Terug
Gepubliceerd op 18/08/2020

2020_CBS_02360 - Omgevingsvergunning (202000359- SW): Gagelstraat 19, Bronbemaling - Aktename

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/08/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Ben Van Looveren, Marlon Pareijn, Rob Testelmans

Afwezig

Bart Julliams, Tom Corstjens, Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_02360 - Omgevingsvergunning (202000359- SW): Gagelstraat 19, Bronbemaling - Aktename 2020_CBS_02360 - Omgevingsvergunning (202000359- SW): Gagelstraat 19, Bronbemaling - Aktename

Motivering

Aanleiding en context

Uiterste beslissingsdatum voor dit dossier: 04.09.2020

(aktename: termijn van orde)

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

De melding ingediend door de heer Timothy Dreesen, Ter Heydelaan 220 bus 4 te 2100 Antwerpen, werd per beveiligde zending verzonden op 05/08/2020.

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:

“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”

Voorwerp van de melding

De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Gagelstraat 19 te 2440 Geel, kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie F, perceel 434S.

 

Het betreft een melding voor een bronbemaling voor het bouwen van een kelder bij een nieuw te bouwen woning.

De melding omvat exploitatie van een ingedeelde inrichting

 

Rubrieknummer

Omschrijving

Klasse

53.2.2°a)

Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken met een debiet van 2.5 m³/u, 51,4m/dag en 1542 m³/jaar

3

 

De bemaling omvat een bemalingsstring met 14 bemalingsputten en een pomp met afvoer van het bemalingswater naar de RWA afvoer die in de straat loopt. De RWA afvoer sluit aan op een gracht van waaruit het water richting de Helzenloop loopt. In deze gracht krijg het bemalingswater de kans om gedeeltelijk te infiltreren.

Infiltratie door retourbemaling ter plaatse is de beste oplossing om impact op de omgeving te minimaliseren. Door de beperkte oppervlakte van het perceel is het niet mogelijk op het terrein zelf. Door de aanwezigheid van de gracht in de omgeving van de bemalingszone, kan deze dienst doen als infiltratiezone.

De filters worden geplaatst op een diepte van 4m. De afpompingsdiepte bedraagt 3 m onder maaiveld en betekent een grondwatertafel verlaging van ca. 1.5m. 

Bij lozing op een RWA-afvoer en aansluitende gracht dient de exploitant ervoor te zorgen dat de lozing van het bemalingswater geen slib, overmatige ijzerafzetting of andere mogelijke hinder aan het rioleringsstelsel of gracht veroorzaakt. Indien nodig dienen de nodige filters voorzien te worden voor ontijzering of het vangen van zand.

De bemaling voorziet in een debiet van ca. 2,5 m³/uur, 51.4 m³/dag en 1542 m³/jaar. De bemaling wordt gedurende maximaal 30 dagen in stand gehouden.

Volgens de berekening in de bemalingsnota bedraagt de invloedstraal van de bemaling 3.8 m. De aanvrager geeft aan dat er slechts minimale zettingen te verwachten zijn. Deze gegevens werden onderbouw in het sonderingsverslag dat toegevoegd werd aan het dossier.

In de omgeving van de bemaling bevinden zich geen gekende bodemverontreinigingen. Dit werd door de aanvrager aangegeven en dit komt overeen met de gekende gegevens in het webloket van OVAM. 

 

Bevoegdheid

De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.

Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

  • Gewestplan: Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd op: 28/07/1978, bestemming: woongebieden
  •  Ruimtelijk uitvoeringsplan: Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel, goedgekeurd op: 06/07/2012

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

De  iioa is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist akte te nemen van de melding ingediend door de heer Timothy Dreesen, Ter Heydelaan 220 bus 4 te 2100 Antwerpen, voor een bronbemaling voor het bouwen van een kelder bij een nieuwe woning, gelegen te Gagelstraat 19 te 2440 Geel, kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie F, perceel 434S.

 

Artikel 2

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

Artikel 3

Voorwaarden:

 

  • De exploitant loost het bemalingswater via de RWA-afvoer in de nabijgelegen gracht. Lozing in de DWA-afvoer is niet toegelaten.
  • Bij lozing op een RWA of gracht dient de exploitant ervoor te zorgen dat de lozing van het bemalingswater geen slib, overmatige ijzerafzetting of andere mogelijke hinder aan het rioleringsstelsel of gracht veroorzaakt. Indien nodig dienen de nodige filters voorzien te worden voor ontijzering of het vangen van zand.

Artikel 4

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:   https://navigator.emis.vito.be/

Uitvoerbaarheid

U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.

Aanplakking

U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.

 De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : "BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".

Verval

De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;

2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.

De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Beroepsmogelijkheid

U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:

Raad voor Vergunningsbetwistingen

p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges

Koning Albert II-laan 35 bus 81

1030 Brussel

U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.

Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).

U bent een rolrecht verschuldigd van:

  • 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
  • 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.

 U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.  

 Meer info

De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in

  • het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,
  • het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.

Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)