Terug
Gepubliceerd op 28/03/2023

2023_CBS_00797 - Vervoerregio Kempen - voorlopig Regionaal Mobiliteitsplan - Beslissen

College van Burgemeester en Schepenen
ma 20/03/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00797 - Vervoerregio Kempen - voorlopig Regionaal Mobiliteitsplan - Beslissen 2023_CBS_00797 - Vervoerregio Kempen - voorlopig Regionaal Mobiliteitsplan - Beslissen

Motivering

Aanleiding en context

De vervoerregio Kempen bestaat sinds 2019, bevat 28 gemeenten en telt 475.000 inwoners. Het is een van de grootste Vlaamse vervoerregio’s die werd opgericht in het kader van basisbereikbaarheid. Combimobiliteit staat daarin centraal: het combineren van verschillende vervoersmiddelen. Basisbereikbaarheid vertrekt daarnaast vanuit een regionale benadering, en dus niet langer van het louter lokale of Vlaamse perspectief = de nieuwe mobiliteitsvisie.

Alle 15 vervoerregio’s ontwikkelen hun eigen vervoerplannen. Alle gemeenten zijn vertegenwoordigd in de vervoerregioraad, net als de Vlaamse overheid, het provinciebestuur en NMBS/Infrabel. Die raad is het officieel overlegplatform dat de beleidsvisie inzake mobiliteit voor de hele regio moet vaststellen.

De vervoerregio Kempen is volop bezig met het opstellen van een plan waarin de gezamenlijke mobiliteitsvisie voor alle vervoermiddelen op lange termijn wordt vastgelegd. Voor dat regionaal mobiliteitsplan is de eerste stap gezet in de vorm van een oriëntatienota. Het college van burgemeester en schepenen nam op 22 juni 2020 kennis van deze oriëntatienota.

Op 27 juni 2022 keurde het college van burgemeester en schepenen de synthesenota regionaal mobiliteitsplan goed.

Argumentatie

Het beleidsplan van de vervoerregio Kempen is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen 28 gemeenten en bovenlokale partners. Het traject dat we samen hebben gelopen is gestart in 2019, na de opdeling van de Vlaamse steden en gemeenten in de vijftien vervoerregio'sBinnen deze vervoerregio’s zitten de lokale besturen mee aan het stuur om de mobiliteitsuitdagingen aan te pakken door vervoerplannen te ontwikkelen. Basisbereikbaarheid is de rode draad en vertrekt vanuit een regionale benadering, en dus niet langer van het louter lokale of Vlaamse perspectief. 

De oriëntatienota1 is de eerste stap van het gelopen proces. Deze nota bestaat uit inventarisatie en onderzoek. We brachten de bestaande toestand in kaart en maakten een SWOT-analyse op voor de verschillende vervoersmiddelen. De vervoerregioraad keurde de oriëntatienota goed in juli 2020. Om hier een behapbaar verhaal van te makenvertaalden we de inhoud naar een publiekscommunicatie.  

De tweede stap in het planproces gaat over de opbouw van de strategische visie en operationele doelstellingen. Dit is vertaald naar de synthesenota die in het voorjaar 2023 ter vaststelling voorligt.  

In deze nota kozen we voor vier hoofddoelstellingen: realiseren van de modal shift 60/40, verhogen van de verkeersleefbaarheid, een daling van 15% van het aantal voertuigkilometers en streven naar een regio zonder verkeersdoden. Daarna beschrijven we de verschillende scenariodie onderling worden afgewogen en getoetst aan de doelstellingen. We kozen samen het scenario dat onze voorkeur heeft én een aanzet naar enkele flankerende maatregelen om tot de uitwerking van dit voorkeurscenario te komen.  

Parallel in deze tweede fase is er ook een nota inhoudsafbakening opgemaakt. Deze is opgemaakt in het kader van de milieueffectrapportage (MER-plan), om de impact van de verschillende scenario’s op het milieu in beeld te brengen. Daarnaast liep de uitrol van een vernieuwd en gelaagd openbaar vervoersmodel met een sterk kernnet, aanvullend net en flexvervoer (voorheen ‘vervoer op maat’). 

Het beleidsplan, en de daaropvolgende actietabel, zijn het resultaat van stap drie. Gebaseerd op de synthesenota zijn dit beleidsplan en de bijhorende actietabel het bindend document waar de visie en de concrete acties in worden beschreven om de mobiliteitsdoelstellingen in vervoerregio Kempen waar te maken. 

Het beleidsplan spreekt zich uit over het gewenste openbaarvervoernetwerk, het fietsroutenetwerk, het privaat gemotoriseerd verkeer, het logistieke netwerk, de infrastructuur over de diverse modi heen… én over de diverse onderlinge verknopingsvormen. Om een samenhangende ruimtelijke ontwikkeling na te streven werken we een aanzet van ruimtelijk (locatie)beleid uit, i.c. worden knooppuntwaarden en (gewenst) voorzieningenniveau onderling afgestemd. Tevens komt het flankerend beleid aan bod, waarbij wordt ingezet op initiatieven om het verplaatsingsgedrag te beïnvloeden, innoveren om nog effectiever te zijn, of (beter) samenwerken om (nog) meer te bereiken. Het beleidsplan maken we concreet in een actieplan. Verder worden eventuele voorstellen tot wijziging van andere beleidsplannen, en voorstellen tot monitoring en evaluatie in het mobiliteitsplan opgenomen. Relevante elementen uit het gelopen participatietraject worden meegenomen en verwerkt.

Het volledige voorlopige regionaal mobiliteitsplan en actieplan is toegevoegd als bijlage en zal met een presentatie toegelicht worden het team MOW van de Vlaamse Overheid.

Op 31 maart 2023 zal aan de vervoerregioraad gevraagd worden om het voorlopig regionaal mobiliteitsplan en actieplan voorlopig vast te stellen. Hierna volgt een openbaar onderzoek. Als onderdeel van dit openbaar onderzoek worden op 26 en 27 april twee digitale infomomenten georganiseerd voor de gemeenteraadsleden van de 28 gemeenten van de vervoerregio Kempen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt het voorlopig regionaal mobiliteitsplan en actieplan goed, mits volgende oppmerkingen:

  • Het College van burgemeester en schepenen beseft dat stad Geel in de hele regio een uitzonderlijk zware last dient te dragen inzake regionaal doorgaand verkeer. Deze rol wordt met veel inzet opgenomen. Stad verwacht dat er in ruil voor deze rol die zij daarvoor opneemt, ook een betere steun aan de stad kan/zal worden gegeven, zodat zij deze rol ook kan blijven opnemen. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in het  dossier van de ventwegen aan de Antwerpseweg; ovonde of onderdoorgang van de ring, ter hoogte van Thomas More en KULeuven.
  • Op vlak van kamers rond mobiliteit staat Geel aangeduid alsof vrachtverkeer Geel kan doorkruisen, dit dient te worden aangepast.
  • Geel wegencategorisering. Geel heeft als stad vooral wegen die vallen onder een heel hoge categorie. Dit geeft een nadeel inzake ruimtelijke ontwikkelingen.
  • Het bestuur betreurt nog steeds dat de verbindingen Mol-Geel en Geel-Herentals inzake busvervoer werden gesupprimeerd. Het argument dat deze lijnen via het spoor moeten kunnen lopen,  gaat niet op voor andere soortgelijke trajecten in de vervoerregio, waar wel een dubbele lijn (spoort en bus ) voor blijft bestaan. Hierover wordt kortelings nog een overleg gepland vanuit het bestuur met De Lijn.