Terug
Gepubliceerd op 13/10/2020

2020_CBS_02888 - Omgevingvergunning - het ophogen van landbouwgrond gelegen hoek Winkelom / Wildersedijk (202000244SS) - Weigering

College van Burgemeester en Schepenen
ma 28/09/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Marleen Verboven, Bart Julliams, Tom Corstjens, Marlon Pareijn, Francois Mylle

Afwezig

Griet Smaers, Ben Van Looveren, Marleen Rome, Ine Winters, Elke Raeymaekers, Ria Van den eynde, Glenn Molenberghs

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_02888 - Omgevingvergunning - het ophogen van landbouwgrond gelegen hoek Winkelom / Wildersedijk (202000244SS) - Weigering 2020_CBS_02888 - Omgevingvergunning - het ophogen van landbouwgrond gelegen hoek Winkelom / Wildersedijk (202000244SS) - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 04/10/2020


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020061650

Dossiernummer gemeente: 202000244

 

De gemeente Geel heeft op 22/05/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het ophogen van landbouwgrond. De aanvraag werd op 01/07/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Kris Verdonck 

Schransdijk 5A te 2440 Geel BELGIE

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Wildersedijk zn, Winkelom zn te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13373, sectie K, perceel 273D

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: agrarische gebieden

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen (enkel van toepassing op zonevreemde woningen) goedgekeurd op 29/01/2009

bestemming: overdruk zonevreemde woningen III

bestemming: overdruk zonevreemde woningen I

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

 

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)

 

  1. Historiek

Aanvulling historiek

///

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het ophogen van landbouwgrond

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

Het ontwerp

De aanvraag betreft het ophogen van een akker gelegen in agrarisch gebied. De aanvrager baat een beroepsmatig landbouwbedrijf uit. De aanvraag heeft betrekking op professionele agrarische of para-agrarische activiteiten.
Ophogingen in landbouwgebied dienen met de nodige omzichtigheid benaderd te worden.

De aanvrager geeft als reden voor de ophoging een vernatting van het perceel door rioleringswerken in de aanliggende straat op.

De foto’s die bijgevoegd zijn, werden op het einde van de winter genomen in een relatief natte periode. Op de foto’s is enkel water te zien in de grachten. Het perceel zelf vertoont geen tekenen van vernatting. 

De bodemkaart geeft aan dat de percelen in de omgeving sowieso te kampen hebben met hoge grondwaterstanden (drainageklasse e). In 2018 was het perceel aangemeld voor silomais, de jaren ervoor telkens voor grasland. Ook alle luchtfoto’s ter onzer beschikking van voor 2018 tonen grasland. Ook de andere percelen in de omgeving worden enkel als grasland bewonnen. 

Ook deze gegevens wijzen erop dat de omgeving van nature hoge grondwaterstanden vertoont.

Het perceel ligt volgens het gewestplan in agrarisch gebied maar grenst aan habitat- en VEN gebied.

Het perceel grenst aan natuurreservaat Malesbroek.
Het reservaat Malesbroek maakt deel uit van het Europees Life+ Natura2000 project 'Grote Netewoud' en beoogt een algemeen natuurherstel in de vallei van de Grote Nete met o.a. het herstel van broekbossen en eco-hydrologische herstel van de Nete en zijn zijrivieren. Het betreffende perceel ligt in de vallei van de Scherpenbergenloop en verdere reliëfwijzigingen zijn niet gewenst.

Het perceel heeft een oppervlakte van 0,61 ha en is deels in effectief overstromingsgevoelig en recent overstroomd gebied gelegen.
De aanhoging beperkt zich tot het deel buiten deze zone (±0,35 ha).

Het advies van het Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid is ongunstig, aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en art. 5 van het decreet integraal waterbeleid.

Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid gecoördineerd op 15 juni 2018 werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies werd verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen.

Bij bemesting van het opgehoogde perceel stroomt een aanzienlijk gedeelte naar het lager gelegen deel en komt zo in het reservaat Malesbroek terecht. Het reservaat Malesbroek maakt deel uit van het Europees Life+ Natura2000 project 'Grote Netewoud' en beoogt een algemeen natuurherstel in de vallei van de Grote Nete met o.a. het herstel van broekbossen en eco-hydrologische herstel van de Nete en zijn zijrivieren. Het betreffende perceel ligt in de vallei van de Scherpenbergenloop en verdere reliëfwijzigingen zijn niet gewenst.

Het perceel GEEL 3 AFD, sectie K nr. 273 D paalt niet rechtstreeks aan de waterloop, het perceel watert er naar af.

Afgaande op de plannen stellen wij vast dat de inlaat van de inbuizing in de baangracht op 19,17 m TAW ligt en de laagst gelegen punten van het perceel aansluitend aan de gracht op 19,26 m en 19,24 m TAW liggen.
Het beperkt niveauverschil tussen de inlaat en de laagste punten van het perceel is met 9 - 7 cm bijzonder klein.

De uit te voeren reliëfwijziging zou resulteren in een aanhoging langs de gracht met ± 40 cm en in een verdere gravitaire afwatering naar het noordwestelijk deel van het perceel (effectief overstromingsgevoelig gebied).

Bovendien dienen de ophogingen altijd beperkt te zijn, zowel in hoogte als in oppervlakte. Enkel het wegwerken van lokale depressies zou aanvaardbaar kunnen zijn.

In een duurzaam landbouwsysteem dient de landbouwfunctie aangepast te worden aan het fysisch milieu en niet omgekeerd.
De landbouwzone kan en mag geen uitweg zijn om problemen van grondoverschotten, die elders gecreëerd werden, op te lossen.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 06/07/2020 t.e.m. 04/08/2020. Er werden 2 bezwaren ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 01/07/2020 werd advies gevraagd aan provincie antwerpen - dienst integraal waterbeleid.

Op 01/07/2020 werd advies gevraagd aan agentschap wegen en verkeer - awv - district geel.

Op 01/07/2020 werd advies gevraagd aan departement landbouw en visserij (hoofdbestuur) - dept. landbouw en visserij, buitendienst antwerpen.

Op 05/08/2020 werd advies gevraagd aan agentschap voor natuur en bos - adviezen en vergunningen antwerpen.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg / gewestweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project  ligt gedeeltelijk in een recent overstroomd gebied of een risicozone.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is niet inpasbaar in de omgeving en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 06/07/2020 tot 04/08/2020.

Resultaat: er werden 2 bezwaren ingediend.

 

De bezwaren handelen over:

 

  • Het betrokken perceel doet in het voor- en najaar dienst als waterbuffer, ophoging van het perceel zal de waterhuishouding verstoren.

 

  • Er wordt vermeld dat dit perceelgedeelte niet wordt opgehoogd. Echter, bij bemesting van het opgehoogde perceel stroomt een aanzienlijk gedeelte naar het lagergelegen deel en komt zo in het reservaat terecht.

 

  • Het perceel grenst aan het natuurreservaat Malesbroek dat deel uitmaakt van het Europees Life+ Natura2000 project “Grote Netewoud” en beoogt een algemeen natuurherstel in de vallei van de Grote Nete met o.a. het herstel van broekbossen en eco-hydrologische herstel van de Nete en zijn zijrivieren. Het betreffende perceel ligt in de vallei van de Scherpenbergenloop en verdere reliëfwijzigingen zijn niet gewenst.

 

  • Natuurpunt Beheer werkt in de directe omgeving van de betreffende aanvraag aan het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden. Natuurpunt ijvert voor het herstel en behoud van dergelijke waardevolle gebieden

 

Het openbaar onderzoek wordt als volgt geëvalueerd:

 

  • Het perceel is deels gelegen in effectief overstromingsgevoelig en recent overstroomd gebied volgens de watertoetskaart. De overstromingskaarten. De bodemkaart geeft aan dat de percelen sowieso te kampen hebben met hoge grondwaterstanden (drainageklasse e).
  • De percelen in de directe omgeving zijn eveneens laag gelegen en kunnen tijdens de natte periodes dienst doen als natuurlijke waterbuffer.
  • Ophogingen met zijn bewerking en bemesting die afwatert naar het natuurreservaat Malesbroek dat deel uitmaakt van het Europees Life+ Natura2000 project “Grote Netewoud” hebben een nadelige invloed op het algemeen natuurherstel in het gebied de vallei van de Grote Nete.
  • In een duurzaam landbouwsysteem dient de landbouwfunctie aangepast te worden aan het fysisch milieu en niet omgekeerd.

     

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van provincie Antwerpen - dienst integraal waterbeleid afgeleverd op 12/08/2020 is  ongunstig

Het advies van agentschap wegen en verkeer - awv - district geel afgeleverd op 13/07/2020 is volledig gunstig

Het advies van departement landbouw en visserij (hoofdbestuur) - dept. landbouw en visserij, buitendienst antwerpen afgeleverd op 30/07/2020 is volledig gunstig

Het advies van agentschap voor natuur en bos - adviezen en vergunningen Antwerpen afgeleverd op 31/08/2020 is volledig gunstig

Opmerkingen adviezen:

///

 

Besluit

Ongunstig omwille van:

 

Het betrokken perceel doet in het voor- en najaar dienst als waterbuffer, ophoging van het perceel zal de waterhuishouding verstoren.

Ongunstig advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid d.d. 12/08/2020 ref. DWAD-2020-0893.

De bodemkaart geeft aan dat de percelen sowieso te kampen hebben met hoge grondwaterstanden (drainageklasse e). In 2018 was het perceel aangemeld voor silomais, de jaren ervoor telkens voor grasland. Ook alle luchtfoto’s ter onzer beschikking van voor 2018 tonen grasland. Ook de andere percelen in de omgeving worden enkel als grasland bewonnen.
Ook deze gegevens wijzen erop dat de omgeving van nature hoge grondwaterstanden vertoont.

De foto’s die bijgevoegd zijn, werden op het einde van de winter genomen in een relatief natte periode. Op de foto’s is enkel water te zien in de grachten. Het perceel zelf vertoont geen tekenen van vernatting.

De bodemkaart geeft aan dat de percelen sowieso te kampen hebben met hoge grondwaterstanden (drainageklasse e).

Het perceel ligt in de vallei van de Grote Nete. Een ophoging van dit perceel zou bovendien een aansnijding van de vallei inluiden.

Het perceel is deels gelegen in effectief overstromingsgevoelig en recent overstroomd gebied volgens de watertoetskaart - de overstromingskaarten. Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in agrarische gebieden.
Het gebied is volgens de biologische waarderingskaart (BWK) biologisch minder waardevol.
Het perceel is gelegen in de vallei van de Scherpenbergloop/Grote Nete. Een ophoging van dit perceel zou bovendien een aansnijding van de vallei inluiden.

Er wordt vermeld dat dit perceelgedeelte niet wordt opgehoogd. Echter bij bemesting van het opgehoogde perceel stroomt een aanzienlijk gedeelte naar het lagergelegen deel en komt zo in het reservaat terecht.

Natuurpunt Beheer werkt in de directe omgeving van de betreffende aanvraag aan het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden. In 2000 startte Natuurpunt met de aankoop en het beheer van de eerste percelen in het erkende natuurreservaat Malesbroek. Enkele percelen in eigendom van Natuurpunt Beheer vzw grenzen aan het betreffende perceel van Kris Verdonck.

In een duurzaam landbouwsysteem dient de landbouwfunctie aangepast te worden aan het fysisch milieu en niet omgekeerd.
De landbouwzone kan en mag geen uitweg zijn om problemen van grondoverschotten die elders gecreëerd werden op te lossen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning niet goed te keuren en een weigering af te leveren aan de aanvrager.
 

Ongunstig omwille van:

Het betrokken perceel doet in het voor- en najaar dienst als waterbuffer, ophoging van het perceel zal de waterhuishouding verstoren.

Ongunstig advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid d.d. 12/08/2020 ref. DWAD-2020-0893.

De bodemkaart geeft aan dat de percelen sowieso te kampen hebben met hoge grondwaterstanden (drainageklasse e). In 2018 was het perceel aangemeld voor silomais, de jaren ervoor telkens voor grasland. Ook alle luchtfoto’s ter onzer beschikking van voor 2018 tonen grasland. Ook de andere percelen in de omgeving worden enkel als grasland bewonnen.
Ook deze gegevens wijzen erop dat de omgeving van nature hoge grondwaterstanden vertoont.

De foto’s die bijgevoegd zijn, werden op het einde van de winter genomen in een relatief natte periode. Op de foto’s is enkel water te zien in de grachten. Het perceel zelf vertoont geen tekenen van vernatting.

De bodemkaart geeft aan dat de percelen sowieso te kampen hebben met hoge grondwaterstanden (drainageklasse e).

Het perceel ligt in de vallei van de Grote Nete. Een ophoging van dit perceel zou bovendien een aansnijding van de vallei inluiden.

Het perceel is deels gelegen in effectief overstromingsgevoelig en recent overstroomd gebied volgens de watertoetskaart - de overstromingskaarten. Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in agrarische gebieden.
Het gebied is volgens de BWK biologisch minder waardevol.
Het perceel is gelegen in de vallei van de Scherpenbergloop/Grote Nete. Een ophoging van dit perceel zou bovendien een aansnijding van de vallei inluiden.

Er wordt vermeld dat dit perceelgedeelte niet wordt opgehoogd. Echter bij bemesting van het opgehoogde perceel stroomt een aanzienlijk gedeelte naar het lagergelegen deel en komt zo in het reservaat terecht.

Natuurpunt Beheer werkt in de directe omgeving van de betreffende aanvraag aan het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden. In 2000 startte Natuurpunt met de aankoop en het beheer van de eerste percelen in het erkende natuurreservaat Malesbroek. Enkele percelen in eigendom van Natuurpunt Beheer vzw grenzen aan het betreffende perceel van Kris Verdonck.

In een duurzaam landbouwsysteem dient de landbouwfunctie aangepast te worden aan het fysisch milieu en niet omgekeerd.
De landbouwzone kan en mag geen uitweg zijn om problemen van grondoverschotten die elders gecreëerd werden op te lossen