Terug
Gepubliceerd op 27/06/2023

2023_CBS_01871 - Omgevingsvergunning - het bouwen van 2 gekoppelde ééngezinswoningen + bijgebouwen en het kappen van 1 boom langs Bisschopshoeven 55 en 57 (202300083HB) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 26/06/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Rob Testelmans, Secretaris wnd.

Afwezig

Tom Corstjens; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_01871 - Omgevingsvergunning - het bouwen van 2 gekoppelde ééngezinswoningen + bijgebouwen en het kappen van 1 boom langs Bisschopshoeven 55 en 57 (202300083HB) - Vergunning 2023_CBS_01871 - Omgevingsvergunning - het bouwen van 2 gekoppelde ééngezinswoningen + bijgebouwen en het kappen van 1 boom langs Bisschopshoeven 55 en 57 (202300083HB) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 05/07/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023028687

Dossiernummer gemeente: 202300083

 

De gemeente Geel heeft op 2 maart 2023 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van 2 gekoppelde ééngezinswoningen + bijgebouwen en het kappen van 1 boom. De aanvraag werd op 22 maart 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Fortec BV gevestigd te Zomerplein 6 te 2460 Kasterlee

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Bisschopshoeven 55 en 57

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie B nrs. 646Y en 646Z

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde niet vervallen verkaveling, nl. 0472 van 05/08/1968.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Er wordt een afwijking gevraagd voor de daken: platten daken in plaats van hellende daken.

Er wordt een afwijking gevraagd voor de garage op het rechter perceel: dit perceel is minder diep en de carport wordt ingepland op 7,50m uit de achtergevelbouwlijn van de woning in plaats van op 10m. (zie inplantingsplan in bijlage)

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Verkavelingsvergunning (0472) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 05/08/1968.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het bouwen van twee gekoppelde ééngezinswoningen + 2 bijgebouwen + kappen van een boom.

 

Het perceel bevat een hoogstammige boom welke eerst dient gekapt te worden.

 

Er is op het perceel geen bebouwing aanwezig.

 

De naastliggende percelen zijn bebouwd met ééngezinswoningen met bijgebouwen.

 

Hoofgebouwen

De bestemming van de hoofdgebouwen zijn 2 half open gekoppelde ééngezinswoningen.

De voorgevelbouwlijn is 11m uit de as van de weg.

De bouwdiepte bedraagt 17m.

De vrijstaande zijgevels staan op 3m  van de zijdelingse perceelsgrenzen.

De kroonlijst bedraagt 6,50m om te kunnen voldoen aan de vereisten qua energie en isolatienormen.

De dakvorm is een plat dak.

Materialen: alle gevels: lichte grijze gevelsteen, geen vrijstaande blinde gevels.

Het buitenschrijnwerk is alu-zwart

Voor de platte daken: roofing, EPDM, rubber

 

Bijgebouwen

De bijgebouwen worden gebouwd met een plat dak  tegen de perceelsgrenzen links, rechts en achter.

Het linker bijgebouw wordt ingeplant op 10 meter van de achtergevelbouwlijn van de woning.

Het rechter bijgebouw wordt ingeplant op 7,50 meter van de achtergevelbouwlijn van de woning. Het rechter perceel is minder diep.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 1 april 2023 t.e.m. 30 april 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 17 april 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

Advies: geen advies


Er werd advies gevraagd aan Openbaar Domein - team groen maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.


Op 5 mei 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein - team grijs

Advies riolering

Zonering – aansluiting

De percelen waarop men de 2 woningen wenst te bouwen zijn gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel  aanwezig op openbaar domein.

Bij eerdere weg- en rioleringswerken zijn er aansluitingen met huisaansluitputjes voorzien op deze percelen. Men moet deze huisaansluitputjes opzoeken en gebruiken:

  • Op het rechter perceel, vanaf de straat gezien, liggen de huisaansluitputjes aan de rechterzijde.
  • Op het linkerperceel liggen de huisaansluitputjes aan de linkerzijde.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

De afvoerbuizen voor het afvalwater en voor het hemelwater hebben een diameter van 110 mm wat voldoet.

De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op de reeds aanwezige huisaansluitputjes RWA en DWA.

Huishoudelijk  afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst bij elke woning een hemelwaterput met een volume van 5000L wat voldoet. Op elke put worden de dakafvoeren aangesloten van de woning en van het bijgebouw. Men zal het hemelwater bij elke woning herbruiken voor spoeling van 2 toiletten en buitenkraan.

Infiltratievoorziening

Men voorziet bij elke woning een infiltratievoorziening met een volume van 3000L en een oppervlakte van 6,594m² wat voldoet.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Volgens de gegevens in het dossier worden deze oppervlaktes ook niet meegerekend. Men moet hierbij wel rekening houden dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij de naastliggende percelen en naar het openbaar domein toe.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare regenwaterstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Advies toegang tot het perceel

Bij het linkerperceel (vanaf de straat gezien) is er reeds een aangepaste toegang met verlaagde boordsteen op openbaar domein.

Voor het rechterperceel is er op openbaar domein nog geen toegang. Er zal dus een aanpassing van het openbaar domein dienen te gebeuren. Men mag dit niet zelf uitvoeren maar men moet dit aanvragen. De kosten van de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Volgens het inplantingsplan voorziet men bij elke woning een strikt noodzakelijke toegang met een breedte van 3m wat gunstig is.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

6. Project-MER 

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Geel, Bisschopshoeven 55,   Afdeling 2  nr. B 646 Z en het perceel gelegen te Geel, Bisschopshoeven 55, Afdeling 2 nr. B 646 Y,  (is gelegen langs en) stroomt af naar de Zuid Zijploop  een (on)bevaarbare waterloop van 2e categorie die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – kleine Nete.

De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.

Aspecten grondwatervoorraden en grondwaterstromingspatroon
Voor de aspecten grondwatervoorraden en grondwaterstromingspatroon voorziet het project in de aanleg van een ondergrondse constructie. Hiervoor zal wellicht een bemaling noodzakelijk zijn. Bij bemaling moet minstens een melding volgens Vlarem (klasse 3) van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs MER-plichtig naargelang de ligging en het debiet per dag. Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II). Met betrekking tot de lozing van het bemalingwater wordt eveneens verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5 namelijk dat niet-verontreinigd bemalingswater bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht wordt. Wanneer het in de bodem brengen redelijkerwijze niet mogelijk is, moet dit niet-verontreinigd bemalingswater geloosd worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. Het lozen in de openbare riolering is slechts toegestaan wanneer het conform de beste beschikbare technieken niet mogelijk is zich op een andere manier van dit water te ontdoen.

De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt. De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.
Voorwaarden:
 

  • voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van het bemalingwater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5;
     
  • de lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II;
     
  • de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.

   

Er werd advies gevraagd aan openbaar domein - team grijs van de Stad Geel. 

Het betreft het volgend gunstig advies van 05/05/2023.

Advies riolering

Zonering – aansluiting

De percelen waarop men de 2 woningen wenst te bouwen zijn gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel  aanwezig op openbaar domein.

Bij eerdere weg- en rioleringswerken zijn er aansluitingen met huisaansluitputjes voorzien op deze percelen. Men moet deze huisaansluitputjes opzoeken en gebruiken:

  • Op het rechter perceel, vanaf de straat gezien, liggen de huisaansluitputjes aan de rechterzijde.
  • Op het linkerperceel liggen de huisaansluitputjes aan de linkerzijde.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

De afvoerbuizen voor het afvalwater en voor het hemelwater hebben een diameter van 110 mm wat voldoet.

De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op de reeds aanwezige huisaansluitputjes RWA en DWA.

Huishoudelijk  afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst bij elke woning een hemelwaterput met een volume van 5000L wat voldoet. Op elke put worden de dakafvoeren aangesloten van de woning en van het bijgebouw. Men zal het hemelwater bij elke woning herbruiken voor spoeling van 2 toiletten en buitenkraan.

Infiltratievoorziening

Men voorziet bij elke woning een infiltratievoorziening met een volume van 3000L en een oppervlakte van 6,594m² wat voldoet.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Volgens de gegevens in het dossier worden deze oppervlaktes ook niet meegerekend. Men moet hierbij wel rekening houden dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij de naastliggende percelen en naar het openbaar domein toe.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare regenwaterstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.


Het perceel is niet gelegen in signaalgebied.


Conclusie watertoets: Gunstig

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.


Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO: 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het bouwen van twee gekoppelde ééngezinswoningen + 2 bijgebouwen + het kappen van een boom. 

Mobiliteitsimpact

Voor de bouw van twee ééngezinswoningen + 2 bijgebouwen + het kappen van een boom zal er weinig tot geen impact tot gevolg hebben. 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woningen zorgen voor een aanvulling van de bestaande bebouwing in de onmiddellijke omgeving en passen in die zin in de ruimtelijke context.

Visueel-vormelijke elementen

De woningen en bijgebouwen  worden opgericht in klassieke / hedendaagse materialen.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 1 april 2023 tot en met 30 april 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Fluvius System Operator, afgeleverd op 17 april 2023 is geen advies.
  •  Het advies van Openbaar Domein . Er werd geen advies ontvangen binnen de termijn.
  •  Het advies van Openbaar Domein afgeleverd op 5 mei 2023 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

E wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden: 

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius:

 

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen 

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein: Riolering.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de aanwezige aansluitingen.

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratieput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het infiltratievolume dient minimum 1692 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 2,71 m² te bedragen.

Men mag geen wateroverlast veroorzaken bij aangelanden of naar het openbaar domein toe als men het hemelwater dat op verhardingen valt (vb. terras, oprit) ter plaatse laat infiltreren.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Men dient zich te houden aan de strikt noodzakelijke toegang tot het perceel.

In functie van de toegankelijkheid van het rechterperceel moet er een aanpassing van het openbaar domein gebeuren. Men mag dit niet zelf uitvoeren maar men moet dit aanvragen. De kosten van de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein :

Het advies werd niet tijdig ontvangen.

 

De woningen dienen te voldoen aan de EPB-eisen.

 

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Vellen en heraanplant Boom.

1. De boom mag  enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);

2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;

3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie standplaatsgeschikte, inheemse bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken

De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant. 

De voorkeur van het bestuur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius:

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

 

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein: Riolering.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de aanwezige aansluitingen.

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratieput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het infiltratievolume dient minimum 1692 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 2,71 m² te bedragen.

Men mag geen wateroverlast veroorzaken bij aangelanden of naar het openbaar domein toe als men het hemelwater dat op verhardingen valt (vb. terras, oprit) ter plaatse laat infiltreren.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Men dient zich te houden aan de strikt noodzakelijke toegang tot het perceel.

In functie van de toegankelijkheid van het rechterperceel moet er een aanpassing van het openbaar domein gebeuren. Men mag dit niet zelf uitvoeren maar men moet dit aanvragen. De kosten van de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.


De woningen dienen te voldoen aan de EPB-eisen.

 

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Vellen en heraanplant boom.

1. De boom mag  enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);

2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;

3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  .. standplaatsgeschikte, inheemse bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken

De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.

De voorkeur van het bestuur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.