraag betreft het oprichten van een poolhouse en de aanleg van een zwembad
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag volgens de architect
De aanvraag bestaat uit de bouw van een poolhouse en de aanleg van een zwembad.
Het bestaande bijgebouw in de achtertuin zal hierbij afgebroken worden. Voor hetzelfde onderwerp werd op 04/09/2017 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd. (zie bijlage ) Door omstandigheden werden de werken tot op vandaag nog niet uitgevoerd.
De aanvrager wenst hierbij de stedenbouwkundige vergunning te vernieuwen.
Het nieuwe poolhouse en bijhorend zwembad is voorzien in de achtertuin, in de strook voor binnenplaatsen en tuinen cfr. het BPA.
Het nieuwe bijgebouw heeft een oppervlakte van 75 m² en is op 18,63 m uit de achtergevelbouwlijn voorzien en is ingeplant op de perceelgrens. De bouwhoogte van het nieuwe gebouw bedraagt 3 m.
Het gebouw is voorzien in een combinatie van crepie en een houten gevelafwerking en heeft een plat dak. In aansluiting zal in de tuinzone, tussen het poolhouse en de woning een zwembad met terras aangelegd worden.
Het zwembad is 10 m lang en 4,8 m breed. De resterende ruimte zal met beplantingen, bomen en graspartijen aangelegd worden.
Voor opvang van het regenwater wordt achter het nieuwe bijgebouw een kleine wadi voorzien.
Het ontwerp
Deze aanvraag stelt de oprichting voor van een poolhouse en de aanleg van een zwembad.
Het poolhouse wordt ingeplant tegen de linker perceelsgrens en op meer dan 10m uit de achtergevelbouwlijn. Het zwembad wordt voorzien binnen de strook voor binnenplaatsen en tuinen.
Het bijgebouw heeft een breedte van overwegend 5,60 m en een diepte van 13,40 m. De gevelhoogte is 3 m. Het poolhouse wordt opgericht in een combinatie van crepie met een houten gevelafwerking en wordt voorzien van een plat dak.
Het zwembad heeft een lengte van 10 m en een breedte van 4,80 m.
de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen advies gevraagd.
///
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Kollegestraat).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
///
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
///
Milieuaspecten
///
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden
Besluit
Gunstig met voorwaarden
Voorwaarden
Het poolhouse kan ingeplant en opgericht worden overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.
Het bijgebouw mag niet in gebruik genomen worden voor verblijf of bewoning.
Het zwembad dient gelijk met het maaiveld te worden aangelegd.
Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimum 1875 liter te bedragen.
De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimum 3 m² te bedragen.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet.
Het huishoudelijk afvalwater dient te worden geloosd in de reeds aanwezige huisaansluiting op het bestaande rioleringsnet.
De afval- en regenwaters dienen via een gescheiden stelstel te worden afgevoerd.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
///
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het poolhouse kan ingeplant en opgericht worden overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.
Het bijgebouw mag niet in gebruik genomen worden voor verblijf of bewoning.
Het zwembad dient gelijk met het maaiveld te worden aangelegd.
Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimum 1875 liter te bedragen.
De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimum 3 m² te bedragen.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet.
Het huishoudelijk afvalwater dient te worden geloosd in de reeds aanwezige huisaansluiting op het bestaande rioleringsnet.
De afval- en regenwaters dienen via een gescheiden stelstel te worden afgevoerd.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.