Terug
Gepubliceerd op 18/08/2020

2020_CBS_02352 - Omgevingsvergunning (202000246 inv) - voor het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoningen gelegen St.Kristoffelstraat 4 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/08/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Ben Van Looveren, Marlon Pareijn, Rob Testelmans

Afwezig

Bart Julliams, Tom Corstjens, Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_02352 - Omgevingsvergunning (202000246 inv) - voor het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoningen gelegen St.Kristoffelstraat 4 - Vergunning 2020_CBS_02352 - Omgevingsvergunning (202000246 inv) - voor het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoningen gelegen St.Kristoffelstraat 4 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 17/08/2020


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020066901

Dossiernummer gemeente: 202000246

 

De gemeente Geel heeft op 25/05/2020 een aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het verbouwen van een ééngezinswoning. De aanvraag werd op 25/06/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Sophie Kets 

Puntstraat 45 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: St.-Kristoffelstraat 14 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13373, sectie L, perceel 329F2

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

 

bestemming: woongebieden met landelijk karakter

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening

 

  1. Historiek
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 00668, Nieuwbouw eengezinswoning - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 03612, Verbouwen van/tot of uitbreiden van eengezinswoning - Vergund
  • ARAB/milieu informatiedossier: 1972/A/01910, MAZOUTTANK - Niet vergund

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het verbouwen van een ééngezinswoning

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

 

De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning.

De woning wordt aan de linkerzijde en achterzijde gedeeltelijk uitgebreid.

De buitenste gevelsteen wordt weggeslagen zodat de woning geïsoleerd kan worden. Er komt een nieuwe gevelsteen. 

Het dak wordt volledig vernieuwd. 

De bijgebouwen en achterbouwen worden gesloopt.

De huidige voorgevelbouwlijn blijft behouden.

De bouwdiepte bedraagt 12,25m na uitbreiding.

De kroonlijsthoogte en nokhoogte blijft ook behouden.

 

  1. Openbaar onderzoek

de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 25/06/2020 werd advies gevraagd aan Geel – dienst openbare werken en verkeer.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (St.Kristoffeldstraat).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

 

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van Geel – dienst openbare werken en verkeer afgeleverd op 02/07/2020 is volledig gunstig

 

Besluit

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden.

 

Voorwaarden

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

Het advies van dienst openbare werken en verkeer dient gevolgd te worden:

  • Perceel ligt in collectief te optimaliseren buitengebied waar geen riolering aanwezig is.
  • Ter hoogte van het perceel ligt een gracht. De bouwheer voorziet een gescheiden stelsel tot aan de rooilijn. Droogweerafvoer (DWA) moet aangesloten worden op de gracht.
  • Er moeten 2 septische putten geplaatst worden. Eén septische put voor het fecaal water. De overloop van deze put gaat naar de tweede septische put waar ook het afvalwater (huishoudelijk afvalwater dat niet afkomstig is van toilet maar van bv. douche) toekomt. De overloop van de tweede put gaat naar de gracht.
  • Regenwater (RWA) wordt volgens aangeleverd plan opgevangen in de bestaande hemelwaterput. De overloop van de regenwaterput gaat naar een infiltratievoorziening die verplicht is volgens de verordening hemelwater. Het regenwater infiltreert op eigen terrein. Bouwheer voorziet geen noodoverloop van de infiltratieput naar de gracht op openbaar domein. Dit is ook niet noodzakelijk.
  • Bouwheer zorgt zelf voor een huisaansluitputje DWA ter hoogte van de rooilijn.
  • Gunstig met voorwaarden: plaatsen van 2 septische putten

De plaatsing van een hemelwaterput is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

  • met een inhoud van minimum 5000 liter;
  • de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
  • een pomp wordt op de hemelwaterput aangesloten;
  • de overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratiebed, een gracht, en oppervlaktewater of de regenwaterafvoer van de openbare riolering. Indien deze voorzieningen niet voor handen zijn dan wordt de overloop aangesloten op de openbare riolering;
  • de hemelwaterput dient geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen;
  • de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;
  • de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage, terwijl de plaatsing dient te gebeuren voor het gebouw in gebruik genomen wordt;
  • het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc...

De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.

Voor de afvoer van het huishoudelijk afvalwater (HAW) dienen twee septic-tanks te worden geplaatst:

  • Septic-tank 1 : voor opvang van enkel zwart HAW (= afvalwater verontreinigd met fecaliën afkomstig van het toilet);
  • Septic-tank 2 : voor opvang van de overloop van septic-tank 1 én grijs HAW (= alle huishoudelijk afvalwater niet afkomstig van toiletspoeling, bijvoorbeeld: afvalwater van bad, douche, wastafel en wasmachine). 

De overloop van septic-tank 2 komt rechtstreeks in een gracht of overwelving. Het volume van de twee septic-tanks bedraagt minimaal 2000l per tank.

Bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook dienen deze septische putten voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De afvoer van de afval- en regenwaters dient via een gescheiden stelsel te gebeuren.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

Het advies van dienst openbare werken en verkeer dient gevolgd te worden:

  • Perceel ligt in collectief te optimaliseren buitengebied waar geen riolering aanwezig is.
  • Ter hoogte van het perceel ligt een gracht. De bouwheer voorziet een gescheiden stelsel tot aan de rooilijn. Droogweerafvoer (DWA) moet aangesloten worden op de gracht.
  • Er moeten 2 septische putten geplaatst worden. Eén septische put voor het fecaal water. De overloop van deze put gaat naar de tweede septische put waar ook het afvalwater (huishoudelijk afvalwater dat niet afkomstig is van toilet maar van bv. douche) toekomt. De overloop van de tweede put gaat naar de gracht.
  • Regenwater (RWA) wordt volgens aangeleverd plan opgevangen in de bestaande hemelwaterput. De overloop van de regenwaterput gaat naar een infiltratievoorziening die verplicht is volgens de verordening hemelwater. Het regenwater infiltreert op eigen terrein. Bouwheer voorziet geen noodoverloop van de infiltratieput naar de gracht op openbaar domein. Dit is ook niet noodzakelijk.
  • Bouwheer zorgt zelf voor een huisaansluitputje DWA ter hoogte van de rooilijn.
  • Gunstig met voorwaarden: plaatsen van 2 septische putten

De plaatsing van een hemelwaterput is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

  • met een inhoud van minimum 5000 liter;
  • de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
  • een pomp wordt op de hemelwaterput aangesloten;
  • de overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratiebed, een gracht, en oppervlaktewater of de regenwaterafvoer van de openbare riolering. Indien deze voorzieningen niet voor handen zijn dan wordt de overloop aangesloten op de openbare riolering;
  • de hemelwaterput dient geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen;
  • de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;
  • de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage, terwijl de plaatsing dient te gebeuren voor het gebouw in gebruik genomen wordt;
  • het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc...

De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.

Voor de afvoer van het huishoudelijk afvalwater (HAW) dienen twee septic-tanks te worden geplaatst:

  • Septic-tank 1 : voor opvang van enkel zwart HAW (= afvalwater verontreinigd met fecaliën afkomstig van het toilet);
  • Septic-tank 2 : voor opvang van de overloop van septic-tank 1 én grijs HAW (= alle huishoudelijk afvalwater niet afkomstig van toiletspoeling, bijvoorbeeld: afvalwater van bad, douche, wastafel en wasmachine). 

De overloop van septic-tank 2 komt rechtstreeks in een gracht of overwelving. Het volume van de twee septic-tanks bedraagt minimaal 2000l per tank.

Bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook dienen deze septische putten voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De afvoer van de afval- en regenwaters dient via een gescheiden stelsel te gebeuren.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.