Terug
Gepubliceerd op 17/12/2020

2020_CBS_03667 - Omgevingsvergunning (202000301 krv) voor een reliëfwijziging langs Oudekastelseweg, sectie A nr. 685 a. - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 14/12/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Francois Mylle

Afwezig

Vera Celis, Marlon Pareijn, Marijke Lodewijckx, Stijn  Valgaeren, Georg Klein, Geert  Biermans, Simon  Wuyts, Lut  Vandervelden

Secretaris

Francois Mylle
2020_CBS_03667 - Omgevingsvergunning (202000301 krv) voor een reliëfwijziging langs Oudekastelseweg, sectie A nr. 685 a. - Vergunning 2020_CBS_03667 - Omgevingsvergunning (202000301 krv) voor een reliëfwijziging langs Oudekastelseweg, sectie A nr. 685 a. - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 10/01/2021

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020084596

Dossiernummer gemeente: 202000301

 

De gemeente Geel heeft op 29/06/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor een reliëfwijziging. De aanvraag werd op 14/08/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Bob De Schutter 

Sint willebrordshoeve 1 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Oudekastelseweg zn te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13372, sectie A, perceel 685A

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: agrarische gebieden

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

bestemming: bosgebieden

De bosgebieden zijn de beboste of de te bebossen gebieden, bestemd voor het bosbedrijf. Daarin zijn gebouwen toegelaten, noodzakelijk voor de exploitatie van en het toezicht op de bossen, evenals jagers- en vissershutten, op voorwaarde dat deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk. De overschakeling naar agrarisch gebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De voorschriften van het geldende gewestplan zijn van toepassing.

 

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)

 

  1. Historiek
  • Stedenbouwkundige overtreding: BM2019/009, Reliefwijziging - ophoging perceel - Onbeslist
  • Aanvraag omgevingsproject 2019: 201900310, het ophogen van landbouwgrond - Weigering
  • Aanvraag omgevingsproject 2019: 201900224, Ophogen Jelle - 
  • Aanvraag omgevingsproject 2019: 201900250, regularisatie inritverhardingen plus lozingspunt en werken aan de Breevijverloop - Vergunning onder voorwaarden

Aanvulling historiek

///

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft een reliëfwijziging

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

 

De aanvraag volgens de architect
 
Deze aanvraag omvat de reliëfwijziging van een akker voor professionele landbouwactiviteiten, in het kader van verbeterd bodembeheer. 

Het perceel in aanvraag betreft een akkerland, op het gewestplan aangeduid als agrarisch gebied (bestemd voor landbouw in brede zin).
 Toestand van het perceel: een akker met een onregelmatig terreinprofiel en verstoorde waterhuishouding.

Het terrein wordt afgewerkt volgens plan. Alvorens de aanvulgrond wordt aangebracht, wordt de teelaarde tot max. 40 cm afgegraven. Nadien wordt dezelfde teelaarde over de aanvulgrond uitgespreid, dit om de vruchtbaarheid van de bodem niet te verliezen.   Het volume voor de reliëfwijziging bedraagt 2.228 m³. 

De gracht wordt in totaal over een lengte van 273 meter verbreed met 5,6 meter en wordt er 30 cm afgegraven. Dit leidt tot een volume van 458 m³ aan compenserend bufferend vermogen door verbreding van de grachten. Hierdoor komt het totale volume aan bufferend vermogen in de nieuwe situatie op 1.030 m³ . Dit betekent een compensatie van 100 % ten opzichte van de bestaande toestand. 

Bovendien wordt er ook een tussenschot met knijpconstructie voorzien (diameter 160 mm) in de westelijke gracht, net ten noorden van de voorziene verbreding. Hierdoor krijgt infiltratie optimale kansen.

Er wordt een kleine wal tussen de bestaande gracht en de verbreding van de gracht aangebracht. Deze kent een hoogte van minimaal 15 cm en verhindert rechtstreekse afstroom in de dieper gelegen perceelsgrachten.

De conformverklaring van de reeds aangevoerde en gestockeerde grond wordt als extra bijlage toegevoegd.   

Toestand na de werken: een rendabel landbouwperceel met verbeterde waterhuishouding geïntegreerd in zijn omgeving.

 

Het ontwerp
 
Deze aanvraag stelt een reliëfwijziging voor van een akker voor professionele landbouwactiviteiten in het kader van verbeterd bodembeheer.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 29/10/2020 t.e.m. 27/11/2020. Er werden 0 bezwaren ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 14/08/2020 werd advies gevraagd aan departement landbouw en visserij (hoofdbestuur) - dept. landbouw en visserij, buitendienst antwerpen.

Op 14/08/2020 werd advies gevraagd aan provincie antwerpen - dienst integraal waterbeleid.

Op 22/09/2020 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.

Op 28/10/2020 werd advies gevraagd aan provincie antwerpen - dienst integraal waterbeleid.

Op 28/10/2020 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk : bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop (artikel 7 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen);

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Oudekastelseweg).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

 

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 29/10/2020 tot 27/11/2020.

Resultaat: er werden 0 bezwaren ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van departement landbouw en visserij (hoofdbestuur) - dept. landbouw en visserij, buitendienst antwerpen afgeleverd op 10/09/2020 : geen_advies uitgebracht

Het advies van provincie antwerpen - dienst integraal waterbeleid afgeleverd op 30/09/2020 is  ongunstig

Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 02/10/2020 is  ongunstig

 

Het advies van provincie antwerpen - dienst integraal waterbeleid afgeleverd op 23/11/2020 is volledig gunstig

Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 17/11/2020 is volledig gunstig

 

 

Besluit

Gunstig met voorwaarden

 

Voorwaarden

De werken kunnen uitgevoerd worden zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan.

Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden gesteld door Integraal Waterbeleid in het advies met kenmerk DWAD-2020-1117 dd. 13/10/2020.

Er mag geen ruimte voor water verloren gaan of het ingenomen overstromingsvolume dient gecompenseerd te worden. Door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te verergeren, moet het verlies van waterbergingsruimte dan ook vermeden worden of effectief gecompenseerd worden. Dit moet in de onmiddellijke omgeving gebeuren en minimum hetzelfde overstromingsvolume compenseren. De grondbalans van het perceel moet bijgevolg neutraal zijn: iedere ophoging moet gecompenseerd worden door een afgraving. Compenseren kan enkel boven de grondwatertafel.

De voorgestelde werken zorgen voor zowel positieve als negatieve effecten op de waterhuishouding. De bijkomende bufferwerking door het plaatsen van het tussenschot lijkt een voldoende compensatie voor het verlies aan buffervolume op het veld zelf. Het tussenschot mag geen doorstroom van water toelaten lager dan 17,45m TAW, zoals vermeld in de begeleidende nota voor het wijzigingsverzoek. De eigenaar neemt alle nodige maatregelen om dit op de lange termijn te verzekeren.

De eigenaar dient de correcte werking van het tussenschot te garanderen naar de toekomst.

 

Lasten

///

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

De werken kunnen uitgevoerd worden zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan.

Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden gesteld door Integraal Waterbeleid in hun advies met kenmerk DWAD-2020-1117 dd. 13/10/2020.

Er mag geen ruimte voor water verloren gaan of het ingenomen overstromingsvolume dient gecompenseerd te worden. Door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te verergeren, moet het verlies van waterbergingsruimte dan ook vermeden worden of effectief gecompenseerd worden. Dit moet in de onmiddellijke omgeving gebeuren en minimum hetzelfde overstromingsvolume compenseren. De grondbalans van het perceel moet bijgevolg neutraal zijn: iedere ophoging moet gecompenseerd worden door een afgraving. Compenseren kan enkel boven de grondwatertafel.

De voorgestelde werken zorgen voor zowel positieve als negatieve effecten op de waterhuishouding. De bijkomende bufferwerking door het plaatsen van het tussenschot lijkt een voldoende compensatie voor het verlies aan buffervolume op het veld zelf. Het tussenschot mag geen doorstroom van water toelaten lager dan 17,45m TAW, zoals vermeld in de begeleidende nota voor het wijzigingsverzoek. De eigenaar neemt alle nodige maatregelen om dit op de lange termijn te verzekeren.

De eigenaar dient de correcte werking van het tussenschot te garanderen naar de toekomst.