Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020115408
Dossiernummer gemeente: 202000418
De gemeente Geel heeft op 11/09/2020 een aanvraag voor een omgevingsproject ontvangen voor het verbouwen van een ééngezinswoning. De aanvraag werd op 19/10/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Chanta Oeurn
Zammelseweg 174 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Zammelseweg 174 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: Afdeling 13375, sectie N, perceel 1556L
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: woongebieden
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde verkaveling 2086 B (B) en het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
De aanvraag betreft het verbouwen van een ééngezinswoning.
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het verbouwen van een ééngezinswoning:
De bestaande achterbouwen worden afgebroken, enkel het hoofdgebouw blijft behouden. Het hellend dak van het hoofdgebouw wordt eveneens afgebroken en vervangen door een plat dak.
De gevelsteen wordt verwijderd zodat de woning kan geïsoleerd worden.
Er wordt een nieuwe uitbreiding voorzien.
De voorgevel langs Zammelseweg blijft behouden.
Langs Binnenbroek komt de nieuwe voorgevel op 12m uit de as van de weg.
De bouwdiepte bedraagt 15m89.
De kroonlijsthoogte bedraagt 6m20.
De gevels worden afgewerkt met een nieuwe gevelsteen;
In de woning worden twee ruimten voorzien als polyvalente ruimte. Deze zullen in eerste instantie dienst doen als bergplaats/hobbyruimte/speelkamer. De bedoeling is om hier op termijn een zorgwoning in te richten.
de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 19/10/2020 werd advies gevraagd aan de stad Geel – dienst openbare werken en verkeer.
Niet van toepassing.
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Zammelseweg / Binnenbroek).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 24/11/2020 is volledig gunstig met volgende toelichting en voorwaarden:
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel en een aparte RWA-leiding aanwezig op openbaar domein.
De bouwheer dient de bestaande aansluitingen te herbruiken en zelf de huisaansluitputjes RWA en DWA te plaatsen. De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm). Deze putjes mogen niet met elkaar verbonden zijn.
De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max 160 mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten (septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) mogen niet binnen de 8 meter van de as van de weg worden geplaatst. En ze moeten minstens 2m van de voorgevel af liggen. Men is niet verplicht een septische put te plaatsen maar het is toegestaan, zoals op plan is voorzien, om er eentje te plaatsen voor de behandeling van het zwart (fecaal) water.
Volgens de hemelwaterverordening is men niet verplicht een hemelwaterput te voorzien. Men moet wel een infiltratievoorziening plaatsen. We adviseren wel het plaatsen van een hemelwaterput zoals de bouwheer voorziet op plan. Men plaatst een hemelwaterput van 10.000L wat goed wordt bevonden. De afvoeren van zowel het bestaande dak als het nieuwe dak worden hier op aangesloten. De bouwheer voorziet herbruik voor de spoeling van 3 toiletten, voor een wasmachine en een buitenkraan. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Als men een hemelwaterput plaatst, mag men het volume van de infiltratievoorziening kleiner dimensioneren als op plan is aangegeven. Het volume dient dan minimum 4847L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 7,76m².
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Men voorziet aan twee zijden van het perceel een toegangsweg, dit is toegestaan. Men respecteert de maximaal toegestane inritbreedte.
Besluit
De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden.
Voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
Minstens 60% van de muren moeten behouden blijven.
-Rookmelders:
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
-Riolering:
De bouwheer dient de bestaande aansluitingen te herbruiken en zelf de huisaansluitputjes RWA en DWA te plaatsen. De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm). Deze putjes mogen niet met elkaar verbonden zijn.
De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max 160 mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten (septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) mogen niet binnen de 8 meter van de as van de weg worden geplaatst. En ze moeten minstens 2m van de voorgevel af liggen.
Men is niet verplicht een septische put te plaatsen maar het is toegestaan, zoals op plan is voorzien, om er eentje te plaatsen voor de behandeling van het zwart (fecaal) water.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
-Hemelwater:
De bouwheer voorziet een hemelwaterput van 10.000L. De afvoeren van zowel het bestaande dak als het nieuwe dak worden hier op aangesloten. De bouwheer voorziet herbruik voor de spoeling van 3 toiletten, voor een wasmachine en een buitenkraan. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening (minimum volume = 4847L) met een infiltratieoppervlakte van minimum 7,76m².
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
Minstens 60% van de muren moeten behouden blijven.
-Rookmelders:
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
-Riolering:
De bouwheer dient de bestaande aansluitingen te herbruiken en zelf de huisaansluitputjes RWA en DWA te plaatsen. De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm). Deze putjes mogen niet met elkaar verbonden zijn.
De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max 160 mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten (septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) mogen niet binnen de 8 meter van de as van de weg worden geplaatst. En ze moeten minstens 2m van de voorgevel af liggen.
Men is niet verplicht een septische put te plaatsen maar het is toegestaan, zoals op plan is voorzien, om er eentje te plaatsen voor de behandeling van het zwart (fecaal) water.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
-Hemelwater:
De bouwheer voorziet een hemelwaterput van 10.000L. De afvoeren van zowel het bestaande dak als het nieuwe dak worden hier op aangesloten. De bouwheer voorziet herbruik voor de spoeling van 3 toiletten, voor een wasmachine en een buitenkraan. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening (minimum volume = 4847L) met een infiltratieoppervlakte van minimum 7,76m².