Terug
Gepubliceerd op 17/12/2020

2020_CBS_03675 - Omgevingsvergunning - het regulariseren van een rijwoning gelegen Larumsebrugweg 191 (202000476SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 14/12/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Francois Mylle

Afwezig

Marlon Pareijn, Marijke Lodewijckx, Stijn  Valgaeren, Georg Klein, Geert  Biermans, Simon  Wuyts, Lut  Vandervelden

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_03675 - Omgevingsvergunning - het regulariseren van een rijwoning gelegen Larumsebrugweg 191 (202000476SS) - Vergunning 2020_CBS_03675 - Omgevingsvergunning - het regulariseren van een rijwoning gelegen Larumsebrugweg 191 (202000476SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 04-01-2021


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020131264

Dossiernummer gemeente: 202000476

 

De gemeente Geel heeft op 06/10/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het regulariseren van een rijwoning. De aanvraag werd op 09/11/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Jelle Vissers 

Stalpaart 37 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Larumsebrugweg 191 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie E, perceel 1076W2

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden met landelijk karakter

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)

 

  1. Historiek
  • Verkavelingsvergunning (OS): 0585 (0), Nieuwe verkaveling - De vergunning werd verleend
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 01758, Nieuwbouw eengezinswoning - Vergund
  • ARAB/milieu informatiedossier: 1981/A/03878, PROPAANTANK - Niet vergund

Aanvulling historiek

///

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het regulariseren van een rijwoning

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

 

Het ontwerp

De aanvraag handelt over het regulariseren van een rijwoning.

De eigendom is de middelste woning binnen een gegroepeerde bebouwing van drie wooneenheden. De oorspronkelijke bebouwing dateert van 1965, zijnde een woning (rechts) met daartegen een stal plus schuur.

In de loop der jaren werd de schuur met stal omgevormd tot 2 woningen zonder vergunning en werd de oorspronkelijke kroonlijst van 3,80 meter opgetrokken tot 5,68 meter en de nokhoogte tot 9,87 meter aansluitend op de rechtse, vergunde woning.

De bestaande bouwdiepte op het gelijkvloers bedroeg 13,75 meter waartegen recenter een overdekt terras werd aangebouwd van 2,31 meter wat een totale bouwdiepte van 15,96 meter geeft. De bouwdiepte valt binnen de toegelaten 17 meter voor hoofdgebouwen. De gelijkvloerse achterbouw met bouwdiepte 4,90 meter is uitgevoerd met een hellend (lessenaars-) dak met kroonlijsthoogte 2,45 meter en sluit aan tegen de achtergevel van het hoofdvolume op een hoogte van 4,86 meter.

In principe zijn de stedenbouwkundige voorschriften tot op een bouwdiepte van 13 meter max. bouwhoogte 6 meter uit te voeren met plat dak. De wederrechtelijk uitgevoerde achterbouw valt echter binnen de contouren van het maximaal toegelaten gabarit. Bijkomend werd de achterbouw van de linksaanpalende woning op dezelfde manier uitgevoerd onder één en hetzelfde dakvlak. Om deze redenen komt de achterbouw in aanmerking voor regularisatie. Het hemelwater watert af op het eigen terrein.

De bouwdiepte op de verdieping bedraagt 8,85 meter met hierop een zadeldak.

De voorgevelbreedte op het gelijkvloers bedraagt 5 meter wat gelijk is aan de perceelsbreedte vooraan, Naar achter toe verbreedt het perceel en de bouwbreedte naar 7,80 meter.

Op de verdieping zijn de linkse- en middelste woning met elkaar verweven en volgen de perceelsgrenzen op de begane grond niet.

De voorgevel en het dak van de linkse- en middelste woning werden uitgevoerd als één geheel in dezelfde materialen.

Achter de woning werd een garage opgericht op 19,34 meter achter de woning. Deze constructie komt niet in aanmerking voor regularisatie aangezien ze zich in de strook voor binnenplaatsen en tuinen bevindt. Deze garage wordt gesloopt.

Eventuele andere bijgebouwen worden niet opgenomen in deze vergunning.

De voortuin is momenteel volledig verhard met kiezel. Gezien het onthardingsbeleid van de stad en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening d.d. 24/05/2012 is dit niet toegelaten en zal moeten gereduceerd worden naar een maximale breedte van 3 meter. Zodanig dat de mogelijkheid bestaat een auto te parkeren op het eigen terrein.

Het perceel is achteraan bereikbaar door middel van een bestaande wegenis naast de linksaanpalende woning.

Er worden geen bomen gerooid, noch terreinophogingen uitgevoerd.

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werden 0 opmerkingen ingediend.

 

  1. Adviezen

Er werd geen advies gevraagd.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Resultaat: er werden 0 opmerkingen ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Opmerkingen adviezen:

///

 

Besluit

Gunstig onder voorwaarden.

Voorwaarden

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken worden geregulariseerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

De woning heeft als bestemming eengezinswoning.

De woning blijft in zijn huidige vorm behouden, er worden geen uitbreidingen uitgevoerd.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. 

De regenafvoer moet dus op uw eigendom voorzien worden.

De plaatsing van een hemelwaterput is niet verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten aangezien er geen bijkomende dakoppervlakte wordt gecreëerd. Indien de bouwheer een hemelwaterput plaatst dient die aan volgende eisen te voldoen:

  • met een inhoud van min. 5.000 liter die met een pomp wordt uitgerust;
  • de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
  • de overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratiebed, een gracht, een oppervlaktewater of de regenwederafvoer van de openbare riolering. Indien deze voorzieningen niet voorhanden zijn dan wordt de overloop aangesloten op de openbare riolering;
  • de hemelwaterput dient geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen; 
  • de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;
  • de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage, terwijl de plaatsing dient te gebeuren voor het gebouw in gebruik genomen wordt;
  • het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc...

Bij de sloping van de garage dient de bouwheer de nodige maatregelen te treffen om geen schade te berokken aan de aanpalende eigendommen.

Eventuele andere bijgebouwen zijn niet opgenomen in deze vergunning.

De voortuin is momenteel volledig verhard met kiezel. Gezien het onthardingsbeleid van de stad en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening d.d. 24/05/2012 is dit niet toegelaten en zal moeten gereduceerd worden naar een maximale breedte van 3 meter. Zodanig dat de mogelijkheid bestaat een auto te parkeren op het eigen terrein. Het overige deel dient te worden aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Er worden geen bomen gerooid, noch terreinophogingen uitgevoerd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken worden geregulariseerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

De woning heeft als bestemming eengezinswoning.

De woning blijft in zijn huidige vorm behouden, er worden geen uitbreidingen uitgevoerd.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. 

De regenafvoer moet dus op uw eigendom voorzien worden.

De plaatsing van een hemelwaterput is niet verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten aangezien er geen bijkomende dakoppervlakte wordt gecreëerd. Indien de bouwheer een hemelwaterput plaatst dient die aan volgende eisen te voldoen:

  • met een inhoud van min. 5.000 liter die met een pomp wordt uitgerust;
  • de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
  • de overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratiebed, een gracht, een oppervlaktewater of de regenwederafvoer van de openbare riolering. Indien deze voorzieningen niet voorhanden zijn dan wordt de overloop aangesloten op de openbare riolering;
  • de hemelwaterput dient geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen; 
  • de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;
  • de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage, terwijl de plaatsing dient te gebeuren voor het gebouw in gebruik genomen wordt;
  • het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc...

Bij de sloping van de garage dient de bouwheer de nodige maatregelen te treffen om geen schade te berokken aan de aanpalende eigendommen.

Eventuele andere bijgebouwen zijn niet opgenomen in deze vergunning.

De voortuin is momenteel volledig verhard met kiezel. Gezien het onthardingsbeleid van de stad en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening d.d. 24/05/2012 is dit niet toegelaten en zal moeten gereduceerd worden naar een maximale breedte van 3 meter. Zodanig dat de mogelijkheid bestaat een auto te parkeren op het eigen terrein. Het overige deel dient te worden aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Er worden geen bomen gerooid, noch terreinophogingen uitgevoerd.