Terug
Gepubliceerd op 17/12/2020

2020_CBS_03669 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van een bijgebouw (2020419 joh), gelegen Gasthuisstraat 32, kadastraal afdeling 1, sectie H, nummer 1442L3 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 14/12/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Francois Mylle

Afwezig

Vera Celis, Marlon Pareijn, Marijke Lodewijckx, Stijn  Valgaeren, Georg Klein, Geert  Biermans, Simon  Wuyts, Lut  Vandervelden

Secretaris

Francois Mylle
2020_CBS_03669 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van een bijgebouw (2020419 joh), gelegen Gasthuisstraat 32, kadastraal afdeling 1, sectie H, nummer 1442L3 - Vergunning 2020_CBS_03669 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van een bijgebouw (2020419 joh), gelegen Gasthuisstraat 32, kadastraal afdeling 1, sectie H, nummer 1442L3 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 08/02/2021 (bindende eindtermijn)


 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020108879

Dossiernummer gemeente: 202000419

 

De gemeente Geel heeft op 13/09/2020 een aanvraag tot een omgevingsproject ontvangen voor het oprichten van een bijgebouw. De aanvraag werd op 26/10/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Koen Bakelants

Gasthuisstraat 32

2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Gasthuisstraat 32 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: afdeling 1, sectie H, perceel 1442L3

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden

 

Bijzonder plan van aanleg Wydbosch goedgekeurd op 26/09/2001

bestemming: strook voor binnenplaatsen en tuinen | 202

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen

 

  1. Historiek
  • Verkavelingsvergunning (OS): 1532 (0), Nieuwe verkaveling - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 09053, Nieuwbouw woonhuis - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2012/00321, Het bouwen van 9 appartementen en 14 garages - Vergund
  • Stedenbouwkundige overtreding: BM1991/001,  - Andere
  • Aanvraag omgevingsproject 2019: 201900515, het plaatsen van een overdekt zwembad - Vergunning onder voorwaarden

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft Het oprichten van een bijgebouw

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het oprichten van een bijgebouw (tuinberging) bij het aanleggen van een zwembad, overdekt met een open luifelstructuur. Het bijgebouw wordt voorzien in de tuinzone bij een bestaande eengezinswoning.
Het op te richten gebouw dat onderwerp is van deze aanvraag wordt gepositioneerd tegen zowel de achterste, als een deel van de twee zijdelingse perceelsgrenzen.
Het gebouw bestaat uit twee te onderscheiden entiteiten met een verschillende aanblik.
Het achterste deel van het gebouw is een eerder gesloten volume (tuinberging) met plat dak. Dit deel van het gebouw heeft een kroonlijsthoogte van 3m, rechtstreeks grenzend aan zowel achterste als 2 zijdelingse perceelsgrenzen.
De tuinberging bevat zowel een interne fietsenstalling, bergruimte voor tuinbenodigdheden, als de technieken en minimale natte cel, bijhorend bij het aansluitende zwembad.
Dit onderdeel is te bereiken via de achterliggende, aangrenzende parkeerplaatsen. De huidige toegang tot het perceel als tuinpoort, zal vervangen worden door een gesloten poort in het gebouw, uitkomend op dezelfde parkeermogelijkheden zoals huidig voorzien.
De tuinberging heeft ook aan de tuinzijde een gelijke doorgang, die ervoor zorgt dat de tuin nog steeds perfect bereikbaar is via achterliggende parkeervoorzieningen.
De gevel wordt neutraal afgewerkt met een houten beplanking om op deze wijze zich maximaal te nestelen in de heel groene tuinzone.
Het tweede deel van het gebouw werd opgevat als een heel open luifelstructuur die het onderliggende zwembad overdekt.
De luifel heeft een zadeldak met noklijn evenwijdig aan de 2 zijdelings perceelsgrenzen. Het zadeldak heeft een kroonlijsthoogte van 2,60m en een nokhoogte van 4,40m.
Daar waar het achterste deel van het gebouw overgaat in de luifelstructuur wordt aan beide zijden teruggesprongen van de perceelsgrens. Aan de linkerzijde (noordoost) neemt de luifel een ruime afstand om zowel bestaande bomen ruimte te geven, als ook de doorgang naar achter mogelijk te
maken.
Aan de rechterzijde (zuidwest) wordt een afstand genomen van 1m tov de perceelsgrens. Op de perceelsgrens staat momenteel een draad van 2,10m hoog die volledig ingenomen is door een groene begroeiing. Deze afbakening wordt behouden.
De luifel bestaat uit een heel lichte houten spantenstructuur met een afdekking van witte transparante beplating.
De beplating zal enkel voorzien worden op het hellend dak en de zijwand richting de rechter buur (garageboxen). Op deze manier wordt een beschutting gecreëerd die zowel licht als veel lucht toelaat onder de luifel.
Het zwembad ligt volledig onder de luifel. Het omliggende terras volgt de footprint van de luifel zelf.

Het achterste deel van het nieuw op te richten deel heeft en kroonlijsthoogte die niet hoger is dan de omliggende garagegebouwen. Tevens door zijn positionering geeft dit deel geen enkele invloed op zicht en licht t.o.v. de omliggende percelen.

Door het voorste deel terug te trekken t.o.v. de perceelsgrens en het beperken van de kroonlijsthoogte en nokhoogte heeft elk eventueel te verwachte belemmering van het licht enkel weerslag op het eigen perceel. Een imaginair doortrekken van de dakhelling tot aan de perceelsgrens toont aan dat deze op dezelfde hoogte uitkomt dan de reeds aanwezige en te behouden tuinafsluiting.


  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 03/11/2020 t.e.m. 02/12/2020. Er werden 0 bezwaren ingediend.

 

  1. Adviezen

Niet van toepassing.

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
 (Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is niet inpasbaar in de omgeving en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 03/11/2020 tot 02/12/2020.

Resultaat: er werden 0 bezwaren ingediend.

 

Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Er wordt een ongunstig advies gegeven omwille van volgende redenen:

Het plaatsen van het bijgebouw op 1 m van de perceelsgrens en de oppervlakte aan bijgebouwen (inclusief overdekte ruimte) van meer dan 75 m² kan niet worden toegestaan omwille van volgende reden:

De aanvraag is gesitueerd in BPA Wydbosch, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 26/09/2001.

Art. 4.3.1§1 en 4.4.1§2 van de codextrein stellen dat voorschriften van BPA's ouder dan 15 jaar, geen weigeringsgrond meer zijn voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

Wanneer men de voorschriften van een BPA niet wenst te volgen, geldt de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Als volgens de goede ruimtelijke ordening het plaatsen van het bijgebouw op 1 m van de perceelsgrens en de oppervlakte aan bijgebouwen (inclusief overdekte ruimte) van meer dan 75 m² stedenbouwkundig aanvaardbaar is, kan hiervoor een omgevingsvergunning worden verleend mits toepassing van art. 4.3.1§1. Er is hier geen bijstelling van verkaveling voor nodig. 

Er moet een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd worden, zonder dat een afwijking gevraagd moet worden en zonder dat er eerst een bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden moet verleend worden.

In alle BPA's is altijd de regel opgenomen dat bijgebouwen ofwel tegen de perceelsgrens ofwel op minimum 3 m van de perceelsgrens dienen te worden opgericht. Om de uniformiteit hieromtrent te bewaren, wordt dan ook geen inplanting op 1 m van de perceelsgrens aanvaard.

In het beleidsplan Ruimte van stad Geel wordt hard ingezet op klimaatadaptiviteit:

Onder invloed van een veranderend klimaat zullen we in Vlaanderen steeds vaker te maken krijgen met warmere zomers, daling van de grondwatertafel, hevige stortbuien, veranderingen in vegetatietypes, verlies aan biodiversiteit, groeiende kans op (tropische ziektes) enz. Er dient dus te worden ingezet op een meer klimaatbestendige inrichting. Eén van de maatregelen waarop wordt ingezet, is de beperking van de oppervlakte verharding zowel op het openbaar als op het privéterrein.

Gelet op bovenstaande redenen, kan het plaatsen van het bijgebouw op 1 m van de perceelsgrens en de oppervlakte aan bijgebouwen (inclusief overdekte ruimte) van meer dan 75 m² niet aanvaard worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning niet goed te keuren en de weigering af te leveren aan de aanvrager, omwille van volgende redenen:


In de voorschriften van alle BPA's is altijd de regel opgenomen dat bijgebouwen ofwel tegen de perceelsgrens ofwel op minimum 3 m van de perceelsgrens dienen te worden opgericht. Om de uniformiteit hieromtrent te bewaren, wordt dan ook geen inplanting op 1 m van de perceelsgrens aanvaard.

In het beleidsplan Ruimte van stad Geel wordt hard ingezet op klimaatadaptiviteit:

onder invloed van een veranderend klimaat zullen we in Vlaanderen steeds vaker te maken krijgen met warmere zomers, daling van de grondwatertafel, hevige stortbuien, veranderingen in vegetatietypes, verlies aan biodiversiteit, groeiende kans op (tropische ziektes) enz. Er dient dus te worden ingezet op een meer klimaatbestendige inrichting.

Eén van de maatregelen waarop wordt ingezet, is de beperking van de oppervlakte verharding zowel op het openbaar als op het privéterrein.

Omwille van deze reden wordt er geen grotere oppervlakte dan 75 m² aan bijgebouwen/overdekte oppervlakte toegestaan.