Terug
Gepubliceerd op 18/08/2020

2020_CBS_02313 - Omgevingsvergunning (202000233 inv) - voor het verbouwen van serviceflats tot een revalidatievoorziening gelegen langs Ericastraat - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/08/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Marlon Pareijn, Rob Testelmans

Afwezig

Bart Julliams, Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_02313 - Omgevingsvergunning (202000233 inv) - voor het verbouwen van serviceflats tot een revalidatievoorziening gelegen langs Ericastraat - Vergunning 2020_CBS_02313 - Omgevingsvergunning (202000233 inv) - voor het verbouwen van serviceflats tot een revalidatievoorziening gelegen langs Ericastraat - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 22/09/2020

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020058278

Dossiernummer gemeente: 202000233

 

De gemeente Geel heeft op 14/05/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor Het verbouwen van serviceflats naar een revalidatievoorziening. De aanvraag werd op 09/06/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

‘t Kader

Dr.-Sanodreef 4 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Ericastraat 15, Ericastraat 17, Ericastraat 19 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13372, sectie A, perceel 951C27, 951V12, 951Z29

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden met landelijk karakter

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening

 

  1. Historiek
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 04608, Verbouwen van/tot of uitbreiden van eengezinswoning - Geweigerd
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 04608 A, Verbouwen van/tot of uitbreiden van eengezinswoning - Geweigerd
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 09658, Uitbreiding sportcentrum - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 08632, Oprichting verlichtingspalen - Onbeslist
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 08632 B, Oprichting verlichtingspalen - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 09108, Uitbreiding sportcentrum - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 13163, Het overdekken van een binnenplaats - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 14073, Het uitbreiden van tennisverlichting - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 08027, Het oprichten van een woonhuis - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 08223, Het oprichten van squashes - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 08223 B, Het aanleggen van een sportcentrum - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (NS): 2009/00396, Het bouwen van een broodoven met barbecue en terras - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2010/00162, Het verbouwen van een sportcentrum tot 14 serviceflats - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2013/00135, Het bouwen van een carport en het ophogen van een terrein - Vergund
  • ARAB/milieu informatiedossier: 1988/A/04247, PROPAANTANK - Niet vergund
  • VLAREM melding klasse 3: 1993/M3/00839, PROPAANTANK - Niet vergund
  • VLAREM melding klasse 3: 1998/M3/02543, HUISHOUDELIJK AFVALWATER - Niet vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2016/00021, Verbouwen van een handelszaak - Geweigerd
  • Informatiedossier: 1980, Princiepsvraag - 
  • Stedenbouwkundig attest: 2438, Het verbouwen van serviceflats tot een revalidatiecentrum - Positief

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft Het verbouwen van serviceflats naar een revalidatievoorziening

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

 

De aanvraag betreft het verbouwen van een site met serviceflats naar een revalidatievoorziening.

De hoeve en het gebouw met de serviceflats blijven behouden.

De oude woning achteraan en een bijgebouw van de hoeve worden gesloopt. 

Er worden 2 uitbreidingen voorzien, een uitbreiding voor kantoren en een uitbreiding voor o.a. leefruimten. 

Deze uitbreidingen hebben een kroonlijsthoogte van 6,48 m. 

Er wordt steeds een afstand van minstens 6m behouden t.o.v. de aanpalende percelen.

De maximale capaciteit van de inrichting bedraagt 22 plaatsen. Gemiddeld zullen er zo'n 15 plaatsen ingevuld worden.

Parkeerplaatsen

Volgens de berekeningsnota zijn er 16 parkeerplaatsen nodig. 

De mobiliteitstoets motiveert dat er een parkeerbehoeft is voor 9 parkeerplaatsen en 14 fietsstalplaatsen.

Op het terrein zijn er 19 parkeerplaatsen voor auto's en verschillende fietsenstallingen ingericht. 

Privacy buren

Om de privacy naar de buren te garanderen komt er rondom het terrein een omheining met een hoogte van 2 m en een groenbuffer. Op het terrein zullen ook nog bijkomende bomen aangeplant worden om de inkijk te beperken.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 19/06/2020 t.e.m. 18/07/2020. Er werd 1 bezwaarschrift ingediend dat werd ondertekend door 54 personen.

 

In het bezwaar worden volgende argumenten aangehaald:

  • Er zijn bouwovertredingen van de huidige gebouwen: de kadasternummer kloppen niet, de gebouwen werden groter uitgevoerd dan vergund, er werden andere gevelmaterialen gebruikt, de opgelegde parkeerplaatsen werden niet aangelegd
  • De functie is niet in overeenstemming met de bestemming
  • De mobiliteitsnota voor deze locatie ontbreekt.
  • Het project is niet gedragen door de buurt

 

  1. Adviezen

Op 09/06/2020 werd advies gevraagd aan Brandweerzone Kempen.

Op 09/06/2020 werd advies gevraagd aan Toegankelijk Vlaanderen.

Op 11/06/2020 werd advies gevraagd aan Geel – Dienst Openbare werken en Verkeer.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Ericastraat).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

 

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 19/06/2020 tot 18/07/2020.

Resultaat: er werd 1 bezwaar ingediend, ondertekend door 54 personen.

Het openbaar onderzoek wordt als volgt geëvalueerd:

  • De nieuwe bouwheer vraagt in hetzelfde dossier een regularisatie aan van de bestaande toestand.
  • Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf. Dus ook het inrichten van een revalidatievoorziening is mogelijk in woongebied.
  • Er wordt enkel verwezen naar de conclusie uit de vorige mobiliteitstoets omdat het programma hetzelfde is: er zijn max. 9 pp nodig en max. 14 fietsenstalplaatsen. Voor het voorliggende project is een mobiliteitstoets niet nodig.
  • De gedragenheid door de buurt is geen stedenbouwkundig argument en kan hier niet beoordeeld worden.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van Brandweerzone Kempen afgeleverd op 16/07/2020 is volledig gunstig

Het advies van Toegankelijk Vlaanderen  afgeleverd op 25/06/2020 is volledig gunstig

Het advies van Geel – Dienst Openbare werken en Verkeer afgeleverd op 12/07/2020 is volledig gunstig

 

Besluit

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden.

 

Voorwaarden

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

Het advies van Brandweerzone Kempen dient gevolgd te worden.

Het advies van Aquafin dient gevolgd te worden:

  • De percelen zijn gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is geen riolering aanwezig, enkel een gracht aan de overkant van de weg.
  • RWA en DWA dienen volledig gescheiden ingezameld te worden, dit geldt ook voor de oude gebouwen. Er wordt aangeraden voor de feitelijke werken de bestaande riolering in kaart te brengen, om op later tijdstip problemen te vermijden.
  • Er wordt geadviseerd om de sterfput zo ver mogelijk van de vijver te plaatsen, om infiltratie van vuilvracht naar de vijver toe te vermijden.
  • De bezinkput ingetekend op plan dient een septische put van minimaal 10.000 L te zijn. Een groter volume wordt aanbevolen.
  • De aanvrager neemt kennis dat bij een toekomstig rioleringsproject de sterfput kortgesloten dient te worden, en het afvalwater naar de straat gebracht moet worden om aan te sluiten op de gemeentelijke riolering. Er wordt geadviseerd om nu reeds te bekijken op welke manier dit kan, zodat indien nodig reeds wachtbuizen of andere voorzien kunnen worden.
  • Een sifonput tussen beide te plaatsen septische putten wordt geadviseerd, dit om geuroverlast tegen te gaan.
  • Indien de vijver onvoldoende buffercapaciteit blijkt te hebben en zo (potentieel) wateroverlast veroorzaakt dient de buffer of infiltratiecapaciteit uitgebreid te worden.

De plaatsing van een hemelwaterput is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

  • met een inhoud van minimum 20.000 L;
  • de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
  • een pomp wordt op de hemelwaterput aangesloten;
  • de overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratiebed, een gracht, en oppervlaktewater of de regenwaterafvoer van de openbare riolering. Indien deze voorzieningen niet voor handen zijn dan wordt de overloop aangesloten op de openbare riolering;
  • de hemelwaterput dient geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen;
  • de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien op minimum 8 m uit de wegas en met een minimum van 2 m uit de rooilijn;
  • de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage, terwijl de plaatsing dient te gebeuren voor het gebouw in gebruik genomen wordt;
  • het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc...

De gebouwen dient te voldoen aan de EPB-eisen.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


 

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

Het advies van Brandweerzone Kempen dient gevolgd te worden.

Het advies van Aquafin dient gevolgd te worden:

  • De percelen zijn gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is geen riolering aanwezig, enkel een gracht aan de overkant van de weg.
  • RWA en DWA dienen volledig gescheiden ingezameld te worden, dit geldt ook voor de oude gebouwen. Er wordt aangeraden voor de feitelijke werken de bestaande riolering in kaart te brengen, om op later tijdstip problemen te vermijden.
  • Er wordt geadviseerd om de sterfput zo ver mogelijk van de vijver te plaatsen, om infiltratie van vuilvracht naar de vijver toe te vermijden.
  • De bezinkput ingetekend op plan dient een septische put van minimaal 10.000 L te zijn. Een groter volume wordt aanbevolen.
  • De aanvrager neemt er kennis van dat bij een toekomstig rioleringsproject de sterfput kortgesloten dient te worden, en het afvalwater naar de straat gebracht moet worden om aan te sluiten op de gemeentelijke riolering. Er wordt geadviseerd om nu reeds te bekijken op welke manier dit kan, zodat indien nodig reeds wachtbuizen of andere voorzien kunnen worden.
  • Een sifonput tussen beide te plaatsen septische putten wordt geadviseerd, dit om geuroverlast tegen te gaan.
  • Indien de vijver onvoldoende buffercapaciteit blijkt te hebben en zo (potentieel) wateroverlast veroorzaakt dient de buffer of infiltratiecapaciteit uitgebreid te worden.

De plaatsing van een hemelwaterput is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

  • met een inhoud van minimum 20.000 L;
  • de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
  • een pomp wordt op de hemelwaterput aangesloten;
  • de overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratiebed, een gracht, en oppervlaktewater of de regenwaterafvoer van de openbare riolering. Indien deze voorzieningen niet voor handen zijn dan wordt de overloop aangesloten op de openbare riolering;
  • de hemelwaterput dient geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen;
  • de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien op minimum 8 m uit de wegas en met een minimum van 2 m uit de rooilijn;
  • de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage, terwijl de plaatsing dient te gebeuren voor het gebouw in gebruik genomen wordt;
  • het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc...

De gebouwen dient te voldoen aan de EPB-eisen.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.