UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 02/07/2023
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023040319
Dossiernummer gemeente: 202300191
De gemeente Geel heeft op 27 april 2023 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een eengezinswoning. De aanvraag werd op 3 mei 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Dorien Gijs wonende te Korte Plek 1 te 2440 Geel en de heer Niels Meeus wonende te Korte Plek 1 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging:
Kadastrale ligging: afdeling 6 sectie G nr. 416D
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
woonuitbreidingsgebied
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in “Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel”.
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Woon-Werkpark goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in “grens Prup 'Woon-werkpark'”, “overdrukzone grond- en pandenbeleid”, “projectzone voor stedelijk wonen met een belangrijke groene dooradering” en “zone voor stedelijk wonen”.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
De aanvraag dient tevens getoetst te worden aan de voorschriften van de goedgekeurde verkaveling.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Het perceel is 9a81 groot en gelegen in de Eikenstraat te midden van een woonlint. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing in verschillende bouwordes. Links en rechts aangrenzens aan het perceel staat telkens een woning in open bebouwing.
Huidige aanvraag beoogt het bouwen van een ééngezinswoning in open bebouwing. De woning wordt ingeplant op 6 meter van de rooilijn. De afstand tot de rechtse perceelsgrens bedraagt 3 meter. De afstand tot de linkse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter. De woning heeft een bouwbreedte van 9,60 meter. De bouwdiepte bedraagt 15,84 meter. De woning wordt voorzien van een zadeldak. De kroonlijsthoogte aan de voorzijde bedraagt 4,04 meter. Aan de achterzijde bedraagt de kroonlijsthoogte 4,74 meter. De nokhoogte bedraagt 10,44 meter. Achter het hoofdvolume (onder het zadeldak) wordt een uitbouw voorzien van 3,84 meter diep. Deze uitbouw wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de hoogte 3,7 meter bedraagt.,
Achter de woning wordt een terras van 28,96m² voorzien. Rechtsvooraan de woning wordt een oprit van 45,18m² voorzien. Deze oprit heeft een breedte van 5,50 meter aan de rooilijn en is ruim genoeg om 2 wagens te parkeren.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 1 juni 2023 werd het ongunstig advies ontvangen van Provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid met als referentie WAAD-2023-1106, als volgt gefomuleerd:
1. WETTELIJKE BASIS VOOR DE WATERTOETS
Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid gecoördineerd op 15 juni 2018 werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen.
In uitwerking van artikel 7 van het watertoetsbesluit werd specifiek voor de provincie Antwerpen een eigen provinciaal beleidskader rond wateradviezen uitgewerkt. Dit beleidskader verduidelijkt wat de gehanteerde krijtlijnen zijn voor de beoordeling van de verenigbaarheid van de vergunningsaanvraag met het watersysteem, en met welke zaken een aanvrager rekening moet houden voor het verkrijgen van een gunstig wateradvies. Het provinciale beleidskader voor wateradviezen werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 12 december 2019 en is te vinden op de website van de provincie Antwerpen: https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/wonen-ofwerken-langs-een-waterloop/watertoets.html.
2. KENMERKEN WATERSYSTEEM
2.1. Waterloop nr. A.7.27, Roosbroekenloop van 2de categorie
Het project paalt niet rechtstreeks aan de waterloop, het project watert er (deels) naar af.
2.2. Kaartgegevens
Het project is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in woongebieden.
Het gebied is volgens de BWK biologisch minder waardevol.
2.3. Voorschriften waterbeheerplan
Volgende voorschriften van een waterbeheerplan zijn van toepassing:
· Krachtlijn 1: terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten; het voorkomen, het herstellen en waar mogelijk het ongedaan maken van watertekort;
· Krachtlijn 2: water voor de mens: scheepvaart, watervoorziening, industrie en landbouw, onroerend erfgoed, recreatie;
· Krachtlijn 3: de kwaliteit van water verder verbeteren;
· Krachtlijn 4: duurzaam omgaan met water;
· Krachtlijn 5: voeren van een meer geïntegreerd waterbeleid.
3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:
- wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben;
- wijziging van het overstromingsregime, aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en bijkomende wateroverlast tot gevolg kunnen hebben;
Er mag geen ruimte voor water verloren gaan. Door het oprichten van constructies en door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen (zie figuur 1), waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te verergeren, moet bij voorkeur het verlies van waterbergingsruimte vermeden worden door het project/plan te realiseren zonder inname van ruimte voor water.
Dit impliceert het optrekken van het gebouw op palen of op een overstroombare kruipruimte, waarbij de onderkant van het gebouw boven het overstromingspeil wordt voorzien zodat eventueel overstromingswater de ruimte onder het gebouw kan benutten. In het geval van een kruipruimte moeten in- en uitstroomopeningen worden voorzien op het laagste huidige maaiveldpeil. De openingen dienen bovengronds te liggen zodat het overstromingswater vrij in en uit kan stromen.
Volgens de plannen wordt het omliggende terrein aanzienlijk opgehoogd en wordt hier geen compensatie voor voorzien. De geplande ophoging kan niet gunstig geadviseerd worden, aangezien hiermee ruimte voor water verloren gaat.
In specifieke gevallen kan toegestaan worden om verloren ruimte voor water te compenseren. In dat geval dient zowel het overstromingsvolume als de oppervlakte gecompenseerd te worden. Dit kan bijvoorbeeld door een oppervlakkige afgraving op het terrein (afgravingen onder het grondwaterniveau zijn echter niet effectief), op een zinvolle locatie waar de compenserende oppervlakte effectief benut kan worden.
Uit de modelleringstudie van de pluviale overstromingskaarten blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar ter hoogte van het perceel in kwestie een waterpeil van 22,67 m TAW optreedt.
Ergere overstromingen zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast zal voordoen.
Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw voldoende hoog gekozen worden, zodat deze overstromingsvrij gebouwd wordt (advieshoogte = 22,97mTAW).
Om effectief te zijn en drainage van het grondwater te vermijden, dient de infiltratievoorziening zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand te bevinden. Enkel het volume en de oppervlakte van de infiltratievoorziening boven dit peil kunnen in rekening genomen worden. Op basis van de drainageklasse van de bodemkaart, zoals raadpleegbaar op Geopunt, is de maximaal toegestane diepte van een infiltratievoorziening op dit perceel 50 cm.
De infiltratievoorziening zit voor een groot deel onder de voorjaarsgrondwaterstand waardoor er onvoldoende nuttige oppervlakte/nuttig volume wordt gecreëerd.
Gezien de hoge grondwaterstand dient de infiltratievoorziening herbekeken te worden, zodat het water optimaal kan infiltreren. Bij voorkeur wordt een open infiltratiesysteem, type wadi of infiltratiekom, aangelegd. Open voorzieningen zijn efficiënter, onderhoudsvriendelijker en goedkoper in aanleg.
De aanvraag is in de huidige vorm niet verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2.).
4. TOETSING EN CONCLUSIE
Ongunstig, aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en art. 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid. Onderhavig advies kan worden herzien indien gewijzigde plannen worden opgeladen waarbij rekening wordt gehouden met alle onder punt 3 besproken voorwaarden, maatregels en aandachtspunten.
Daarnaast dient ook een principe doorsnede van de infiltratievoorziening te worden toegevoegd. Hierop dient minimaal de diepte, de hoogte van de inlaat en de hoogte van een eventuele noodoverloop te worden afgebeeld.
Op 13 juni 2023 werd het advies ontvangen van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’, als volgt geformuleerd:
Advies riolering
Zonering-aansluiting
Het perceel waarop men de woning wenst te bouwen is gelegen in centraal gebied. Momenteel is er een gemengd rioleringsstelsel aanwezig. Op korte termijn zal er een gescheiden stelsel worden aangelegd. Eikenstraat behoort tot het weg- en rioleringsproject Baantveld (lot 2).
Als de bouw van de woning sneller wordt gerealiseerd dan de werken, dan zal er een aansluiting met plaatsing van de huisaansluitputjes DWA en RWA moeten gemaakt worden op het huidige gemengde stelsel. Als de bouw later wordt gerealiseerd dan de weg- en rioleringswerken dan kan men aansluiten op de huisaansluitputjes die bij de werken werden geplaatst.
Riolering algemeen
De afvoerbuizen voor het hemelwater hebben een diameter van 90mm. Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen voor afvalwater. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt.
De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op huisaansluitputjes RWA en DWA.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
Het perceel is volgens de pluviale overtromingskaarten gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Bij de bouw van de woning moet hiermee rekening gehouden worden en de nodige maatregelen worden getroffen (vb. overstroombare kruipkelder). We verwijzen hierbij naar het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid.
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Hemelwaterput
Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L wat voldoet. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor spoeling van 2 toiletten en een buitenkraan voor onderhoud van tuin, terras en auto. Men zou kunnen overwegen om ook de wasmachine aan te sluiten.
Infiltratievoorziening
Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 3000L en een oppervlakte van 9,6m² wat qua dimensionering voldoet.
Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.
Men kiest voor 2 infiltratieputten die een hoogte hebben van 80cm. Het is aangewezen om na te gaan wat de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand is. De bodem van de putten mogen niet lager liggen dan deze grondwaterstand, anders werken ze drainerend en dat is niet de bedoeling. Als er een hoge grondwaterstand is, raden we aan om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.
Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Advies toegang tot het perceel
Op het inplantingsplan wenst men een toegang op het openbaar domein met een breedte van 5m50 aan de rechterzijde. Dit komt niet overeen met de huidige ontwerpplannen van de inrichting van de Eikenstraat in het weg-en rioleringsproject Baantveld lot 2. Op deze plannen is de inrit voorzien aan de linkerzijde, dewelke aansluit bij de inrit van huisnr. 101. Rechts daarvan zijn 2 parkeerplaatsen en een groenvak ingetekend. Aangezien de ontwerpplannen nog niet definitief zijn, is een wijziging van de locatie van de toegang, van de 2 parkeerplaatsen en van de groenvakken op openbaar domein mogelijk. De toegang kan dus aan de rechterzijde worden voorzien mits behoud van het aantal parkeerplaatsen en mits behoud van groenvakken. De breedte van de toegang is hiervan afhankelijk. Het is dus mogelijk dat we een breedte van 5m50 niet kunnen voorzien en dat de toegang op openbaar domein dus minder breed is dan 5m50. Hiermee moet men rekening houden.
Voorwaarden:
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
Putten (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Bij de constructie van de woning moet men rekening houden met de ligging in overstromingsgevoelig gebied. Men dient de nodige maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat water de ruimte krijgt.
Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
* De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
* Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
* Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
* Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. Indien nodig moet men kiezen voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekomen of wadi
* Het infiltratievolume dient minimum 2130 L te bedragen.
* De infiltratieoppervlakte dient minimum 3,408 m² te bedragen.
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Men dient er mee rekening te houden dat de breedte van de toegang op openbaar domein in functie van de oprit op privé afhankelijk is van de inrichting van het openbaar domein bij de weg -en rioleringswerken project Baantveld (lot 2). De breedte van de toegang wordt aangepast aan deze inrichting. De toegang kan aan de rechterzijde van het perceel voorzien worden zoals op het inplantingsplan is ingetekend, mits behoud van het aantal parkeerplaatsen en mits behoud van groenvakken op openbaar domein die ter hoogte van het perceel voorzien zijn op de ontwerpplannen van het project Baantveld (lot 2) maar die qua locatie nog kunnen wijzigen.
//
Planologische toets
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen woongebied en woonuitbreidingsgebied. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze zonering.
De aanvraag is gelegen binnen het RUP Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van dit RUP.
De aanvraag is gelegen binnen het PRUP Woon-Werkpark. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van dit PRUP.
Watertoets
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 6, Sectie G, nr. 416D stroomt af naar de Roosbroekenloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 2) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – Grote Nete.
De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied
Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening.
De aanvraag is volgens de watertoetskaart gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en/of fluviaal.
Bijgevolg werd er advies gevraagd aan Provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid. Er werd op 01/06/2023 een ongunstig advies ontvangen. Er wordt naar dit advies verwezen.
Als gevolg van het project worden er significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg ongunstig geadviseerd en is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.
Conclusie:
Er wordt niet voldaan aan artikel 1.2.2. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid.
Mer-screening
Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen vogelrichtlijngebied.
Het perceel is niet gelegen binnen habitatrichtlijngebied.
Het perceel is niet gelegen binnen VEN-gebied.
Het perceel is niet gelegen binnen bosgebied.
Het perceel is niet gelegen binnen natuurgebied.
De aanvraag doorstaat de natuurtoets.
Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
Toegankelijkheid
Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.
Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
Scheidingsmuren
De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Milieuaspecten
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het perceel is 9a81 groot en gelegen in de Eikenstraat te midden van een woonlint. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing in verschillende bouwordes. Links en rechts aangrenzens aan het perceel staat telkens een woning in open bebouwing.
Huidige aanvraag beoogt het bouwen van een ééngezinswoning in open bebouwing. De woning wordt ingeplant op 6 meter van de rooilijn. De afstand tot de rechtse perceelsgrens bedraagt 3 meter. De afstand tot de linkse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter. De woning heeft een bouwbreedte van 9,60 meter. De bouwdiepte bedraagt 15,84 meter. De woning wordt voorzien van een zadeldak. De kroonlijsthoogte aan de voorzijde bedraagt 4,04 meter. Aan de achterzijde bedraagt de kroonlijsthoogte 4,74 meter. De nokhoogte bedraagt 10,44 meter. Achter het hoofdvolume (onder het zadeldak) wordt een uitbouw voorzien van 3,84 meter diep. Deze uitbouw wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de hoogte 3,7 meter bedraagt.,
Achter de woning wordt een terras van 28,96m² voorzien. Rechtsvooraan de woning wordt een oprit van 45,18m² voorzien. Deze oprit heeft een breedte van 5,50 meter aan de rooilijn en is ruim genoeg om 2 wagens te parkeren.
De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid zijn aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De open bebouwing is gekenmerkt door een klassieke beige gevelsteen gecombineerd zwart
buitenschrijnwerk met roedeverdelingen en gevelelementen in hout. De voor- en zijgevels hebben smalle ramen om de inkijk vanaf de straatzijde en de buren te beperken. De achtergevel is voorzien van grotere raampartijen om de tuin zoveel mogelijk in de woning te betrekken. De leefruimtes zijn dan ook aan de achterzijde van de woning voorzien zodat de lichtinval en de beleving naar de tuin hier optimaal is.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Aangezien de aanvraag niet voldoet aan artikel 1.2.2. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, kan niet worden uitgesloten dat in de huidige vorm de aanvraag wateroverlast zal bezorgen voor zowel de buren, het openbaar domein als het eigen perceel.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Dit advies wordt eigen gemaakt.
Conclusie
Er wordt een ongunstig advies afgeleverd omdat de aanvraag niet voldoet aan artikel 1.2.2. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren omwille van volgende reden: